Grammatica: zinsbouw 6

Zinsbouw
De hoofdzin met een
scheidbaar werkwoord
1-2a-3-2b-zin, 3-2a-1-2b-zin
2a-1-3-2b-vraagzin, 3-2a-1-2b-vraagzin

1 / 16
next
Slide 1: Slide
NT2Middelbare schoolvmbo bLeerjaar 1

This lesson contains 16 slides, with interactive quizzes and text slides.

Items in this lesson

Zinsbouw
De hoofdzin met een
scheidbaar werkwoord
1-2a-3-2b-zin, 3-2a-1-2b-zin
2a-1-3-2b-vraagzin, 3-2a-1-2b-vraagzin

Slide 1 - Slide

Doelen
1)  Je kunt zinsdelen herkennen.
2)  Je kunt `zinnen met een
     scheidbaar werkwoord maken.

Slide 2 - Slide

Doel: je kunt zinsdelen herkennen.
Uitleg zinsdelen
Een hoofdzin bestaat uit zinsdelen. 
Een zinsdeel is één woord of
een groep woorden die bij elkaar horen



Slide 3 - Slide

Doel: je kunt zinsdelen herkennen.
Uitleg
De persoonsvorm (pv) is een zinsdeel.
Het onderwerp (ond) is ook een zinsdeel.
In een hoofdzin staan de persoonsvorm
en het onderwerp altijd naast elkaar.
In een hoofdzin komt de persoonsvorm
bijna altijd op de tweede plaats.

Slide 4 - Slide

Doel: Je kunt zinsdelen herkennen.
Uitleg
Het onderwerp = 1
De persoonsvorm van een scheidbaar werkwoord = 2a en 2b
Een ander zinsdeel = 3
Voorbeeld

Het meisje
drinkt
de thee
op.
1 onderwerp
2a persoonsvorm
3 ander zinsdeel
(wat)
2b persoonsvorm

Slide 5 - Slide

Doel: je kunt zinnen met een scheidbaar werkwoord maken.

Voorbeelden






Nu
maakt
de jongen
zijn huiswerk
af.
3 az (tijd)
2a pv
1 ond
3 az (wat)
2b pv
De jongen
maakt
nu
zijn huiswerk
af.
1 ond
2a pv
3 az (tijd)
3 az (wat)
2b pv

Slide 6 - Slide

Doel: je kunt zinnen met een scheidbaar werkwoord maken.

Voorbeelden






Wanneer
maakt
de jongen
zijn huiswerk
af?
3 az (tijd)
2a pv
1 ond
3 az (wat)
2b pv
Maakt
de jongen
nu
zijn huiswerk
af?
2a pv
1 ond
3 az (tijd)
3 az (wat)
2b pv

Slide 7 - Slide

Doel: je kunt 1-2-3-zinnen en 3-2-1-zinnen maken.
Opdracht
Maak 1-2a-3-2b-zinnen en 3-2a-1-2b-zinnen. 
Maak 2a-1-3-2b-vraagzinnen en 3-2a-1-2b-vraagzinnen.
Sleep de woorden naar de goede plaats.

Slide 8 - Slide

1 ond
2a pv
3 az
tijd
2b pv
staat
om 07.00 uur
op
De jongen

Slide 9 - Drag question

3 az tijd
2a pv
1 ond
2b pv
staat
om 7.30 uur
op
het meisje

Slide 10 - Drag question

2a pv
1 ond
3 az wat
3 az
manier
2b pv
heel precies
de leerling
na
zijn huiswerk
kijkt

Slide 11 - Drag question

3 az manier
2a pv
1 ond
3 az
wat
2b pv
zijn huiswerk
de leerling
na
hoe
kijkt

Slide 12 - Drag question

Vragen?
1) Je kunt zinsdelen herkennen.
2) Je kunt zinnen met een scheidbaar
      werkwoord maken.

Heb je nog vragen?

Slide 13 - Slide

Terugkijken naar de doelen
1) Je kunt zinsdelen herkennen.
2) Je kunt zinnen met een scheidbaar werkwoord maken.
Vraag
Wat is de volgorde in een zin met een scheidbaar werkwoord?
En in de vraagzin met een scheidbaar werkwoord?
Denk hier in stilte over na (halve minuut).

Slide 14 - Slide

Ik kan zinsdelen herkennen.
A
Ik heb nog hulp nodig.
B
Ik kan het goed.

Slide 15 - Quiz

Ik kan zinnen met een scheidbaar werkwoord maken.
A
Ik heb nog hulp nodig.
B
Ik kan het goed.

Slide 16 - Quiz