Neem het schema over in je schrift en teken op de juiste plaats de voltmeter en de ampèremeter.
Slide 11 - Slide
Uitwerking opdracht 1
Slide 12 - Slide
Geleiders
Sommige materialen laten elektriciteit door. Zo'n materiaal noemen we een geleider.
Alle metalen zijn goede geleiders. Veel gebruikte geleiders zijn koper, ijzer, tin en staal. Maar ook andere metalen zoals aluminium, zilver, goud en kwik geleiden elektriciteit goed.
De grijze vulling van je potlood is van grafiet gemaakt. Grafiet geleidt elektriciteit ook erg goed.
Geleiders laten elektriciteit goed door
Slide 13 - Slide
Isolatoren
Bijna alle andere materialen laten elektriciteit niet makkelijk door.
Dit noemen we een isolator.
Voorbeelden van isolatoren zijn hout, plastic, rubber, glas, keramiek, steen en vooral lucht.
Isolatoren laten geen elektriciteit door
Slide 14 - Slide
Weerstand
Allerlei stoffen zoals in de afbeelding hiernaast remmen de elektronen maar een beetje af.
Ze bieden een beetje weerstand tegen de beweging van de elektronen.
Deze stoffen worden weerstanden genoemd.
Hoeveel de elektronen worden tegenhouden noemen we elektrische weerstand.
Weerstand is hoe makkelijk of hoe moeilijk de elektronen door een materiaal heen bewegen.
Slide 15 - Slide
Aan de slag
Wat? Maak 9.1 opdracht 11 t/m 17
Hoe? Zelfstandig, in je werkboek
Hulp? Steek je hand op
Tijd? 10 minuten
Resultaat? Huiswerk is af
Klaar? Maak de rest van 9.1 af
timer
8:00
Slide 16 - Slide
Wet van Ohm
De elektrische stroomsterkte hangt af van twee dingen:
de spanning
de weerstand.
Spanning kun je vergelijken met de kracht waarmee de elektrische deeltjes vooruit geduwd worden.
Hoe hoger de spanning, hoe groter de stroomsterkte.
Hoe groter de weerstand, hoe lager de stroomsterkte.
Slide 17 - Slide
Wet van Ohm
Slide 18 - Slide
Omrekenen
Slide 19 - Slide
Wat is de spanning over de weerstand?
Slide 20 - Slide
Stappen
1. Gegeven
2. Gevraagd
3. Formule
4. Berekening
5. Antwoord
Slide 21 - Slide
Uitwerking opdracht 1
Slide 22 - Slide
Opdracht
Slide 23 - Slide
Uitwerking opdracht
Gegevens: I = 1,2 A , R = 15 Ohm Gevraagd: U = ?
Formule: R = U/I --> U = R x Berekening: U = 15 x 1,2 = 18 Antwoord: U = 18 V