Je werkt in een groepje van 3 leerlingen. Je leest de tekst en maakt samen de opdrachten. Iedereen in de groep heeft een eigen taak.
1. Ga zitten in je groepje. Schuif tafels tegen elkaar aan.
2. Bespreek kort met elkaar: taakverdeling
3. Lees samen de tekst: moeilijke woorden onderstreep je, vragen/onduidelijkheden noteer je in de kantlijn. Markeer signaalwoorden.
4. Maak de opdrachten --> iedereen noteert de antwoorden op zijn/haar eigen blad.
Iedereen levert dus zijn/haar bijdrage in de groep. Iedereen is verantwoordelijk.