Ook werkwoordsvormen kunnen als bijvoeglijk naamwoord gebruikt worden
het tegenwoordig deelwoord + -e:lachende leerlingen – pratende docenten.
• De infinitief met te als bijvoeglijk naamwoord:
de te spelen wedstrijd – het te vieren feest.
• Het voltooid deelwoord als bijvoeglijk naamwoord:
de gezochte man; de uitgereikte medaille; het bezette pand; de gewonnen wedstrijd
De vuistregel hierbij is: schrijf het voltooid deelwoord zo kort mogelijk.
Let op: bezette en gewonnen worden met een dubbele letter geschreven vanwege de uitspraak.