Bron bij les 1 - JV49

Introductie ProjectManagement
TTR-SSD leerjaar 3
LES 1
Introductie SCRUM 
1 / 24
next
Slide 1: Slide
Applicatie- en mediaontwikkelaarMBOStudiejaar 3

This lesson contains 24 slides, with interactive quizzes, text slides and 1 video.

time-iconLesson duration is: 60 min

Items in this lesson

Introductie ProjectManagement
TTR-SSD leerjaar 3
LES 1
Introductie SCRUM 

Slide 1 - Slide

This item has no instructions

Planning
Wat is SCRUM?
Wat betekent een AGILE werkproces?
Wat zijn de 3 rollen binnen een SCRUM team.
Wat zijn de 3 artifacts van een SCRUM team.
Hoe gebruik je SCRUM?



Slide 2 - Slide

This item has no instructions

SCRUM
Wij gebruiken binnen projecten SCRUM.

SCRUM is een project management methode.

SCRUM deelt een project op in kleinere (deel) projecten.
Deze kleinere projecten worden uitgevoerd tijdens SPRINTS.


Slide 3 - Slide

This item has no instructions

SCRUM
RUGBY term
zelfstandig samenwerkend team

Slide 4 - Slide

De rugby term

Scrum is een manier om het spel te herstarten bij een kleine fout.

Iedereen op het veld zorgt voor een veilige en eerlijke hervatting van het spel.
SPRINTS
Een SPRINT is een korte periode binnen een project
(meestal 2 tot 4 weken).

In een SPRINT werkt een team aan een aantal (deel) producten.

Op het eind van een SPRINT worden altijd producten opgeleverd.


Slide 5 - Slide

This item has no instructions

SPRINTS
als doorlopende cirkels
Een AGILE manier van werken

Slide 6 - Slide

This item has no instructions

Waarom sprints?

  •     Een SPRINT is makkelijk te plannen.
  •     Voortgang is goed te zien.
  •     Je kan makkelijker inspelen op de wensen van de klant
  •     Er is snel 'waarde voor geld'

Slide 7 - Slide

Makkelijker plannen -> Je plant een korte periode (een sprint) in plaats van het volledig project

Voortgang is goed te zien -> Je laat na elke sprint je werk zien.

Inspelen op de wensen van de klant. -> Het is een minder groot probleem als het project veranderd word.

Sneller waarde voor geld -> Gemaakt werk word sneller getoond. Er is sneller feedback.


Hoe herken je een sprint?
  • SPRINTS duren meestal 2 tot 4 weken.
  • SPRINTS duren altijd even lang (binnen hetzelfde project).
  • Op het eind van een sprint worden altijd producten opgeleverd. (waarde voor de klant zijn geld).

Slide 8 - Slide

This item has no instructions

Wat is AGILE?
AGILE is een verzamelnaam voor verschillende project management manieren.

SCRUM is een AGILE project management manier.

Je werkt op een AGILE manier als je werkt met SPRINTS.

Slide 9 - Slide

This item has no instructions

AGILE vs WATERFALL
SPRINT 1
SPRINT 2
SPRINT 3
SPRINT 4

Slide 10 - Slide

This item has no instructions

Samenvatting tot nu toe
  • SCRUM is een manier om een groot project te plannen.
  • SCRUM deelt je project op in SPRINTS.
  • Een SPRINT is een korte periode waarin aan kleinere (deel) projecten gewerkt word.
  • Als je werkt via sprints werk je op een AGILE manier.




Slide 11 - Slide

This item has no instructions

SCRUM
Waterfall
Dit is een AGILE manier van werken.
Het project kan veranderen nadat ik begonnen ben met programmeren.
Het project moet volledig gepland zijn voordat ik start met programmeren.
JA
NEE
JA
NEE
JA
NEE

Slide 12 - Drag question

Bespreek de antwoorden met de studenten.
De 3 rollen van SCRUM
  • De product owner. Beheert de wensen van de klant.
  • De scrum master. Zorgt dat het team SCRUM gebruikt.
  • Het development team. Ontwikkeld de software.

Maar ze werken allemaal samen!

Slide 13 - Slide

This item has no instructions

De 3 artifacts van SCRUM
  • De product backlog.
  • De sprint backlog.
  • De burndown chart.

Slide 14 - Slide

This item has no instructions

Product & Sprint backlog
Product backlog
Sprint backlog
Bevat de taken van het project
Bevat de taken voor de sprint
Kan veranderen tijdens een sprint.
Kan niet veranderen tijdens een sprint.

Slide 15 - Slide

Benoem het volgende

Product backlog
- Bevat alle taken (user stories) voor het project
- Kan veranderen

Sprint backlog
- Bevat alle taken voor de sprint.
- Kan niet veranderen


De 3 rituelen van SCRUM
  • De Sprint planning.
  • De daily scrum.
  • De sprint review.

Slide 16 - Slide

This item has no instructions

Sprint planning
  • Bepalen welke taken tijdens de sprint uitgevoerd worden.
  • Product owner, scrum master & team doen mee!

Slide 17 - Slide

This item has no instructions

Daily scrum
Het development team komt samen.

  • Het team bespreekt de voortgang van taken.
  • Het team bespreekt de dagplanning.
  • Het team bespreekt mogelijke problemen.

Slide 18 - Slide

This item has no instructions

Sprint review
Product owner, team en scrum master komen samen.

  • Het team laat zien wat ontwikkeld is.
  • Reflecteren op wat er beter kan voor de volgende sprint.

Slide 19 - Slide

This item has no instructions

3

Slide 20 - Video

This item has no instructions

01:51

Noem een probleem van de waterfall methode.

Slide 21 - Open question

Bespreek de antwoorden, 

Vraag of de problemen opgelost worden door werken op een AGILE manier.
03:50
Product owner
Scrum master
Team
Wie heeft welke taken in een SCRUM team?
De software ontwikkelen
De klant zijn wensen aan de product backlog toevoegen.
De gemaakte software testen.
Zorgen dat het team SCRUM gebruikt.
Controleren of de software voldoet aan gemaakte afspraken
Beslissen welke taken uitgevoerd worden in een sprint.

Slide 22 - Drag question

This item has no instructions

05:29
Sprint planning
Daily scrum
Sprint review
Bepalen welke taken uitgevoerd gaan worden
Reflecteren op de afgelopen sprint.
Aan de product owner demonstreren wat tijdens de sprint ontwikkeld is.
problemen delen met het development team.
Vertellen welke taken je vandaag aan gaat werken.

Slide 23 - Drag question

This item has no instructions

Samenvatting
  • SCRUM is een AGILE project management methode.
  • Een AGILE methode werkt met SPRINTS.
  • SCRUM heeft 3 rollen.
    (Project manager, Scrum master, Team)
  • SCRUM heeft 3 artifacts (2 backlogs & 1 burndown chart).
  • SCRUM heeft 3 rituelen
    (Sprint planning, daily scrum, sprint review)

Slide 24 - Slide

This item has no instructions