5-10 2KGTB

timer
15:00
1 / 20
next
Slide 1: Slide
NederlandsMiddelbare schoolvmbo, mavoLeerjaar 1-4

This lesson contains 20 slides, with interactive quizzes and text slides.

Items in this lesson

timer
15:00

Slide 1 - Slide

  • Herhalen afspraken en waarden in lokaal 2.22
  • 0-meting werkwoordspelling
  • Uitleg werkwoordspelling
  • Zelfstandig werken

Slide 2 - Slide

  • Ik weet welke waarden belangrijk zijn tijdens de lessen Nederlands en ik kan aangeven hoe ik hieraan werk
  • Ik weet wat mijn startniveau is voor werkwoordspelling
  • Uitleg Engelse werkwoorden
  • Zelfstandig werken

Slide 3 - Slide

Wat verwacht ik van jou?
  • Respect
  • Veiligheid
  • Vriendelijkheid
  • Discipline 

Je houdt je daarnaast ten alle tijdens aan de schoolregels.

Slide 4 - Slide

Aan welke waarde ga jij deze week werken?

Slide 5 - Mind map

Geef een voorbeeld hoe jij morgen aan 1 van de waarden gaat werken

Slide 6 - Open question

0-meting
Open Magister


Open je berichten
Klik op de link
Maak de toets

Slide 7 - Slide

Engelse werkwoorden


Wie kent er Engelse werkwoorden die in het NL gebruikt worden? 

Slide 8 - Slide

Engelse werkwoorden

Slide 9 - Mind map

Hoe spel je Engelse werkwoorden?
A
Volgens de Nederlandse spellingsregels
B
Volgens de Engelse spellingsregels
C
Volgens aparte spellingsregels
D
Hangt af van het woord. Sommige spelling volgens Nederlandse regels, andere Engels.

Slide 10 - Quiz

Engelse werkwoorden
Spellen zoals de Nederlandse.
Als er een uitspraakprobleem komt, hou je de -e in de stam.
Dubbele medeklinker wordt vernederlands, tenzij er een uitspraakprobleem komt.

downloaden -> downloadde
daten -> datete
paintballen -> paintballde

Slide 11 - Slide

Wat is het voltooid deelwoord van 'crossen'?
A
gecrost
B
gecrosst
C
gecrosd
D
gecrossd

Slide 12 - Quiz

Wat is het tegenwoordig deelwoord van 'daten'?
A
gedatet
B
datende
C
gedatend
D
datend

Slide 13 - Quiz

Wat is de persoonsvorm verleden tijd van 'triggeren'?
A
triggerte
B
getriggert
C
triggerde
D
triggert

Slide 14 - Quiz

Wat is de persoonsvorm verleden tijd van 'deleten'?
A
ik deletete
B
ik delet
C
ik delete
D
ik deletetete

Slide 15 - Quiz

Wat is de persoonsvorm tegenwoordige tijd van 'deleten'?
A
ik deletete
B
ik delet
C
ik delete
D
ik deletetete

Slide 16 - Quiz

Opdrachten blz. 15-16

Je maakt online de opdrachten van paragraaf 10 Spelling, dit is ook het huiswerk.

Slide 17 - Slide

Wat vond je lastig deze les?

Slide 18 - Open question

Huiswerk
Spelling §10 

Slide 19 - Slide

Poll
😒🙁😐🙂😃

Slide 20 - Poll