Zet de stromingen in de juiste chronologische volgorde van vroeger (boven) naar later.
1
2
3
4
5
6
Renaissance
Rationalisme
Verlichting
Wetenschappelijke revolutie
Empirisme
Humanisme
1 / 26
next
Slide 1: Drag question
GeschiedenisMiddelbare schoolvwoLeerjaar 6
This lesson contains 26 slides, with interactive quizzes and text slides.
Items in this lesson
Zet de stromingen in de juiste chronologische volgorde van vroeger (boven) naar later.
1
2
3
4
5
6
Renaissance
Rationalisme
Verlichting
Wetenschappelijke revolutie
Empirisme
Humanisme
Slide 1 - Drag question
Noem de drie machten van de Trias Politica
Slide 2 - Open question
Montesquieu was met zijn trias politica een voorstander van democratie
A
goed
B
fout
Slide 3 - Quiz
In de achttiende eeuw kwamen er veranderingen in de politieke cultuur op gang. Verlichters schreven over hun visie op politiek en bestuur. Veel van die ideeën hadden ook invloed op bestuurders en vorsten. Hoe noemen we het wanneer die vorsten zwaar zijn beïnvloed door de Verlichting?
A
Ancien Régime
B
Mild Despotisme
C
Verlicht Absolutisme
D
Parlementaire monarchie
Slide 4 - Quiz
Van welke twee basisprincipes gaan eigenlijk alle verlichters uit?
A
gelijkheid
B
sociaal contract
C
democratie
D
vrijheid
Slide 5 - Quiz
2.3 De erfenis van de Verlichting
1814 - 1815: Congres van Wenen (Eng, Oostenrijk, Pruisen en Rusland)
Doelen:
1. Machtsevenwicht creëren > Frankrijk omringd door sterke staten en:
2. Restauratie:
- Conservatieven: herstel monarchieën > adel kreeg privileges terug
- Liberalen: terug naar de 'zuivere' Revolutie-idealen (1e fase)
Gevolgen ook voor Nederland:
Verenigd Koninkrijk der Nederlanden (1815 - 1839)
Slide 6 - Slide
Overgang 18e > 19e eeuw in Nederland:
1795: Begin 'Franse Tijd':
Franse troepen veroveren de Republiek >
Stadhouder Willem V vlucht (Eng)
Patriotten aan de macht geholpen
Verlichtingsidealen > nieuwe grondwet
Komst Napoleon:
- 1806-1810: Koninkrijk Holland olv
Lodewijk Napoleon
- 1810-1813: departement van Frankrijk
1813: slag bij Leipzig >
stadhouder Willem VI > koning Willem I
koning Willem I
Slide 7 - Slide
Slide 8 - Slide
Slide 9 - Slide
Koning Willem I
1814 - 1840
nieuwe grondwet (1814) >
constitutionele monarchie
toch: macht Willem I groot:
- gezag over leger/vloot en
- koloniën/ buitenlandse zaken
- benoemen en ontslaan ministers
- begrotingsrecht over 10 jaar
- 'Koninklijke Besluiten' :
- geen goedkeuring parlement nodig
Conclusie:
Verlicht despoot, geen democratie
Slide 10 - Slide
Kenmerkende Aspecten:
28. Voortbestaan van het ancien régime met pogingen om het vorstelijk bestuur op een eigentijdse manier vorm te geven (verlicht absolutisme)
30. De democratische revoluties in westerse landen met als gevolg discussies over grondwetten, grondrechten en staatsburgerschap.
36 De opkomst van politiek-maatschappelijke stromingen: liberalisme, nationalisme, confessionalisme , socialisme en feminisme
Slide 11 - Slide
Belgische Opstand
(1830)
Congres van Wenen (1815):
Nederland en België samen in:
Verenigd Koninkrijk
Zuidelijk Nederland ontevreden:
- autoritaire regeerstijl Willem I
- achterstelling katholieken >
onlusten in Brussel > Opstand >
leger ingezet door Willem I (1830)
Tiendaagse Veldtocht (1831) een ramp >
België onafhankelijk koninkrijk (1839)
Noorden: 'Koninkrijk der Nederlanden'
Van Speijk: 'Dan maar liever de lucht in'
Slide 12 - Slide
Dit geldt voor een verlichte vorst
Dit geldt NIET voor een verlichte vorst
Kan wel, kan niet gelden
Censuur toepassen
Scholen bouwen
Godsdiensttolerantie
democratie bevorderen
vooruitgangsdenken
geloof in natuurrechten
geijkheidsdenken
godsdienstvervolging
Trias Politica bevorderen
sociaal contract
standensamenleving bestendigen
Deïsme
Slide 13 - Drag question
Voltaire
Descartes
Kant
Rousseau
Adam Smith
Diderot
Locke
Spinoza
Het recht om in vrijheid een speech te houden is belangrijker dan de inhoud van de speech
De overheid heeft geen ander doel dan het beschermen van eigendom
Onwetendheid staat dichter bij de waarheid dan het vooroordeel.
