Redactiesommen les 12 en 13

Redactiesommen les 12
1 / 20
next
Slide 1: Slide
RekenenMiddelbare schoolvmbo bLeerjaar 1

This lesson contains 20 slides, with interactive quizzes and text slides.

Items in this lesson

Redactiesommen les 12

Slide 1 - Slide

Op het Wilhelminaplein staan 490 huizen. Hiervan worden 62 huizen afgebroken. Hoeveel huizen staan er dan nog?
A
408
B
418
C
428
D
552

Slide 2 - Quiz

Astrid doet boodschappen. Ze koopt 100 gram ham voor €1.48, 1 rookworst voor €2.15 en 1 kg prei voor €1.75.
Hoeveel moet Astrid betalen?
A
€4.27
B
€6.39
C
€3.28
D
€5.38

Slide 3 - Quiz

Nelly weegt 70 kg. Lotte weegt 63 kg, Ineke 73 kg en Christa 59 kg. Wie is het zwaarst?
A
Christa
B
Ineke
C
Lotte
D
Nelly

Slide 4 - Quiz

Een ijsje kost 80 eurocent. Peter, Kas, Harmen en Sebas kopen ieder een ijsje.
Hoeveel kosten de ijsjes samen?
A
€1.60
B
€2.40
C
€3.20
D
€4,-

Slide 5 - Quiz

Een pak koffie kost 2 euro. Hoeveel pakken kun je kopen voor 10 euro?
A
3
B
5
C
8
D
10

Slide 6 - Quiz

Elly komt een half uur eerder thuis dan anders. Deze keer komt ze om half 6 thuis. Hoe laat komt zij anders thuis?
A
vijf uur
B
zes uur
C
half zeven
D
zeven uur

Slide 7 - Quiz

Hoe schrijf je het getal in cijfers?
achthonderd achtendertig
A
831
B
800
C
380
D
838

Slide 8 - Quiz

Welk getal hoort bij het vraagteken?
125-135-?-155-165
A
140
B
145
C
150
D
130

Slide 9 - Quiz

Als 15 februari op zaterdag valt, op welke dag viel dan 10 februari
A
zondag
B
maandag
C
dinsdag
D
woensdag

Slide 10 - Quiz

Redactiesommen les 13

Slide 11 - Slide

Een bibliotheek heeft 465 boeken. Er zijn 300 boeken uitgeleend. Hoeveel boeken zijn nog in de bibliotheek?
A
65
B
300
C
165
D
765

Slide 12 - Quiz

Eline doet boodschappen Ze koopt bij de drogist 1 pak watten voor €0.95, 1 stuk zeep voor €1.80 en een tube tandpasta voor €1.25.
Hoeveel moet zij betalen?
A
€3.20
B
€4,-
C
€4.15
D
€4.40

Slide 13 - Quiz

Gert weegt 90 kg, Edwin 78 kg, Ricardo 82 kg en Erik weegt 75 kg.
Wie is op een na het lichtst?
A
Gert
B
Erik
C
Ricardo
D
Edwin

Slide 14 - Quiz

Nico trakteert zijn 4 vrienden en zichzelf op een kroket. Een kroket kost €0.80. Hoeveel moet Nico betalen?
A
€3.20
B
€3.60
C
€0.80
D
€4,-

Slide 15 - Quiz

Moeder gaat de kamer behangen. Een rol behang kost €19,-. Ze betaalt €76,-. Hoeveel rollen behang heeft zij gekocht?
A
5
B
4
C
3
D
6

Slide 16 - Quiz

Feisa komt een half uur later thuis dan anders. Normaal komt ze om vier uur thuis. Hoe laat is zij er nu?
A
half 6
B
5 uur
C
half 5
D
half 4

Slide 17 - Quiz

Acht maart valt op een donderdag. Welke dag is het op 22 maart?
A
woensdag
B
donderdag
C
vrijdag
D
zaterdag

Slide 18 - Quiz

Hoe schrijf je het getal in cijfers?
zevenhonderd drieëntachtig
A
387
B
783
C
873
D
877

Slide 19 - Quiz

Welk getal hoort bij het vraagteken?
250 - 245 - .... - ? - 230
A
240
B
225
C
235
D
250

Slide 20 - Quiz