Formatieve evaluatie zinsdelen - wwg, o, lv, mv, bwb

• Nederlands
• Middelbare school
• havo, vwo
• Leerjaar 1

Leerdoelen

Zinsdelen:

1. Ik kan het werkwoordelijk gezegde in een zin vinden
2. Ik kan het onderwerp in een zin vinden
3. Ik kan het lijdend voorwerp in een zin vinden
4. Ik kan het meewerkend voorwerp in een zin vinden
5. Ik kan de bijwoordelijke bepaling(en) in een zin vinden

Wat is het wwg?
Onze buren zijn naar Amsterdam verhuisd.

1. Zijn
2. Verhuisd
3. Zijn verhuisd
4. Zijn naar Amsterdam verhuisd

Wat is het wwg?
Mijn zus zit de hele avond te appen.

1. Zit
2. Appen
3. Zit appen
4. Zit te appen

Wat is het wwg?
De winkelier is het rolluik vergeten te sluiten.

Beheers je het leerdoel 'Ik kan het wwg in een zin vinden'? Als jet het nog lastig vindt, kun je de uitlegvideo in de volgende slide bekijken.

😒🙁😐🙂😃

Checkvraag. Wat is het wwg?
Het meisje laat haar lange haren knippen.

1. Laat
2. Knippen
3. Laat haar haren knippen
4. Laat knippen

Wat is het onderwerp?
De kat van de buren is weggelopen.

1. De kat
2. De kat van de buren
3. De buren

Wat is het onderwerp?
In de tuin staat een mooie appelboom in bloei.

1. In de tuin
2. De tuin
3. Appelboom
4. Een mooie appelboom

Wat is het onderwerp?
De vader geeft zijn baby een flesje melk.

Beheers je het leerdoel 'Ik kan het onderwerp in een zin vinden'? Als jet het nog lastig vindt, kun je de uitlegvideo in de volgende slide bekijken.

😒🙁😐🙂😃

Checkvraag. Wat is het onderwerp?
In het stadspark is een robotmaaier aan het werk.

1. In het stadspark
2. Het werk
3. Een robotmaaier

Wat is het lijdend voorwerp?
Die jongen zit de hele dag op zijn iPad.

1. Die jongen
2. De hele dag
3. Op zijn iPad
4. Er staat geen lv in

Wat is het lijdend voorwerp?
Waarom heb jij een pizza mee naar school genomen?

1. Jij
2. Een pizza
3. Mee naar school
4. Er staat geen lv in

Beheers je het leerdoel 'Ik kan het lijdend in een zin vinden'? Als je het nog lastig vindt, kun je de uitlegvideo in de volgende slide bekijken.

😒🙁😐🙂😃

Checkvraag. Wat is het lv?
De docent geeft de klas een compliment.

Wat is het meewerkend voorwerp?
Het baasje geeft zijn hond een snoepje.

1. Het baasje
2. Een snoepje
3. Zijn hond

Wat is het meewerkend voorwerp?
Hij staat voor de ingang te wachten.

1. Hij
2. Voor de ingang
3. Er staat geen mv in

Wat is het meewerkend voorwerp?
Ik heb bij de bloemist een bosje bloemen voor mijn moeder gekocht.

1. De bloemist
2. Voor mijn moeder
3. Een bosje bloemen

Beheers je het leerdoel 'Ik kan het meewerkend in een zin vinden'? Als je het nog lastig vindt, kun je de uitlegvideo in de volgende slide bekijken.

😒🙁😐🙂😃

Checkvraag. Wat is het mv?
De docent geeft de klas een compliment.

Wat is de bijwoordelijke bepaling?
De leerlingen zetten de stoelen op tafel.

1. De leerlingen
2. Op tafel
3. De stoelen

Wat is de bijwoordelijke bepaling?
Mijn moeder bewaart lekkere chocolade in het keukenkastje.

1. Mijn moeder
2. Lekkere chocolade
3. In het keukenkastje
4. Er staat geen bwb in

Beheers je het leerdoel 'Ik kan de bijwoordelijke bepaling(en) in een zin vinden'? Als je het nog lastig vindt, kun je de uitlegvideo in de volgende slide bekijken.

😒🙁😐🙂😃

Checkvraag. Wat is de bijwoordelijke bepaling(en)?
Ik heb soms geen zin naar school te gaan.

Laat weten aan welk(e) leerdoel(en) jij nog wilt werken!

Heb je nog leerdoelen waaraan je wilt werken?

Je kunt hierna de slide aanklikken met het leerdoel waaraan je wilt werken. Je wordt dan naar een oefensite gelinkt. Succes!

www.jufmelis.nl

www.jufmelis.nl

www.jufmelis.nl

www.jufmelis.nl

www.jufmelis.nl

www.jufmelis.nl

www.jufmelis.nl