Tekstverbanden en signaalwoorden: Spreken

• Nederlands
• MBO
• Studiejaar 1

Nederlands

door 

Jolien de Kock

Terugblik

-Uitleg examens

-Tekstsoorten, tekstdoelen

-Argumentatieleer

-Functies van tekst-eenheden (inleiding, middenstuk, slot)

Vooruitblik

-Hoofdgedachte, onderwerp

-Betrouwbaarheid leesteksten

-Samenvatten

-Examentraining

Doelen van deze les

-Je kunt in eigen woorden uitleggen op welke manier auteurs/ sprekers tekstverbanden gebruiken

-Je kunt drie voorbeelden van tekstverbanden/signaalwoorden geven

Tekstverbanden?!

Tekstverbanden

-Een auteur of spreker probeert een verband (samenhang) aan te brengen in een tekst. 

-Zonder samenhang is een tekst minder goed leesbaar. 

Spinnen aan de drugs

Een normaal spinnenweb ziet eruit als een fietswiel. Een spin heeft drugs gekregen. Het web dat ze weeft neemt heel andere vormen aan. Amerikaanse onderzoekers stelden het vast.

Ze deden een aantal proeven met stimulerende en verdovende middelen.

Spinnen die onder invloed zijn van marihuana beginnen hun web te weven op de gewone manier. Na een poosje verliezen ze hun concentratie.

Ze raken verdoofd. Het web ziet er in het midden uit als een normaal web. Aan de buitenkant zit het vol gaten.

Spinnen aan de drugs

Een normaal spinnenweb ziet eruit als een fietswiel. Een spin heeft drugs gekregen. Het web dat ze weeft neemt heel andere vormen aan. Amerikaanse onderzoekers stelden het vast. 

Ze deden een aantal proeven met stimulerende en verdovende middelen.

Spinnen die onder invloed zijn van marihuana beginnen hun web te weven op de gewone manier. Na een poosje verliezen ze hun concentratie. 

Ze raken verdoofd. Het web ziet er in het midden uit als een normaal web. Aan de buitenkant zit het vol gaten.

Spinnen aan de drugs

Een normaal spinnenweb ziet eruit als een fietswiel. Maar als een spin drugs heeft gekregen, neemt het web dat ze weeft heel andere vormen aan. Dat stelden Amerikaanse onderzoekers vast toen ze een aantal proeven deden met stimulerende en verdovende middelen.

Spinnen die onder invloed zijn van marihuana beginnen hun web te weven op de gewone manier. Maar na een poosje verliezen ze hun concentratie en raken ze verdoofd. Het web ziet er in het midden nog wel uit als een normaal web, maar aan de buitenkant zit het vol gaten.

'Jonas heeft zijn verslag gisteren ingeleverd, maar Cara heeft dat niet gedaan'.
Welk tekstverband wordt hier gebruikt?

1. tegenstelling
2. oorzaak-gevolg
3. opsomming
4. volgorde in tijd

'Doordat hij de boot heeft gemist, kan hij niet meer mee op reis.'
Welk tekstverband wordt hier gebruikt?

1. voorbeeld
2. toelichting
3. oorzaak-gevolg
4. conclusie

'Mits er voldoende mensen zich aanmelden voor de training, zal deze wel of niet doorgaan.'
Dit is een...

1. Tegengesteld tekstverband
2. Oorzakelijk tekstverband
3. Voorwaardelijk tekstverband
4. Samenvattend tekstverband

Haal tekstverbanden en signaalwoorden uit de leestekst

'Doordat de zon schijnt kan ik niet goed naar buiten kijken.' Dit is een:

1. concluderend verband
2. oorzakelijk verband
3. redengevend verband
4. chronologisch verband

'Dat heeft ten eerste te maken met de taal.'
Dit is een:

1. opsommend verband
2. chronologisch verband
3. voorwaardelijk verband
4. doel-middelverband

'Mama gaat even in de groepsapp checken of jij niet vandaag maar morgen jarig bent...' Dit is een:

1. tegenstellend verband
2. vergelijkend verband
3. voorwaardelijk verband
4. toegevend verband

'Zij heeft geen zin meer om die opdracht te voltooien, kortom: zij wil naar huis.'

1. concluderend verband
2. tegenstellend verband
3. doel-middelverband
4. redengevend verband

'Net als kinderen in de rest van de wereld, zaten ze door corona veel thuis.' Dit is een:

1. toelichtend verband
2. opsommend verband
3. vergelijkend verband
4. doel-middelverband

'hij zei dat hij geluk had gehad, ook al was het vrijdag de 13de, dat hij was gered.' Dit is een:

1. tegenstellend verband
2. toegevend verband
3. concluderend verband
4. redengevend verband

'Eerst gaan we eten, daarna mag je buiten spelen.' Dit is een:

1. toelichtend verband
2. opsommend verband
3. toegevend verband
4. chronologisch verband

Haal één zin uit de leestekst en zet het signaalwoord erachter.