Oefening uitzonderingen regelmatige werkwoorden

Willkommen!
1 / 26
next
Slide 1: Slide
DuitsMiddelbare schoolvmbo tLeerjaar 2

This lesson contains 26 slides, with interactive quizzes and text slides.

Items in this lesson

Willkommen!

Slide 1 - Slide

Das Programm für Heute
- Herhaling 
-Regelmatige werkwoorden 'de uitzonderingen'
- Het voltooid deelwoord
- Spreekopdracht 'Mein Wochenende'


Slide 2 - Slide

Slide 3 - Slide

Doelen


Ik weet wat regelmatige werkwoorden zijn

-Ik kan regelmatige werkwoorden vervoegen

-Ik ken de twee uitzonderingen. 

- Ik kan een voltooid deelwoord maken.

Slide 4 - Slide

Wat is de stam van een werkwoord (in het Duits)?
A
de ik vorm
B
de hij vorm
C
het hele werkwoord -n
D
het hele werkwoord -en

Slide 5 - Quiz

Regelmatige werkwoorden
Vervoegen van het werkwoord door eerst de stam op te schrijven. De stam is het hele werkwoord - en of - n.
Voorbeeld: 
wohnen = wohn
kaufen = kauf
reisen = reis 

Slide 6 - Slide

Regelmatige werkwoorden: uitgangen
werkwoord: wohnen, stam:wohn
ich wohn e
du wohn st
er/sie es wohn t
wir wohn en
ihr wohn t
sie wohn en
Sie wohn en


Slide 7 - Slide

Regelmatige werkwoorden: uitgangen
werkwoord: kaufen, stam: kauf
ich kauf e
du kauf st
er/sie es kauf t
wir kauf en
ihr kauf t
sie kauf en
Sie kauf en


Slide 8 - Slide

du (kaufen).
A
kaufet
B
kaufe
C
kaufen
D
kaufst

Slide 9 - Quiz

ihr (machen)
A
machen
B
machst
C
macht
D
machet

Slide 10 - Quiz

Vervoeg de werkwoorden tussen de haakjes:
Du (besuchen) die Oma.
A
besucht
B
besuchst
C
besuchen
D
besuche

Slide 11 - Quiz

Vervoeg de werkwoorden tussen de haakjes:
Meine Eltern (kommen) Morgen.
A
kommen
B
kommt
C
bekommst
D
komme

Slide 12 - Quiz

Uitzonderingen 

Slide 13 - Slide

Werkwoorden met stam op d/t (n/m)


arbeiten


melden


rechnen
ich
arbeit -e
meld - e
rechn - e
du
arbeit -  est
meld - est 
rechn - est
er/sie/es
arbeit - et
meld - et
rechn - et
wir
arbeit - en
meld - en
rechn - en
ihr
arbeit - et
meld - et 
rechn - et
sie/Sie
arbeit- en
meld - en
rechn - en
!!!
ge - arbeit - et
ge - meld - et
ge - rechn - et

Slide 14 - Slide

Regelmatige werkwoorden: uitgangen met 
- d  of -t
werkwoord: antworten, stam:antwort-
ich antworte
du antwortest
er/sie es antwortet
wir antworten
ihr antwortet
sie antworten
Sie antworten


Slide 15 - Slide

Vervoeg de werkwoorden tussen de haakjes:
Er(retten) das Kind
A
rette
B
rettet
C
rette
D
retten

Slide 16 - Quiz

Vervoeg de werkwoorden tussen de haakjes:
Das Flugzeug(landen) zu spät
A
land
B
landt
C
landen
D
landet

Slide 17 - Quiz

Werkwoorden met stam op n/m
öffnen
zeichnen
rechnen
regnen
atmen

Slide 18 - Slide

Regelmatige werkwoorden: voltooid deelwoord
ge + stam + t                                   wohnen 

                                                       stam = wohn

                                                   wohnen - gewohnt

Uitzondering: - ieren
trainiert

Slide 19 - Slide

Bij welke vormen moet je bij werkwoorden op m/n opletten?
A
ich, du, er/sie/es/man
B
du, er/sie/es/man
C
du, er/sie/es/man, ihr
D
ich, du, ihr

Slide 20 - Quiz

Hoe maak ik het voltooid deelwoorden van werkwoorden met een stam op m/n met een medeklinker ervoor?
A
ge + stam + t
B
ge + stam + et

Slide 21 - Quiz

Als de stam van een werkwoord eindigt op een medeklinker + m/n of b/p, wordt er bij de uitgangen van du, er/sie/es en ihr...
A
een extra -i ingelast.
B
het i weggelaten.
C
een extra -e ingelast.
D
een -s toegevoegd.

Slide 22 - Quiz

Doelen


Ik weet wat regelmatige werkwoorden zijn

-Ik kan regelmatige werkwoorden vervoegen

-Ik ken de twee uitzonderingen. 

- Ik kan een voltooid deelwoord maken.

Slide 23 - Slide

Doelen behaald?
A
:D
B
:)
C
:|
D
:'(

Slide 24 - Quiz

Was machst du jetzt?
Als je klaar bent ga je naar de Duits planner en leer je de woordjes & grammatica voor deze week.

Je kunt ook memrise gebruiken.

Slide 25 - Slide

Slide 26 - Slide