H5 + H6 Herhaling Grammatica

Vak: Nederlands
Hoofdstuk: Herhaling grammatica H5 + H6
1.
Lesopening
2.
Lesdoel + Leergebiedoverstijgende doelen
3.
Arrangementen + mini-check
4. 
Instructie
5.
Begeleid inoefenen
6. 
Zelfstandig werken
7.
Evaluatie
1 / 23
next
Slide 1: Slide
NederlandsMiddelbare schoolvmbo kLeerjaar 2

This lesson contains 23 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 45 min

Items in this lesson

Vak: Nederlands
Hoofdstuk: Herhaling grammatica H5 + H6
1.
Lesopening
2.
Lesdoel + Leergebiedoverstijgende doelen
3.
Arrangementen + mini-check
4. 
Instructie
5.
Begeleid inoefenen
6. 
Zelfstandig werken
7.
Evaluatie

Slide 1 - Slide

This item has no instructions

1. Lesopening
Pak je boek van Nederlands en laat deze nog dicht op tafel liggen.

Huiswerk controle: 
6.6 opdracht 9 t/m 10

Slide 2 - Slide

This item has no instructions

2. Lesdoel + Leergebiedoverstijgende doelen
Aan het eind van deze les:
- heb je de grammatica van hoofdstuk 5 en 6 herhaald. 

Leergebiedoverstijgende doelen:
Ervaringen delen
- Je laat een ander uit praten wanneer hij/zij aan het woord is.
- Je stelt vragen aan een ander om belangstelling te tonen. 

Slide 3 - Slide

This item has no instructions

3. Arrangementen + Mini-check
Verdiept (een 8 of hoger): Niemand

Iedereen doet mee met de herhaling

Slide 4 - Slide

This item has no instructions

Verdeel de volgende zin in zinsdelen. Gebruik voor de zinsdelen een /

Zij hebben energie overgehouden voor slechtere tijden.

Slide 5 - Open question

This item has no instructions

Verdeel de volgende zin in zinsdelen. Gebruik voor de zinsdelen een /

Na schooltijd ga ik altijd met mijn vrienden voetballen op het schoolplein.

Slide 6 - Open question

This item has no instructions

Welke vragen kun je stellen voor de bijwoordelijke bepaling te vinden?

Slide 7 - Mind map

Waar, wanneer, waardoor, waarmee, waarnaar, hoe, hoeveel
Wat is de persoonsvorm en het werkwoordelijk gezegde in deze zin?
Geef zo antwoord: pv = ... wwg = ...

Op zaterdagmiddag ga ik samen met mijn partner naar dansles.


Slide 8 - Open question

This item has no instructions

Hoe noem je het zinsdeel in hoofdletters?

MIJN ZUSJE gaat om de week logeren bij een vriendinnetje.
A
Persoonsvorm
B
Lijdend voorwerp
C
Onderwerp
D
Meewerkend voorwerp

Slide 9 - Quiz

This item has no instructions

Hoe noem je het zinsdeel in hoofdletters?

Later koopt mijn tante gelukkig EEN NIEUWE HOND.
A
Persoonsvorm
B
Lijdend voorwerp
C
Onderwerp
D
Meewerkend voorwerp

Slide 10 - Quiz

This item has no instructions

Hieronder is een zin in zinsdelen verdeeld. Deze moeten nog benoemd worden. Sleep de zinsdelen naar de juiste plek.
pv/wwg
ond
lv
mv
bwb
De plantjes / kregen / water / van mijn moeder.

De plantjes
kregen
water
van mijn moeder

Slide 11 - Drag question

This item has no instructions

Hieronder is een zin in zinsdelen verdeeld. Deze moeten nog benoemd worden. Sleep de zinsdelen naar de juiste plek.
pv/wwg
ond
lv
mv
bwb
Dat broodje / geef / ik / aan mijn zus.
Dat broodje
geef
ik
aan mijn zus

Slide 12 - Drag question

This item has no instructions

Wat voor een soort woord is het woord hieronder in hoofdletters?

een ZILVERACHTIG spoor

A
lidwoord
B
bijvoeglijk naamwoord
C
werkwoord
D
zelfstandig naamwoord

Slide 13 - Quiz

This item has no instructions

Wat voor een soort woord is het woord hieronder?

Jaimie

A
persoonlijk voornaamwoord
B
bezittelijk voornaamwoord
C
werkwoord
D
zelfstandig naamwoord

Slide 14 - Quiz

This item has no instructions

Wat voor een soort woord is het woord hieronder in hoofdletters? ?

Hij liet ZICH nogal meeslepen in het gedrag van Stefan.

A
persoonlijk voornaamwoord
B
bezittelijk voornaamwoord
C
wederkerend voornaamwoord
D
wederkerig voornaamwoord

Slide 15 - Quiz

This item has no instructions

Wat voor een soort woord is het woord hieronder in hoofdletters? ?

Zij hebben ruzie met ELKAAR.
A
persoonlijk voornaamwoord
B
bezittelijk voornaamwoord
C
wederkerend voornaamwoord
D
wederkerig voornaamwoord

Slide 16 - Quiz

This item has no instructions

Geef een voorbeeld van een bezittelijk voornaamwoord.

Slide 17 - Open question

This item has no instructions

Vul het juiste persoonlijk voornaamwoord in op de lege plek in de zin:
... geeft zich op voor de marathon.

Slide 18 - Open question

This item has no instructions

Je gaat woordsoorten benoemen. Zet de woorden op de juiste plek in het tabel.
ww
lw
znw
bnw
vz
pers. vnw
bez. vnw
De
hond
rent
over
het
gras
in
mijn
tuin
nieuwe

Slide 19 - Drag question

This item has no instructions

Je gaat woordsoorten benoemen. Zet de woorden op de juiste plek in het tabel.
ww
lw
znw
bnw
vz
pers. vnw
bez. vnw
Ik
moet
de
haren
van
jouw
hond
kammen
zwarte

Slide 20 - Drag question

This item has no instructions

6. Zelfstandig werken
Je gaat het werkblad maken. 



Ben je klaar? 
Dan kijk je het werk na. 
Daarna ga je in stilte lezen of leren voor het SO van Nederlands. 



timer
1:00

Slide 21 - Slide

This item has no instructions

7. Evaluatie
Hoe ging de les?
Zijn er nog dingen die je lastig vindt?

- heb je de grammatica van hoofdstuk 5 en 6 herhaald?

 

Slide 22 - Slide

This item has no instructions

Huiswerk
Maandag 23 mei
Werkbladen grammatica

Neem je boeken mee naar huis om te leren voor het SO! 

Slide 23 - Slide

This item has no instructions