2th - les 13 Thema C2 + oefentoets leesvaardigheid

2th - les 13 Thema C2 + oefenen toets leesvaardigheid
1 / 18
next
Slide 1: Slide
NederlandsMiddelbare schoolhavoLeerjaar 2

This lesson contains 18 slides, with text slides.

time-iconLesson duration is: 80 min

Items in this lesson

2th - les 13 Thema C2 + oefenen toets leesvaardigheid

Slide 1 - Slide

Huiswerk gemaakt?
Grammatica blz 212: 1 tot en met 5
Recensie lezen blz 173: 1 en 2

Slide 2 - Slide

Welkom - 2 havo

Slide 3 - Slide

Doelen
Lezen in een boek 


Kijken en luisteren

4) Mening beoordelen


Lezen
3) Tekstverbanden en signaalwoorden
4) Feit, mening en argument

Slide 4 - Slide

Lezen zoals altijd
timer
15:00

Slide 5 - Slide

Kijken
Een mening beoordelen

blz 160

Slide 6 - Slide

Mening op waarde schatten
Door wie wordt er iets gezegd en waarom wordt er iets gezegd?

- Wie geeft de mening? (Deskundig?)
- Heeft de spreker belang bij het onderwerp? (weglaten, feiten die passen, volgorde)
- Inhoud (Goed onderbouwt? Duidelijk?)

Slide 7 - Slide

Kunst
1. Kunst is voor de rijken.
2. Als iets in een museum hangt, is het kunst.
3. Kunst geeft zin aan het leven.

opdracht 1 - blz 160

Mening + argument

Slide 8 - Slide

Kunstwerk in Rotterdam (3)
wethouder
stadsbestuur
inwoner 1
inwoner 2
inwoner 3
inwoner 4
Jeroen Everaert
Dido Geluk

Slide 9 - Slide

Leesvaardigheid periode 2
Let op: Meer dan lezen $2 gaat ook over Tekstverbanden en signaalwoorden

3) Tekstverbanden en signaalwoorden
4) Feit, mening en argumenten

Slide 10 - Slide

Tekstverbanden en signaalwoorden
Doel - middelverband

oorzakelijk verband

samenvattend verband

vergelijkend verband

Slide 11 - Slide

Tekstverbanden en signaalwoorden
chronologisch verband

concluderend verband

opsommend verband

tegenstellend verband

toelichtend verband
HERHALING!

Slide 12 - Slide

Feit, mening en argument
Feit: Controleren of het waar/onwaar is

Mening/standpunt: Wat iemand ergens van vindt.

Argument: Een reden (waarom je iets vindt)

Slide 13 - Slide

Feit
De deur van het lokaal is dicht.

De tafels staan naast elkaar.

Iedereen doet goed mee.

Je kunt het controleren. Het is waar/onwaar.

Slide 14 - Slide

Mening
Ik vond het fantastisch.

Het is verschrikkelijk.

Signaalwoorden: ik vind, volgens mij, lijkt mij, daarom, dan ook, dus, er moet, er zou moeten, we zouden moeten.

Wat iemand van iets vindt.

Slide 15 - Slide

Argument
Je moet nu niet meer kletsen, omdat je straks het begrip moet kennen.

Probeer de signaalwoorden te onthouden, zodat je de argumenten uit een tekst kunt halen.

Signaalwoorden: want, omdat, immers, namelijk

Een reden, waarom iemand iets vindt.

Slide 16 - Slide

Aan de slag
De brug meestromen Lezen $3: opdracht 1, 2, 3
De brug meestromen Lezen $4: opdracht 3 en 4

Slide 17 - Slide

Huiswerk
Leesvaardigheid TOETS vrijdag 19 januari!

Slide 18 - Slide