V4 erfelijkheid 5.3 monohybride kruising en stamboom

Deze les
Heb je het begrepen?
Huiswerkcontrole vis Lesson-up
Uitleg 5.3 Stamboomonderzoek (mono-hybride kruising)
Zelf werken: lezen, maken, nakijken 5.3
Toetsinzage
1 / 26
next
Slide 1: Slide
BiologieMiddelbare schoolvwoLeerjaar 4

This lesson contains 26 slides, with interactive quizzes and text slides.

Items in this lesson

Deze les
Heb je het begrepen?
Huiswerkcontrole vis Lesson-up
Uitleg 5.3 Stamboomonderzoek (mono-hybride kruising)
Zelf werken: lezen, maken, nakijken 5.3
Toetsinzage

Slide 1 - Slide

Maak een foto van je huiswerk van 5.1 en 5.2

Slide 2 - Open question

Wat hoort bij recombinatie?
WEL bij recombinatie
NIET bij recombinatie
Klonen
Meiose
Mitose
Vader en moeder
Diploïde cel
Identieke nakomelingen
Broer en zus
Genetische variatie

Slide 3 - Drag question

Waarom heeft een mutatie in een geslachtscel een groter gevolg dan een mutatie in een lichaamscel?

Slide 4 - Open question

Door een puntmutatie verandert een stukje DNA van GTAAAAATT in GTAACAATT. Heeft dit grote gevolgen? Leg je antwoord uit. Tabel 71 G
timer
2:00

Slide 5 - Open question

Leerdoelen
7) Je kunt een mono-hybride kruising uitvoeren en resultaten interpreteren bij de volgende situaties: autosomale kruising, x-chromosomale kruising, multiple allelen, letale allelen.
 
8) Je kunt een stamboom maken en gebruiken om te achterhalen of een kruising X-chromosomaal is of niet en of een allel dominant is of niet.

Slide 6 - Slide

genotype   fenotype
allel A voor staande oren is dominant over het allel a voor hangoren

Fenotype staande oren: wat is het bijbehorende genotype?
Fenotype hangoren: wat is het bijbehorende genotype?
Genotype Aa: wat is bijbehorende fenotype?

Slide 7 - Slide

Monohybride kruisingen
Bij een monohybride kruising kijken we naar de overerving van 1 eigenschap.

Met een stamboom kan je helderheid krijgen over de overerving van die eigenschap. 

Slide 8 - Slide

Slide 9 - Slide

Slide 10 - Slide

Slide 11 - Slide

Slide 12 - Slide

Slide 13 - Slide

Maak een foto van het kruisingsschema in je schrift.

Slide 14 - Open question

Slide 15 - Slide

Keuze 
1) zelfstandig uitzoeken bijzondere kruisingen: (intermediair, x-chromosomaal, letaal, multiple allelen)
2) College over bijzondere kruisingen

Slide 16 - Slide

intermediare overerving
Er is geen dominant of recessief allel, beide zijn even "sterk"
Heterozygoot heeft een eigen fenotype en kun je dus    herkennen.
                                            IAIA  = wit
                                             IBIB  = rood
                                             IAIB  = roze

Slide 17 - Slide

Slide 18 - Slide

lapjeskat/schildpadkleur = altijd vrouw

X zwart    X rood

Slide 19 - Slide

Slide 20 - Slide

Slide 21 - Slide

Slide 22 - Slide

Slide 23 - Slide

Slide 24 - Slide

Slide 25 - Slide

Zelf werken
5.3 af!
Toetsinzage

Slide 26 - Slide