Biologie V1 §3.1 Zintuigen en prikkels

Hoofdstuk 3    Waarnemen
gaat over: 
  • zintuigen, prikkels, reageren
  • zien
  • horen
  • ruiken en proeven
  • hersenen
1 / 16
next
Slide 1: Slide
BiologieMiddelbare schoolvwoLeerjaar 1

This lesson contains 16 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 10 min

Items in this lesson

Hoofdstuk 3    Waarnemen
gaat over: 
  • zintuigen, prikkels, reageren
  • zien
  • horen
  • ruiken en proeven
  • hersenen

Slide 1 - Slide

deze week §3.1 zintuigen en prikkels
Je leert:

  • welke zintuigen je hebt en waar
  • welke prikkels erbij horen
  • hoe je lichaam reageert op prikkels en de rol van het zenuwstelsel.

Slide 2 - Slide

Dieren moeten hun omgeving kunnen waarnemen om te overleven. Ze moeten kunnen reageren.

Slide 3 - Slide

Je neemt je omgeving waar met zintuigen.

  • gezichtszintuig. (licht zintuig)
  • gehoor zintuig
  • reuk zintuig
  • smaak zintuig
  • warmte zintuig
  • koude zintuig
  • tast zintuig
  • pijn zintuig

Slide 4 - Slide

  • gezichtszintuig. (licht zintuig)
  • gehoor zintuig
  • reuk zintuig
  • smaak zintuig
  • warmte zintuig
  • koude zintuig
  • tast zintuig
  • pijn zintuig

Slide 5 - Slide

Bij elk soort zintuig past een bepaalde prikkel.
Prikkels
  • licht
  • geluid
  • geurstoffen
  • smaakstoffen
  • hoge temp.
  • lage temp.
  • voorwerpen
  • pijn


Zintuigen
  • gezichtszintuig (licht zintuig)
  • gehoor zintuig
  • reuk zintuig
  • smaak zintuig
  • warmte zintuig
  • koude zintuig
  • tast zintuig
  • pijn zintuig

Slide 6 - Slide

Prikkel verwerking

  1. een zintuig zet een prikkel om in een elektrisch signaal = impuls
  2. impulsen gaan via gevoelszenuwen naar de hersenen.
  3. waarneming, je wordt je bewust van de prikkel
  4. Je kunt reageren op de prikkel : de hersenen sturen impulsen via bewegingszenuwen naar spieren.

Slide 7 - Slide

Wat is waar over een zintuig
A
Een zintuig zet een impuls om in een prikkel
B
Bij elk zintuig hoort een eigen soort prikkel
C
Zintuigen geven signalen door naar de hersenen
D
Bewegingszenuwen lopen naar zintuigen toe

Slide 8 - Quiz

wat is waar over een gevoelszenuw?
A
Er gaan prikkels doorheen
B
hij loopt van de hersenen af
C
hij loopt naar de hersenen toe
D
hij loopt naar een spier toe.

Slide 9 - Quiz

zenuwcel

korte uitlopers

cel lichaam met celkern

 lange uitloper

De lange uitlopers zitten samen in een zenuw.

Slide 10 - Slide

prikkel-> impuls in gevoelszenuw -> hersenen -> impuls in bewegingszenuw -> spier

Slide 11 - Slide

1
2
3
4
5
hersencentrum
impuls door motorische= bewegingszenuw
spier
prikkel
impuls door sensorische = gevoelszenuw

Slide 12 - Drag question

  • impulsen lopen door de zenuwen naar de hersenen (of ervan af).

  • een gedeelte van de zenuwen ligt in het ruggenmerg.

  • zenuwstelsel = hersenen, zenuwen en ruggenmerg.

Slide 13 - Slide

Een gedeelte van de hersenen waar de impulsen van bepaalde gevoelszenuwen samenkomen noem je een hersencentrum.

Slide 14 - Slide

Leg in eigen woorden uit wat een prikkel is en wat een impuls is?

Slide 15 - Open question

Vragen?
Zelf aan het werk.

huiswerk voor donderdag: §3.1 leren en opgave 1 tm 16 (4 niet) maken in je werkboek en nakijken

Slide 16 - Slide