What is LessonUp
Search
Channels
Log in
Register
‹
Return to search
NK, Kapitel 4, les 6, week 8
Willkommen, heute ist Donnerstag
der 22. Februar 2024
1 / 36
next
Slide 1:
Slide
Duits
Middelbare school
mavo, havo
Leerjaar 1,2
This lesson contains
36 slides
, with
interactive quizzes
and
text slides
.
Lesson duration is:
60 min
Start lesson
Save
Share
Print lesson
Items in this lesson
Willkommen, heute ist Donnerstag
der 22. Februar 2024
Slide 1 - Slide
Lernziel(e)
1. Kun je regelmatige werkwoorden in de tegenwoordige tijd vervoegen.
2. Kun je het voltooid deelwoord vormen en weet je welke 2 uitzonderingen er zijn.
3. Kun je de vragen van een Kurzgeschichte beantwoorden.
Slide 2 - Slide
Programma:
Deel 1:
* Huiswerk nakijken
* Ga je zelfstandig aan het werk
Deel 2:
* Sprachmittel
* zelfstandig aan het werk
Slide 3 - Slide
Was haben wir in der letzten Stunde gemacht?
Was haben wir in der letzten Stunde gemacht?
Slide 4 - Slide
Welk ezelsbruggetje kan je gebruiken bij de uitgangen van het werkwoord
A
Partytent
B
feesttenten
C
circustent
D
feestenten
Slide 5 - Quiz
ich (spielen)
A
spielt
B
spiele
C
spielen
D
gespielt
Slide 6 - Quiz
Vervoeg de werkwoorden tussen de haakjes:
Ich (hören) gerne Musik.
A
hort
B
höre
C
horst
D
horen
Slide 7 - Quiz
Vervoeg de werkwoorden tussen de haakjes:
Du (besuchen) die Oma.
A
besucht
B
besuchst
C
besuchen
D
besuche
Slide 8 - Quiz
Oefen nu zelf en kijk of je het snapt:
vertaal 'hij speelt'
spielen (= spelen)
A
er spielt
B
er spielst
C
du spielst
D
du spielt
Slide 9 - Quiz
Welke twee vervoegingsvormen hebben het hele werkwoord?
A
er/sie/es + wir
B
ich + wir
C
er/sie/es + ihr
D
wir + sie/Sie
Slide 10 - Quiz
Vertaal:
jullie kopen
kaufen (= kopen)
A
ihr kauft
B
sie kauft
C
er kauft
D
du kauft
Slide 11 - Quiz
Wat is het voltooid deelwoord van 'kaufen'?
A
gekaufen
B
gekauft
C
gekauftet
D
gekaufd
Slide 12 - Quiz
Vervoeg : gehen
Thomas ______ heute nicht zur Schule.
A
gehe
B
gehen
C
geht
D
gehst
Slide 13 - Quiz
Vervoeg: kaufen
Ich ..... mir neue Schuhe.
A
kaufe
B
kauf
C
kauft
D
kaufst
Slide 14 - Quiz
Vervoeg: kommen
Herr Müller, ...... Sie morgen auch?
A
kommt
B
komme
C
kommen
D
kommst
Slide 15 - Quiz
Vervoeg: studieren
Stijn ..... jeden Tag für Deutsch.
A
studieren
B
studiert
C
studierst
D
studier
Slide 16 - Quiz
Wat is het voltooid deelwoord van :
studieren?
Slide 17 - Open question
Ik kan regelmatige werkwoorden in de juiste vorm zetten
A
Ja
B
Ik snap het, maar moet nog een beetje oefenen
C
Ja, natürlich! Ist ja super einfach!
D
Ik snap het nog niet
Slide 18 - Quiz
Hoe vorm ik de stam van een werkwoord?
Slide 19 - Slide
Regelmatige werkwoorden
Vervoegen van het werkwoord doe je door eerst de stam op te schrijven.
Wat is de stam van een werkwoord?
De stam is het hele werkwoord - en of - n
Slide 20 - Slide
Regelmatige werkwoorden: uitgangen
werkwoord: wohnen
stam: wohn
ich wohn
e
du wohn
st
er/sie es wohn
t
wir wohn
en
ihr wohn
t
sie wohn
en
Sie wohn
en
Slide 21 - Slide
Ezelsbruggetje
Achter de stam van het werkwoord komt de uitgang.