Ook al kan ik alles, wat ik me voorstel, elke kennis die ik vermeen te bezitten, in twijfel trekken, mijn voorstellingen bestaan en derhalve besta ik.
Hoe helderder u uzelf en uw emoties begrijpt, des te meer gaat u houden van dat wat is.
Het is niet vanwege de goedheid van de slager, de brouwer of de bakker dat wij ons eten verwachten, maar vanwege hun eigenbelang.
De mens is vrij geboren en toch ligt hij overal in ketenen.
Overigens is het een bewijs van een prima verstand, wanneer de mens weet, hoe hij goede vragen moet stellen.
Slide 14 - Drag question
1848: Revolutiejaar in Europa
na 1815: Restauratie > onvrede in Europa, ook in Nederland
- grote macht koning:
- schatkist bijkans leeg door:
- kosten afscheiding België
- hongersnood door mislukte oogsten ('45)
- revolutie dreigingen in geheel Europa >
Grondwetswijziging van Thorbecke
Slide 15 - Slide
Het revolutiejaar in Nederland:
Liberalen grote invloed
fundamentele rechten van de burgers:
- persvrijheid
- vrijheid van vereniging en vergadering
- vrijheid van bezit
- godsdienstvrijheid
- vrije markteconomie
- censuskiesrecht
Macht parlement vergroot tkv monarch:
parlementaire kabinetten ipv koninklijke
Thorbecke
Thorbecke
Slide 16 - Slide
Politieke stromingen in 19e eeuw
1. conservatieven:
aanhangers van de Restauratie
2. liberalen:
vrijheidsgedachte
3. confessionelen:
naastenliefde
4. socialisten:
gelijkheidsgedachte, belangrijk:
Slide 17 - Slide
Karl Marx (1818 - 1886)
afkomstig uit een Joods Bourgeoisgezin
zette zich af tegen de sociale kwestie
riep op tot revolutie door de arbeiders (proletariaat):
'proletariers aller landen, verenigt U''
macht en bezittingen van de bourgeoisie zouden worden afgepakt
hierna zou gewerkt worden aan de klassenloze, communistische samenleving (iedereen gelijke rechten/plichten/bezittingen)
'godsdienst is opium voor het volk' >
hierdoor vervreemde hij zich van veel (gelovige) arbeiders alsook door:
opkomend nationalisme in de 19e eeuw
Slide 18 - Slide
Richtingen binnen het socialisme:
Communisme: revolutie >
klassenloze samenleving
Sociaal-democratie: via democratische weg naar een rechtvaardige samenleving
Anarchisme: na omverwerping regering (geweld) geen enkele vorm van gezag in een land.
Slide 19 - Slide
Kenmerkende aspecten:
28. Voortbestaan van het ancien régime met pogingen om het vorstelijk bestuur vorm te geven (verlicht absolutisme)
30. De democratische revoluties in westerse landen met als gevolg discussies over grondwetten, grondrechten en staatsburgerschap.
36 De opkomst van politiek-maatschappelijke stromingen: liberalisme, socialisme, nationalisme, confessionalisme en feminisme
Slide 20 - Slide
Feminisme:
Aanvankelijk vooral strijd voor kiesrecht vrouwen (suffragettes)
door bourgeois-vrouwen:
via de politiek positie verbeteren
ook protesten voor:
- recht op echtscheiding
- hogere verdiensten
- scholingsmogelijkheden, oa Aletta Jacobs:
Slide 21 - Slide
Feminisme in Nederland:
Nederland zat rond eeuwwisseling in uitzonderlijke positie:
- pas laat industrialisatie
- participatie vrouwen in arbeidsproces erg laag > man kostwinner
- neutraliteit tijdens WO I
Ook in Nederland onvrede over achtergestelde positie van de vrouw: