Uiteenzetting: wat is het verschil met een betoog?
12:20-12:30 schoolfotograaf
1 / 20
next
Slide 1: Slide
NederlandsMiddelbare schoolhavoLeerjaar 2
This lesson contains 20 slides, with interactive quizzes and text slides.
Lesson duration is: 45 min
Items in this lesson
Maandag 24 augustus - H2c
10 minuten stillezen
Uiteenzetting: wat is het verschil met een betoog?
12:20-12:30 schoolfotograaf
Slide 1 - Slide
Aan het einde van deze les...
...weet je wat de verschillen zijn tussen een uiteenzetting en een betoog.
Slide 2 - Slide
Uiteenzetting
Betoog
Tekstdoel = informeren
Tekstdoel = informeren
In de inleiding wordt de mening van de schrijver duidelijk.
De tekst is subjectief.
De tekst is objectief.
In de kern staat de mening van de schrijver, met argumenten
In de kern staan feiten met uitleg.
Tekststructuur = standpunt-argument
Tekststructuren kunnen zijn: vraag – antwoord
verschijnsel – verklaring
probleem-oplossing
vroeger – nu (-toekomst)
In de inleiding wordt het onderwerp genoemd.
Slide 3 - Drag question
Uiteenzetting
Tekstdoel = informeren
Objectief
In de kern staan feiten met uitleg.
In de inleiding wordt het onderwerp genoemd.
Tekststructuren kunnen zijn: vraag – antwoord verschijnsel – bespreking vroeger – nu oorzaak – gevolg
Betoog
Tekstdoel = overtuigen
Subjectief
In de kern staat de mening van de schrijver, met argumenten
In de inleiding wordt de mening van de schrijver duidelijk.
Tekststructuur = standpunt-argument
Slide 4 - Slide
Informeren of overtuigen?
Op de volgende slides staan korte omschrijvingen van situaties. Hieruit kun je het tekstdoel afleiden.
Geef per omschrijving aan welk tekstdoel de schrijver gebruikt.
Slide 5 - Slide
Je leest een artikel in de schoolkrant van een medeleerling. Hij vindt dat het dragen van uniformen verplicht moeten worden op het ATC en geeft hier drie argumenten voor.
A
informeren
B
overtuigen
Slide 6 - Quiz
Je krijgt in je mail een bericht van MacDonald's met daarin een aanbieding voor twee McFlurry's voor de prijs van één
A
informeren
B
overtuigen
Slide 7 - Quiz
Je leest in de Quest een interessant artikel over hoe een vulkaanuitbarsting kan ontstaan.
A
informeren
B
overtuigen
Slide 8 - Quiz
Je vraagt aan een vriend of hij je kan uitleggen waarom je Fortnite niet meer kan downloaden in de appstore.
A
informeren
B
overtuigen
Slide 9 - Quiz
Je wil graag meer zakgeld. Je bereid je redenen voor je vraag goed voor en vraagt tijdens het avondeten aan je ouders om een verhoging.
A
informeren
B
overtuigen
Slide 10 - Quiz
Uiteenzetting of betoog?
Op de volgende slides staan korte omschrijvingen van de inhoud van een tekst. Hieruit kun je de tekstsoort afleiden.
Geef per omschrijving aan van welke tekstsoort de schrijver waarschijnlijk gebruik heeft gemaakt.
Slide 11 - Slide
In opdracht van een bierproducent ontwerpt een reclamebureau een paginagrote advertentie voor een studentenblad om hun nieuwe biermerk te promoten.
A
betoog
B
uiteenzetting
Slide 12 - Quiz
Een natuurkundige legt in een jongerenblad uit hoe een regenboog ontstaat.
A
betoog
B
uiteenzetting
Slide 13 - Quiz
Tijdens de kerstdagen heeft een Amsterdamse journalist een week meegereisd met een familie op ski-vakantie. Voor de krantenlezer geeft hij zijn indrukken van een weekje skiën weer in een beschrijving van die week.
A
betoog
B
uiteenzetting
Slide 14 - Quiz
Een bezoeker van een dierentuin in Amsterdam legt in een ingezonden brief uit waarom hij het belachelijk vindt dat de dieren niet door bezoekers mogen worden gevoerd.
A
betoog
B
uiteenzetting
Slide 15 - Quiz
De schrijver vertelt in tekst A over het bestaan en de ontwikkelingen van het ruimteprogramma van NASA.
A
betoog
B
uiteenzetting
Slide 16 - Quiz
De schrijver waarschuwt artsen en zegt in tekst C van mening te zijn dat nogal wat artsen helaas onvoldoende doorzien dat er grote beperkingen zijn in het zorgsysteem.
A
betoog
B
uiteenzetting
Slide 17 - Quiz
De schrijver wijst in tekst E op de verschillende mogelijkheden van alternatieve geneeswijzen.
A
betoog
B
uiteenzetting
Slide 18 - Quiz
Lesdoel behaald? Ik weet wat de verschillen zijn tussen een uiteenzetting en een betoog.