What is LessonUp
Search
Channels
Log in
Register
‹
Return to search
WOORDENSCHAT OEFENEN M8
Weet jij wat het tegenovergestelde van het woord 'orde' betekent.
Er heerst orde in de klas.
voorbeeld: Er heerst chaos in de klas.
A
onorde
B
wanorde
C
disorde
D
antiorde
1 / 17
next
Slide 1:
Quiz
Woordenschat
Basisschool
Groep 7,8
This lesson contains
17 slides
, with
interactive quizzes
.
Lesson duration is:
30 min
Start lesson
Save
Share
Print lesson
Items in this lesson
Weet jij wat het tegenovergestelde van het woord 'orde' betekent.
Er heerst orde in de klas.
voorbeeld: Er heerst chaos in de klas.
A
onorde
B
wanorde
C
disorde
D
antiorde
Slide 1 - Quiz
Een pop die door touwtes wordt bewogen noem je een .... ?
Slide 2 - Open question
Koeien zijn kuddedieren.
Wat betekent kuddedier?
A
volgzame dieren
B
waakzame dieren
C
zwijgzame dieren
D
eenzame dieren
Slide 3 - Quiz
Ajax heeft een mooi embleem voor hun club.
Wat is een embleem?
A
een logo
B
een sticker
C
een vaandel
Slide 4 - Quiz
De bult op mijn hoofd is aan het slinken.
Wat is slinken?
A
jeuken
B
krimpen
C
steken
Slide 5 - Quiz
Welk woord moet op de streep staan
Juf is bang voor spinnen.
Binnenkort wordt zij behandeld voor haar ------- .
A
fobie
B
fortuin
C
focus
Slide 6 - Quiz
Welk woord moet op de streep staan
Op die grond is al jaren niet gebouwd.
Het is een ------- terrein.
A
braakliggend
B
krakkemikkig
C
prikkelbaar
Slide 7 - Quiz
Welk woord moet op de streep staan
Die bekende man heeft veel mensen opgelicht.
In de krant was veel aandacht voor het ------- .
A
projectiel
B
speerpunt
C
schandaal
Slide 8 - Quiz
Wat is een
veerman
?
A
iemand die bij een bank werkt
B
iemand die in een hotel werkt
C
iemand die op een pont werkt
Slide 9 - Quiz
Wat is
bedeesd
?
A
eigenwijs
B
verlegen
C
gespannen
Slide 10 - Quiz
Wat is een
een handvol
?
A
een kaal oppervlak
B
een klein aantal
C
een korte afstand
Slide 11 - Quiz
Wat past het best bij een
een overweging
?
A
foppen
B
peinzen
C
zenden
Slide 12 - Quiz
Wat past het best bij
aanspannen
?
A
spieren
B
botten
C
organen
Slide 13 - Quiz
woordenschat
Wat betekent belemmeren?
A
verhinderen
B
zeuren
C
remmen
D
jaloers zijn
Slide 14 - Quiz
Wat is een synoniem voor "realistisch"?
A
vreemd
B
echt
C
sterk
D
anders
Slide 15 - Quiz
woordenschat
Wat is een ander woord voor "kosteloos"?
A
eenvoudig
B
gratis
C
snel
D
zonder
Slide 16 - Quiz
create.kahoot.it
Slide 17 - Link
More lessons like this
Cito woordenschat 7/8
January 2024
- Lesson with
33 slides
Woordenschat
Basisschool
Groep 7,8
Woordenschat thema verdwalen
April 2024
- Lesson with
13 slides
Nederlands
Lager onderwijs
Kidsweek woordenschat week 5 A + B + C
April 2024
- Lesson with
16 slides
Woordenschat
Lager onderwijs
Woordenschat Alles Apart D hoofdstuk 5
December 2023
- Lesson with
20 slides
Nederlands
Basisschool
Groep 7,8
5. Gevoelswaarde van woorden
October 2023
- Lesson with
19 slides
Nederlands
Secundair onderwijs
Zesde leerjaar: taal: woordenschat thema 3
December 2022
- Lesson with
26 slides
Taal
Lager onderwijs
V3 Woordenschat H5 en H6
March 2020
- Lesson with
30 slides
Nederlands
Secondary Education
Genietend lezen les 40
August 2022
- Lesson with
15 slides
Nederlands
Secundair onderwijs