Recap grammar unit 5

Today:
1. Recap grammar unit 5
2. Check exc. 
3. Ask questions
4. Get to work!

Reminder: grammar SO unit 5, next Tuesday!
1 / 23
next
Slide 1: Slide
EngelsMiddelbare schoolvmbo kLeerjaar 2

This lesson contains 23 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 30 min

Items in this lesson

Today:
1. Recap grammar unit 5
2. Check exc. 
3. Ask questions
4. Get to work!

Reminder: grammar SO unit 5, next Tuesday!

Slide 1 - Slide

Recap grammar unit 5
1. plurals
2. much / many
3. present perfect
4. adverbs of time

Slide 2 - Slide

Doelen:
Na deze les heb je de grammatica van unit 5 nog eens herhaald.
Je hebt vragen gesteld over de dingen die je niet snapt.
Je bent goed voorbereid op de toets van dinsdag. 

Slide 3 - Slide

Plurals
Wat is het juiste meervoud van 'baby'?
A
baby's
B
babies
C
babys

Slide 4 - Quiz

Wat is het juiste meervoud van 'knife'?
A
knifes
B
kniffes
C
knives

Slide 5 - Quiz

Wat is het juiste meervoud van 'witch'?
A
witches
B
witsches
C
witchs

Slide 6 - Quiz

Waarom mag je NOOIT een -'s gebruiken om meervoud aan te geven?

Slide 7 - Open question

Heb je een vraag over de 'plurals'?

Slide 8 - Open question

Wanneer moet je de 'present perfect' gebruiken? (2 redenen)

Slide 9 - Open question

Hoe maak je de 'present perfect'?

Slide 10 - Open question

Waar moet je naar kijken om te weten of je HAS of HAVE moet gebruiken?

Slide 11 - Open question

Waar moet je goed op letten wanneer je het voltooid deelwoord gebruikt?

Slide 12 - Open question

Vul in:
My friend ........ Avengers endgame. She liked it very much.
A
Saw
B
have seen
C
has seen
D
has seed

Slide 13 - Quiz

Vul in:
My grandparents ......... in the same house for years now.
A
has lived
B
lived
C
have lived

Slide 14 - Quiz

Heb je een vraag over de 'present perfect'?

Slide 15 - Open question

Much & many betekenen allebei.....?

Slide 16 - Open question

Wanneer moet je 'much' gebruiken in een zin?

Slide 17 - Open question

Wanneer moet je 'many' gebruiken in een zin?

Slide 18 - Open question

Wat is een bijwoord van tijd? (adverb)

Slide 19 - Open question

She is always on time.
They have never seen him before.
I usually drink coffee in the morning.

Het bijwoord staat in deze 3 zinnen steeds op een andere plek. Waarom is dat zo?

Slide 20 - Open question

Check excersizes
34 + 35, p.26/27

Slide 21 - Slide

Any questions?
- plurals
- much / many
- present perfect
- adverbs of time

Slide 22 - Slide

Get to work!
Make:
 - self test unit 5, part c/d/e/f/g
    (p.31-p.34)
Learn:
- this lesson
- checkbook unit 5 (p.104-p.108 cb)

Slide 23 - Slide