Rek 5


Rekenen 5
1 / 13
next
Slide 1: Slide

This lesson contains 13 slides, with interactive quizzes and text slides.

Items in this lesson


Rekenen 5

Slide 1 - Slide

Jaap koopt een tafel van 395 euro, vier stoelen van 307 euro en twee banken van 495 euro en 795. Hoeveel kost dat samen?
A
1994 euro
B
1992 euro
C
2000 euro
D
1592 euro

Slide 2 - Quiz

Hoeveel is 499:99 ongeveer?

Slide 3 - Open question

25 van de 100 mensen heeft een hond.
Wat is de breuk die daarbij hoort?
A
1 op de 2 mensen heeft een hond.
B
1 op de 4 mensen heeft een hond.
C
1 op de 3 mensen heeft een hond.
D
1 op de 5 mensen heeft een hond.

Slide 4 - Quiz

Van de 20 mensen in groep 7/8 vinden 4 mensen techniek het leukste vak.
Welk deel vindt techniek het leukste?
A
1/8 deel
B
1/5 deel
C
1/4 deel
D
1/2 deel

Slide 5 - Quiz

Schatten
18x 5 +29x4=

Wat is de beste berekening?
A
20x5+30x4
B
10x5+20x4

Slide 6 - Quiz

Breuken vereenvoudigen

Breuken vereenvoudigen

Slide 7 - Slide

De taart is verdeeld in 8 taartpunten. Joep eet 2 van de 10 punten. Maak de breuk zo klein mogelijk
A
1/5
B
10/2
C
2/10
D
5/1

Slide 8 - Quiz

wat is de vereenvoudige breuk van
4/6?

Slide 9 - Open question

Breuken vereenvoudigen

21/36=
A
7/12
B
11.5/18
C
3/5
D
2/3

Slide 10 - Quiz

breuken vereenvoudigen
18/36
A
18/36
B
9/18
C
3/6
D
1/2

Slide 11 - Quiz

Breuken vereenvoudigen
18/36
A
18/36
B
9/18
C
3/6
D
1/2

Slide 12 - Quiz


A

Slide 13 - Quiz