H6 Procenten - oefenen

Procenten
Blauw = zonder rekenmachine
Oranje = met rekenmachine

Breuken noteren we in deze LessonUp als volgt: 3/4
Hoofdstuk 6
1 / 30
next
Slide 1: Slide
WiskundeMiddelbare schoolvmbo kLeerjaar 1

This lesson contains 30 slides, with interactive quizzes and text slide.

time-iconLesson duration is: 30 min

Items in this lesson

Procenten
Blauw = zonder rekenmachine
Oranje = met rekenmachine

Breuken noteren we in deze LessonUp als volgt: 3/4
Hoofdstuk 6

Slide 1 - Slide

Vereenvoudig deze breuk:
21/36

Slide 2 - Open question

Vereenvoudig deze breuk zoveel mogelijk: 40/100

Slide 3 - Open question

Bereken en vereenvoudig als dat kan:
2/7 + 3/14 =

Slide 4 - Open question

Bereken en vereenvoudig als dat kan:
9/10 - 3/30 =

Slide 5 - Open question

Bereken:
5/9 van 36 =

Slide 6 - Open question


Wat is meer?
Bereken met een rekenmachine.
A
3/7
B
5/12

Slide 7 - Quiz


Wat is meer?
Bereken met een rekenmachine.
A
3 23/24
B
3 95/100

Slide 8 - Quiz

Reken uit:

Slide 9 - Open question

gebruik je rekenmachine
A
21,9
B
21,65
C
21,64
D
21,914

Slide 10 - Quiz

Welke bewering is juist?
A
procent betekent per 1
B
procent betekent per 10
C
procent betekent per 100
D
procent betekent per 1000

Slide 11 - Quiz

Welke breuk hoort bij 60%
A
0,60
B
6/10
C
60/100
D
0,6

Slide 12 - Quiz

Hoeveel procent hoort bij 0,75
A
7,5%
B
75%
C
75/100
D
3/4

Slide 13 - Quiz

Welk decimaal hoort bij

83
A
38/100
B
0,375
C
37,5%
D
38%

Slide 14 - Quiz


Schrijf dit percentage als een breuk:
55% = ...

A
551
B
10055
C
55100
D
1055

Slide 15 - Quiz

Welke breuk hoort bij het percentage 15%
A
203
B
101
C
10015
D
205

Slide 16 - Quiz

= groter dan / kleiner dan/ gelijk aan 10%
101
A
groter dan
B
kleiner dan
C
gelijk aan

Slide 17 - Quiz

0,3 = groter dan / kleiner dan / gelijk aan 30%
A
groter dan
B
kleiner dan
C
gelijk aan

Slide 18 - Quiz

Hoeveel procent van de rechthoek is niet gekleurd?

Slide 19 - Open question

Van alle nieuw verkochte auto’s in Nederland is 30% wit.
In 2015 werden 450 000 nieuwe auto’s verkocht.

Bereken hoeveel van deze auto’s wit waren
A
4500
B
45000
C
13500
D
Wie koopt er nu een witte auto?

Slide 20 - Quiz

Jaco kocht in 2016 een nieuwe auto. Hij kreeg 10% korting op de aanschafprijs van € 24.000,-.
Bereken hoeveel euro Jacco voor zijn auto heeft betaald
A
€ 23.990,-
B
C
€ 21.600,-
D
€ 24.600,-

Slide 21 - Quiz

Normaal kost een zak chips 1,50 euro.
Nu is er 1/3 deel korting.
Bereken de korting.
A
De korting is 1 euro
B
De korting is 0,80 euro
C
De korting is 0,50 euro
D
De korting is 1,20 euro

Slide 22 - Quiz

Normaal kost een sporttas 45 euro. Nu is er 60% korting.
Hoeveel euro korting krijg je?
A
20 euro
B
27 euro
C
40 euro
D
60 euro

Slide 23 - Quiz

Praxis ruimt loungesets op.
Marc koopt een loungeset van € 689,- voor
€ 447,85. Hoeveel procent korting heeft Marc gekregen
A
100%
B
65%
C
35%
D
Geen korting

Slide 24 - Quiz

Tijdens de bulk-10 daagse koopt Carl een fototoestel van € 398,- en een statief van € 125,-. Op beide artikelen krijgt hij 15% korting. Bereken hoeveel hij in totaal moet betalen
A
€ 514,-
B
€ 264,-
C
€ 444,55
D
€ 69,45

Slide 25 - Quiz

Ik moet € 398,- betalen. Ik krijg 10% korting.
De korting is:
A
€ 398,-
B
€ 3,98
C
€ 0,39
D
€ 39,80

Slide 26 - Quiz


A
68 euro
B
82 euro
C
102 euro
D
het goede antwoord staat er niet bij

Slide 27 - Quiz


A
8 uur
B
7,5 uur
C
7 uur
D
het goede antwoord staat er niet bij

Slide 28 - Quiz


A
55,90 euro
B
86 euro
C
111,80 euro
D
223,60 euro

Slide 29 - Quiz


A
10%
B
110%
C
0,15 %
D
15%

Slide 30 - Quiz