Voordat de les is begonnen, heb jij het volgende op tafel
liggen:
Etui op tafel en jouw schets
Slide 2 - Slide
Leerdoelen van vandaag:
Je kunt...
1) Uitleggen wat de tekstdoel is van een reclame.
2) Uitleggen wat er wordt bedoeld met het woord 'opmaak'.
3) De opmaak van jouw schets beoordelen en uitleggen.
4) Uitleggen watjij hebt aangepast aan jouw opmaak op jouw gemaakte reclameposter.
Slide 3 - Slide
Wat gaan we vandaag doen?
1) Korte herhaling tekstdoelen
2) Jouw reclameschets bekijken (was huiswerk) en aanpassen qua opmaak.
3) Een reclameposter maken op papier
Slide 4 - Slide
Schrijf op:
Wat voortekstdoel heeft een reclame?
Slide 5 - Slide
Theorie
Activerend tekstdoel=
De schrijver wil de lezer iets laten doen: de lezer moet in actie komen.
(Bijvoorbeeld: iets kopen, een abonnement afnemen, geld doneren voor een goed doel.)
Slide 6 - Slide
Theorie: tekstdoelen
Tekstdoel= de schrijver wil iets bereiken met zijn tekst.
De tekstdoelen:
- Informeren
- Amuseren
- Activeren
- Overtuigen
Slide 7 - Slide
Schrijf op:
Wat bedoelen we met het woordje 'opmaak' bij een tekst of reclame?
Lettertypes, lettergroottes, kleuren, de posities op de pagina, de indeling in kolommen, de plaats van afbeeldingen,
Slide 8 - Slide
Denk aan:
kleur
lettertype
lettergrootte
verdeling over de pagina
dik of schuin drukken van woorden
illustraties/afbeeldingen
Opmaak/lay-out=
Slide 9 - Slide
Slide 10 - Slide
Welke reclameposter is het beste qua opmaak?
1
2
3
Lettertypes, lettergroottes, kleuren, de posities op de pagina, de indeling in kolommen, de plaats van afbeeldingen,
Slide 11 - Slide
Denken en delen
Opmaak =
kleur(gebruik)
lettertype (zijn jouw letters netjes en leesbaar?)
lettergrootte
verdeling over de pagina (afbeelding groot genoeg en de tekst staan in verhouding?)
illustraties/afbeeldingen (heb je illustratie gebruikt?)
Kijk nu eens naar jouw eigen schets.
Wat kan jij nog veranderen qua opmaak? Vertel dit tegen jouw buur.
timer
1:30
Slide 12 - Slide
Denken en delen
Opmaak =
kleur(gebruik)
lettertype (zijn jouw letters netjes en leesbaar?)
lettergrootte
verdeling over de pagina (afbeelding groot genoeg en de tekst staan in verhouding?)
illustraties/afbeeldingen (heb je illustratie gebruikt?)
Kijk nu eens naar jouw eigen poster.
Wat kan jij nog veranderen qua opmaak? Vertel dit tegen jouw buur.
timer
1:30
Slide 13 - Slide
Hoe is er gebruik gemaakt van letters op de poster? Welke poster vind jij het beste daarin?
1
2
3
Slide 14 - Slide
Begrippen uit deze les
-Beeld:
-Opmaak:
Lettertypes, lettergroottes, kleuren, de posities op de pagina, de indeling in kolommen, de plaats van afbeeldingen,
-Activeren
Afbeeldingen, grafieken, illustraties (= ondersteunend plaatje bij een tekst)
Slide 15 - Slide
De tekstdoelen die je moet kennen en herkennen:
Amuseren
Informeren
Overtuigen
Activeren
Slide 16 - Slide
Tekstdoel - Activeren:je wil dat de lezer iets doet of juist niet doet
Tekstsoort - activerende tekst, bijv een advertentie
Slide 17 - Slide
RECLAME
Opmaak/lay-out:
verdeling van de ruimte
gebruik van de lettertype,
lettergrootte
Beeld: foto, plaatje, afbeelding
hoofddoel: activeren
Slide 18 - Slide
Keuze A:
Je maakt een poster en bedenkt zelf een advertentie/reclame voor een compleet zelfverzonnen product of dat spectaculaire eigenschappen heeft.
Keuze B:
Je maakt een poster waarbij je een oproep doet (om ergens lid van te worden of geld te geven aan een goed doel).
Aan de slag!
De opdracht:
timer
20:00
Slide 19 - Slide
Leerdoelen:
In deze les herhaal je de tekstdoelen en leer je beeld en opmaak herkennen in activerende teksten.
Je maakt een poster over de school. Het is voor de Open Dag en je wilt met jouw poster bereiken dat zoveel mogelijk leerlingen hier op school zich aanmelden. Het is dus een (reclame) poster
De opdracht: (reclame)poster maken
timer
20:00
Slide 20 - Slide
Leerdoelen behaald?
Je kunt...
1) Uitleggen wat de tekstdoel is van een reclame.
2) Uitleggen wat er wordt bedoeld met het woord 'opmaak'.
3) De opmaak van jouw schets beoordelen en uitleggen.
4) Uitleggen watjij hebt aangepast aan jouw opmaak op jouw gemaakte reclameposter.
Slide 21 - Slide
Slide 22 - Slide
Beeld:
Afbeeldingen, grafieken, illustraties (= ondersteunend plaatje bij een tekst)
Opmaak:
Lettertypes, lettergroottes, kleuren, de posities op de pagina, de indeling in kolommen, de plaats van afbeeldingen,