Chef (de cuisine): de Chef-kok
Sous-chef (de cuisine): de tweede chef van de keuken
Rotisseur: Braadmeester / zorgt voor de vlees gerechten
Poissonnier: Kok voor de warme visgerechten
Entremétier: Kok voor de garnituren (denk aan aardappels en groente)
Garde manger: Kok in de koude keuken
Patissier: Bakker / Nagerechten
Potager: Kok voor de soepen
Saucier: Kok voor de sauzen
Er zijn nog meer termen maar de gebruiken we tegenwoordig niet meer, zoals: Tournant, Annonceur en Casserolier.