het aanwijzend voornaamwoord

het aanwijzend voornaamwoord
die, deze, dit of dat vertaal je met ce, cet, cette of ces.
welk woord je gebruikt hangt af van het zelfstandig naamwoord waarbij het hoort.
1 / 13
next
Slide 1: Slide
FransMiddelbare schoolvmbo tLeerjaar 3

This lesson contains 13 slides, with interactive quizzes and text slides.

Items in this lesson

het aanwijzend voornaamwoord
die, deze, dit of dat vertaal je met ce, cet, cette of ces.
welk woord je gebruikt hangt af van het zelfstandig naamwoord waarbij het hoort.

Slide 1 - Slide

enkelvoud


mannelijk.    ce
mannelijk met h of klinker      cet
vrouwelijk  cette
meervoud

ce = ces
cet = ces
cette= ces

Slide 2 - Slide

voorbeelden
Vind je die stijl leuk?    Tu aimes ce style?
Deze man draagt een trui.  Cet homme porte un pull.
Ik vind dat merk leuker.  Je préfére cette manque
ik koop deze modellen.  j'achète ces modèles.

Slide 3 - Slide

Deze hond is lief.

........... chien est adorable
A
ce
B
cet
C
cette
D
ces

Slide 4 - Quiz

Deze ringen zijn groot.

.......... anneaux sont grands


A
ce
B
cet
C
cette
D
ces

Slide 5 - Quiz

Wil jij dit boek?

veux-tu...... livre?
A
ces
B
cet
C
ce
D
cette

Slide 6 - Quiz

Die kinderen zijn stout.

............ enfants sont méchants
A
ces
B
cet
C
ce
D
cette

Slide 7 - Quiz

Ik vind deze broek niet mooi.

je n'aime pas ....... pantalon
A
ces
B
cet
C
ce
D
cette

Slide 8 - Quiz

Wil jij dat ijsje?

Voulez-vous ........ glace
A
ces
B
cet
C
ce
D
cette

Slide 9 - Quiz

Dat hotel is goed.

............hôtel est bien
A
ces
B
cet
C
ce
D
cette

Slide 10 - Quiz

Ik wil dat snoepje.

je veux ...... bonbon
A
ces
B
cet
C
ce
D
cette

Slide 11 - Quiz

Zij pakt die tassen.

Elle prend....... sacs
A
ces
B
cet
C
cette
D
ce

Slide 12 - Quiz

Deze auto is blauw.

.............. voiture est bleue
A
ces
B
cet
C
cette
D
ce

Slide 13 - Quiz