H Unit 3 New York Lesson 4B Reading 2022

How are you today?
😒🙁😐🙂😃
1 / 21
next
Slide 1: Poll
EngelsMiddelbare schoolmavoLeerjaar 1

This lesson contains 21 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 40 min

Items in this lesson

How are you today?
😒🙁😐🙂😃

Slide 1 - Poll

Today
1. Welcome & lesson goals (5 minutes)
2. Trial and error (5 minutes)
3. Grammar: the present continuous (10 minutes)
4. Work to do (15 minutes)
5. Words (5 minutes)
6. End of Lesson & Homework

Slide 2 - Slide

1. Lesson goals
Students can understand a short text with the help of pictures.

Students know how to use the present continuous.

Slide 3 - Slide

Slide 4 - Slide

Ik ben aan het lopen.
(vertaal naar het Engels)

Slide 5 - Open question

Hij is aan het praten.
(vertaal naar het Engels)

Slide 6 - Open question

Wij zijn aan het zingen.
(vertaal naar het Engels)

Slide 7 - Open question

Evy is aan het zingen.
(vertaal naar het Engels)

Slide 8 - Open question

3. Present Continuous
gebruik je als je wilt zeggen dat het NU aan de gang is. 

In het Nederlands zeggen we dan vaak 'aan het....' of 'zit(ten) te...

He is walking. = Hij is aan het lopen.
I am driving = Ik ben aan het autorijden.

Slide 9 - Slide

Learn by 

AM                                                   
IS         +   werkwoord + -ing
ARE                                                  

Slide 10 - Slide

Slide 11 - Slide

Zin negatief maken? -> not
I am not walking. 

We aren't walking.

Slide 12 - Slide

Ben je aan het rennen?

Slide 13 - Open question

Vraagzin?
Begin de zin met AM / IS / ARE

Are you listening to me?
Is he gaming during this English class?
Are the girls dancing during at this moment?

Slide 14 - Slide

Spelling alarm! (see page 133)
  1. Woorden die eindigen op -e
    live -> living           move-> moving
  2. Woorden die eindigen op -ie
    lie -> lying             die -> dying.
  3. Soms verdubbelt laatste letter van het woord. Meestal korte woorden die eindigen op één klinker + medeklinker
    get -> getting         swim-> swimming             travel->travelling  


Slide 15 - Slide

dus.. 
stel dat ik je 's  nachts wakker maak en vraag...



dan zeg je......
HOE MAAK JE DE PRESENT CONTINUOUS???

Slide 16 - Slide

AM / IS / ARE  + HET WERKWOORD + -ing

Slide 17 - Slide

4. Work to do!


Par. 3.4 Exercise (1-2)
6, 7a, 3, 4 & 5 (p.115, 113-114)


Ready? Write an email to a friend in New York (50 words)

Slide 18 - Slide

5. Words

Slide 19 - Slide

6. Homework
Learn the words of page 132 from CLOSE TO to ZIEKENHUIS. 
Learn the grammar of page 133.
Repeat words page 129.
(Finish Par. 3.4 exercise 1-7a)

Slide 20 - Slide

What did you learn today?

Slide 21 - Open question