Dit zijn de volgende letters:
(FE)
E - ST - T - EN - T - EN
Slide 22 - Slide
Regelmatige werkwoorden: uitgangen
werkwoord: kaufen (kopen), stam: kauf
ich kauf
e
du kauf
st
er/sie es kauf
t
wir kauf
en
ihr kauf
t
sie kauf
en
Sie kauf
en
Slide 23 - Slide
Wat is een voltooid deelwoord?
Slide 24 - Slide
Hoe vorm je deze in het Duits?
GE + STAM + T
Slide 25 - Slide
Uitzonderingen
1. Werkwoorden op -
ieren = STAM+T
Voorbeeld
fotografieren -> fotografiert
Slide 26 - Slide
Uitzonderingen
2. Werkwoorden met
be
-
of
ver
- =
STAM+T
Voorbeeld
:
versorgen -> versorgt
besuchen -> besucht
Slide 27 - Slide
HUISWERK nakijken
Leren grammatica
Maken E, Aufgabe 23, 24 en 25, 28
Slide 28 - Slide
An die Arbeit
1. Maak van Wiederholung
Aufgabe 4 + 5 + 6 + 7
Aufgabe 9 + 10
2. Ben je klaar? Ga slim stampen -> Grammatik
Slide 29 - Slide
Hoe maken we 26?
1. Schrijf in je schrift wat het voltooid deelwoord is.
2. Spreek de zinnen uit en corrigeer elkaar.
Slide 30 - Slide
Deel 2 Sprachmittel
Slide 31 - Slide
1. Maak van Wiederholung online
Aufgabe 4 + 5 + 6 + 7
Aufgabe 9 + 10
2. Ben je klaar? Werk aan de opdrachten van de Kurzgeschichte.
Nu gaan we zelfstandig werken!
Slide 32 - Slide
Hausaufgaben
1. Maak van Wiederholung
Aufgabe 4 + 5 + 6 + 7
Aufgabe 9 + 10
2. Ben je klaar? Werk aan de opdrachten van de Kurzgeschichte.
Slide 33 - Slide
Kijk nu terug naar de lesdoelen:
1. Kun je regelmatige werkwoorden in de tegenwoordige tijd vervoegen.
2. Kun je het voltooid deelwoord vormen en weet je welke 2 uitzonderingen er zijn.
3. Kun je de vragen van een Kurzgeschichte beantwoorden.
Slide 34 - Slide
Hausaufgaben für nächste Woche, Kapitel 3
1. Leren: werkwoorden
haben / sein
zwakke werkwoorden tegenwoordige tijd
leren Wörterliste A, S. 41
2. Maken van Kap. 3:
3.3 t/m 3.6, 4.3, 5.2, 6.4, 8.2 , 19.4
Slide 35 - Slide
Slide 36 - Slide
More lessons like this
NK, Kapitel 4, les 4 + 5, week 6
January 2024
- Lesson with
36 slides
Duits
Middelbare school
mavo, havo
Leerjaar 1,2
NK, Kapitel 4, les 2, week 6
January 2024
- Lesson with
22 slides
Duits
Middelbare school
mavo, havo
Leerjaar 1,2
2H les 2 Regelmatige ww vervoegen
August 2021
- Lesson with
25 slides
Duits
Middelbare school
vmbo t
Leerjaar 2
Oefening uitzonderingen regelmatige werkwoorden
September 2022
- Lesson with
26 slides
Duits
Middelbare school
vmbo t
Leerjaar 2
Periode 2 les 3 uitzonderingen regelmatige werkwoorden
December 2022
- Lesson with
27 slides
Duits
Middelbare school
vmbo t
Leerjaar 2
Woche 9 les 1 herhaling ww
October 2024
- Lesson with
27 slides
Duits
Middelbare school
vmbo t
Leerjaar 2
2H les 2 Regelmatige ww vervoegen
September 2022
- Lesson with
35 slides
Duits
Middelbare school
vmbo t
Leerjaar 2
Wiederholung regelmatige werkwoorden
October 2022
- Lesson with
38 slides
Duits
Middelbare school
vmbo k, t
Leerjaar 2