Marketingmix opstart na de vakantie hoofdstuk 4 tm 6

Herhaling marketingmix hoofdstuk 4 tm 6
1 / 33
next
Slide 1: Slide
HandelMBOStudiejaar 1

This lesson contains 33 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 45 min

Items in this lesson

Herhaling marketingmix hoofdstuk 4 tm 6

Slide 1 - Slide

Doel van deze les
Na deze les weet weer je in grote lijnen wat de marketingmix inhoud en uit welke onderdelen de marketingmix bestaat. Je kent de begrippen businessmarketing en online marketing en bijbehorende onderdelen  weer. Je kunt de marketing mix, businessmarketing en online marketing in de praktijk herkennen en op beginnersniveau toepassen.

Slide 2 - Slide


de P van plaats hoort bij de C van
A
customer solution
B
cost to consumer
C
communication
D
convenience

Slide 3 - Quiz

De kritiek op de 6 p's waardoor de 4 C's zijn bedacht is dat
A
De 6 p's teveel aandacht hebben voor promotie
B
De 6 p's teveel aandacht hebben voor product
C
De 6 p's teveel aandacht hebben voor prijs
D
De 6 p's hebben te veel aandacht voor personeel

Slide 4 - Quiz

Omdat de 4 C's meer aandacht hebben voor de waarde voor de klant worden deze tegenwoordig vaak gebruikt in plaats van de 6 p's.

De C van customer solution (oplossing voor de klant) vervangt de p van product.
A
juist
B
onjuist

Slide 5 - Quiz

Marketinginstrumenten
4 C’s
Customer solution     -  Product
Cost-to-consumer     -  Prijs
Communication          -  Promotie
Convenience                -  Plaats



Slide 6 - Slide

Het marketingmodel SIVA kijkt door de ogen van de klant in plaats van door de ogen van de leverancier en staat voor:
A
Solutions, Information, Value en Acceptabel
B
Solutions, Information, Visual, Acces
C
Solution, Information, Visual, Acceptabel
D
Solution, Information, Value, Acces

Slide 7 - Quiz

Marketinginstrumenten
SIVA marketingmodel
Solution           -   Product
Information    -   Promotie
Value                 -   Prijs
Acces               -   Plaats  

Slide 8 - Slide

Een product kan bestaan uit diensten of goederen
A
juist
B
onjuist

Slide 9 - Quiz

Wanneer je een product kunt vastpakken spreek je van een
A
fysiek product
B
uitgebreid product
C
totaal product

Slide 10 - Quiz

Geef een voorbeeld van een afgeleide eigenschap van een sneaker

Slide 11 - Open question

Geef een voorbeeld van een toegevoegde eigenschap van een stofzuiger

Slide 12 - Open question

Product

Slide 13 - Slide

Producten op de zakelijke markt kun je indelen door te kijken naar:
A
invloed op de winst en toeleveringsrisico
B
invloed op de winst en knelpunten
C
knelpunten en toeleveringsrisico

Slide 14 - Quiz

De productmix kun je onderverdelen in 6 deelinstrumenten dit zijn:
A
kwaliteit, merk, service, garantie, assortiment, materiaal
B
kwaliteit, merk, service, garantie, assortiment, verpakking

Slide 15 - Quiz

De mate waarin een product aansluit op de behoeften van de klant
A
is de service van een product
B
hoort bij het assortiment van een product
C
valt onder de garantie van een product
D
is de kwaliteit van een product

Slide 16 - Quiz

Fabrikantenmerken bestaan uit
A
A,B en C merken
B
private label, eigenmerk of huismerk

Slide 17 - Quiz

Noem een voorbeeld van een randassortiment van een schoenengroothandel

Slide 18 - Open question

Er zijn veel soorten kortingen die in de marketingmix bij het onderdeel prijs gebruikt kunnen worden. Rabat is daarbij een ander woord voor:
A
Handelskorting
B
Promotiekorting
C
Hoeveelheidskorting
D
Klantkorting

Slide 19 - Quiz

Een producent van scheerapparaten neemt de kostprijs als uitgangspunt voor het bepalen van de verkoopprijs, hij hanteert dus een:
A
kostengeoriënteerde prijsstelling
B
concurrentiegeoriënteerde prijsstelling
C
vraaggeoriënteerde prijsstelling

Slide 20 - Quiz

Een product wordt aangeboden voor € 9,99 hoe noem je deze prijsstelling
A
promotionele prijsstelling
B
psychologische prijsstelling

Slide 21 - Quiz

Welke 2 prijsstrategieën zijn bedoeld voor nieuwe producten
A
afroomstrategie en prijsdiscriminatie
B
penetratiestrategie en prijsdifferentiatie
C
afroomstrategie en penetratiestrategie
D
prijsdiscriminatie en prijsdifferentiatie

Slide 22 - Quiz

Een goede reclameboodschap houdt de aandacht vast. Het gaat hier over
A
Attention
B
Interest
C
Desire
D
Action

Slide 23 - Quiz

Een branche is een groep bedrijven in de hele bedrijfskolom die zich met hetzelfde product bezig houdt en een bedrijfstak wordt gevormd door bedrijven die vergelijkbare werkzaamheden verrichten op dezelfde hoogte in een bedrijfskolom
A
juist
B
onjuist

Slide 24 - Quiz

Wanneer een bedrijf gebruik maakt van de verkoop via een winkel en de verkoop via een webshop dan maakt hij gebruik van
A
omnichanneling
B
multichanneling
C
crosschanneling
D
duale distributie

Slide 25 - Quiz

Een bedrijf maakt gebruik van meerdere verkoopkanalen, deze verkoopkanalen zijn allemaal op elkaar afgestemd in de marketingmix
A
omnichanneling
B
multichanneling
C
crosschanneling
D
duale distributie

Slide 26 - Quiz

Wanneer je via de eigen webshop producten goedkoper aanbied aan consumenten, maar ook levert aan via een groothandel heb je kans op kanaaloverlapping
A
juist
B
onjuist

Slide 27 - Quiz

Alle zichtbare kenmerken waaraan je een bedrijf kunt herkennen noem je
A
Exterieur
B
Interieur
C
Huisstijl

Slide 28 - Quiz

Verschillen tussen B2B en B2C

Slide 29 - Slide

Soorten marketing in de B2B
Exportmarketing
Non profit marketing
Dienstenmarketing
Eventmarketing
Experience marketing
Contentmarketing


Slide 30 - Slide

Het internet en marketingmogelijkheden
  • Webvertising
  • Appvertising
  • Zoekmachine optimalisatie
  • Webshop
  • Customer service
  • Prijsvergelijken
  • Directe distributie
  • Presentatie
  • QR code
  • Augmented reality

Slide 31 - Slide

Monitoring en webcare
Je moet je online communicatie controleren, in de gaten houden en bewaken.

Webcare is reageren op berichten en zelf berichten plaatsen.

Slide 32 - Slide

Vragen?
Volgende week
Hoofdstuk 7 Retailmarketing
leren begrippen hoofdstuk 3 en 4 voor volgende week

Slide 33 - Slide