Le vendredi 28 mars (B1e-s13)

• Frans
• Middelbare school
• havo, vwo
• Leerjaar 1

Coucou!

Au programme

- de voorzetsels herhalen (app 10)

- het bijvoeglijk naamwoord herhalen

- proeftoets

leerdoelen:

- je bereidt de toets van unité 4 voor

 

Bientôt le contrôle de français!

Welk voorzetsel past het best bij het plaatje?

Les prépositions - de voorzetsels

devant

sur

à côté de

dans

sous

Sleep het voorzetsel naar het juiste plaatje.

derrière

sur

devant

dans

à gauche

à droite

Een bijvoeglijk naamwoord zegt iets over:

een zelfstandig naamwoord

een werkwoord

een ander bijwoord

een ander bijvoeglijk naamwoord

Hoe vervoeg je de bijvoeglijk naamwoorden:

Tekst

bijvoeglijk naamwoord + es

bijvoeglijk naamwoord + e

bijvoeglijk naamwoord + s

bijvoeglijk naamwoord + niks

mannelijk meervoud

vrouwelijk enkelvoud

vrouwelijk meervoud

Mannelijk enkelvoud

Wat is meestal de plaats van het bijvoeglijk naamwoord?

1. voor het zelfstandig naamwoord
2. achter het zelfstandig naamwoord

Wat is de juiste plaats van het bijvoeglijk naamwoord?

1. Il a les cheveux noirs
2. Il a les noirs cheveux
3. Il a les cheveux noires
4. Il a les cheveux noir

1 Il y a deux _____________ garçons _____________ dans la classe.        -->  

2 C'est un  _____________ film _____________ .                                            -->             

3 J'ai eu un _____________ cadeau _____________ de ma mère     .     -->  

4 C'est un _____________ livre ____________.  -->  

5 C'est un _____________ garçon _____________?                                      -->  

6 Fabienne est une _____________ fille _____________.                            -->  

Plaats van het bijvoeglijk naamwoord : Voor of achter? Sleep het woord achter de zin naar de goed plek.

nouveaux

français

petit

bon

grand

belle

Bijvoeglijk naamwoord: wat is de juiste vorm?

1. La fille est triste
2. La fille est tristee

Bijvoeglijk naamwoord: wat is de juiste vorm?

1. La plage est beaue.
2. La plage est beaux.
3. La plage est belle.
4. La plage est belles.

Wat is de juiste vorm van het bijvoeglijk naamwoord?

1. Elle porte une robe bleue.
2. Elle porte une robe bleus.

Wat is de juiste vorm van het bijvoeglijk naamwoord?

1. les chats griss
2. les chats grises
3. les chats grie
4. les chats gris

unité 4 oefenen?

 - woordjes/zinnen apprendre 1-2-4-6-7-8-9-10 via studygo, quizlet, flashcards etc..

- verbe aller (présent) met verbuga.eu

- de ontkenning  via gedeelde lessonup

- lezen via lire extra I en II via methode (4.2, lire)

- bijvoeglijk naamwoord zie stencil

 

examen blanc

1. 10 min: alleen maken in stilte
2. 10 min: hulp van je boek (in stilte nog steeds)
3. 10 min: hulp van buurman/vrouw

Antwoorden komen op de classroom 2 dagen voor de toets Frans.