2V: Thema 5: BS 1: Genotype & fenotype



Thema 5: Erfelijkheid & evolutie
BS 1: Fenotype & genotype
1 / 11
next
Slide 1: Slide
BiologieMiddelbare schoolhavoLeerjaar 2

This lesson contains 11 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 30 min

Items in this lesson



Thema 5: Erfelijkheid & evolutie
BS 1: Fenotype & genotype

Slide 1 - Slide

Leerdoelen

-Je kunt omschrijven wat het genotype & het fenotype zijn
-Je kunt uitleggen wat chromosomen & genen zijn
-Je kunt uitleggen dat cellen alleen de erfelijke informatie gebruiken die zij nodig hebben. 

Slide 2 - Slide

Erfelijke informatie
-Lichaamscellen bevatten ieder 46 chromosomen

-Chromosomen bestaan uit  DNA
Wat is DNA?

Lichaamscellen = cellen waaruit je lichaam is opgebouwd

Chromosomen
-Dunne draden in de celkern
-Bestaan voor een groot deel uit DNA 
DNA
-Hier is informatie opgeslagen voor je erfelijke informatie
-In de vorm van een code 

Slide 3 - Slide

2 Leerlingen doen een uitspraak over celdeling
Koen zegt: Alle dochtercellen hebben na een gewone celdeling dezelfde informatie

Joost zegt: Alle dochtercellen hebben dezelfde informatie als de moedercel

A
Alleen Koen heeft gelijk
B
Alleen Joost heeft gelijk
C
Koen en Joost hebben beiden gelijk
D
Koen en Joost hebben beide geen gelijk

Slide 4 - Quiz

Genotype 
gen: stukjes DNA die informatie bevatten voor een eigenschap

genotype: de informatie voor de erfelijke eigenschappen
= alle genen in een celkern

-Staat vast bij de bevruchting


Genexpressie
Genexpressie = het tot uiting komen van genen (in het fenotype)
-Niet alle genen in een cel zijn actief
-als een gen actief is komt deze tot uiting (in het fenotype)
-Afhankelijk van de plaats in het lichaam
-Genen kunnen een beetje of heel erg actief zijn (hard/zacht staan)

Slide 5 - Slide

Welke genen kunnen NIET actief zijn in een maagcel?
A
Genen die zorgen voor de productie van maagsap
B
Genen die zorgen dat DNA gekopieerd wordt
C
Genen die zorgen dat mitochondriën worden gemaakt
D
Genen die zorgen dat hoofdhaar wordt gemaakt

Slide 6 - Quiz

Fenotype
fenotype: alle eigenschappen van een organisme (zichtbaar & onzichtbaar)

Vaak een combinatie van:
Fenotype = genotype + invloeden uit het milieu 
Kan jij een invloed noemen?
Verschillende voorbeelden van:
-Leefstijl, bijv: roken, eetpatroon, drugsgebruik
-Omgeving, bijv: woonplaats (zonnig of juist niet) 
Zichtbaar: oogkleur, haarstructuur, tatoeages
Onzichtbaar: Bloeddruk, bouw van spiercellen
Voorbeeld
Voorbeeld meisje X:
-Bruin haar wordt veroorzaakt door haar genotype
-Verft zij het paars dan veranderd alleen haar fenotype (uiterlijk), het genotype blijft gelijk.
-Het haar zal hierdoor altijd bruin terug groeien

Slide 7 - Slide

Hier zie je 2x een foto van Micheal Jackson. Links als 13-jarige en rechts als 45-jarige. Welke uitspraak is juist?
A
Enkel zijn genotype is veranderd
B
Enkel zijn fenotype is veranderd
C
Zijn genotype & fenotype zijn veranderd
D
Zijn genotype & fenotype zijn NIET veranderd

Slide 8 - Quiz

In deze stof is informatie opgeslagen voor je erfelijke eigenschappen
Liggen als dunne draden in de celkern
Stukjes DNA die samen de informatie bevatten over één eigenschap


Chromosoom


DNA


Gen

Slide 9 - Drag question

de volgende les
Huiswerk:
BS 1


Volgende les:
BS 2: Chromosomen

Slide 10 - Slide

Leerdoelen

-Je kunt omschrijven wat het genotype & het fenotype zijn
-Je kunt uitleggen wat chromosomen & genen zijn
-Je kunt uitleggen dat cellen alleen de erfelijke informatie gebruiken die zij nodig hebben. 

Slide 11 - Slide