Totaal Parenterale voeding

Totale parenterale voeding (TPV)
1 / 19
next
Slide 1: Slide
Verpleging en verzorgingMBOStudiejaar 3

This lesson contains 19 slides, with interactive quizzes, text slides and 1 video.

time-iconLesson duration is: 60 min

Items in this lesson

Totale parenterale voeding (TPV)

Slide 1 - Slide

Lesdoelen
  • Je weet wat TPV is
  • Je kunt de indicatie voor TPV benoemen 
  • Je weet het verschil tussen kortdurende en langdurige TPV
  • Je kunt de complicaties bij het toedienen van TPV benoemen en weet
      hoe je deze complicaties kunt oplossen 

Slide 2 - Slide

Inleiding
Naast infusievloeistoffen en medicijnen,
 kun je ook voeding via infusie aan de zorgvrager toedienen. 
TPV is voeding die direct via een centraal infuus in de bloedbaan wordt gebracht.

Slide 3 - Slide

Wanneer geef je TPV?

Slide 4 - Mind map

Indicatie TPV
TPV is voeding die rechtstreeks via een centraal infuus (bijv. PICC, CVK, Poortkatheter) in de bloedbaan wordt gebracht en daarmee het maag-darm kanaal omzeilt. 

'Totaal' wil zeggen dat de voeding alle noodzakelijke voedingsbestanddelen bevat: koolhydraten, eiwitten (aminozuren), vetten, vitamines en sporenelementen. Dit alles is opgelost in een hoeveelheid vocht van gemiddeld 2 liter.

TPV wordt toegepast als een zorgvrager niet in staat is om voedsel via het maag-darm kanaal te verwerken. Als de darmen niet voldoende voeding en/of vocht kunnen opnemen.

Slide 5 - Slide

Er wordt onderscheid gemaakt tussen langdurige en kortdurende TPV.
Wanneer spreek je van kortdurende TPV?
A
< 3 maanden
B
4-5 maanden
C
6 maanden
D
1 jaar

Slide 6 - Quiz

Kortdurende en langdurige TPV
Kortdurende TPV (< 3 maanden) wordt toegediend om een periode te overbruggen, waarin de zorgvrager niet kan eten via de normale weg. 

Langdurige TPV (> 3 maanden) wordt gegeven aan zorgvragers waarbij de dunne darm onvoldoende in staat is om voedingsstoffen op te nemen. 

De resterende darm-capaciteit van de zorgvrager bepaalt de samenstelling, hoeveelheid en frequentie van de TPV. Je dient de TPV altijd toe in opdracht van een arts en in overleg met een diëtiste. 

Slide 7 - Slide

Mogelijke complicaties bij toedienen van TPV
  • Lekkage tussen katheter en
      infuussysteem
  • Katheter schuift naar buiten/
      dislocatie
  •  Lucht in katheter of
      verbindingsslang
  • Vloeistof loopt niet door

Slide 8 - Slide

Welke interventie voer je bij welke complicatie uit?
Contact arts, niet terugschuiven
Afklemmen, arts waarschuwen
Controleer of infuus open staat
Verbinding aandraaien, afklemmen
Lekkage

Verschuiving

Lucht in katheter

Vloeistof loopt niet

Slide 9 - Drag question

Benodigde materialen TPV
  • Handschoenen 
  • TPV-zak 
  • Gaasjes (onsteriel en steriel) 
  • Infuusslang 
  • Desinfectiemiddel 
  • Ampul NACL 0,9 % 
  • Steriele spuit 
  • Infuusstandaard 
  • Opvangbakje 
  • Naaldencontainer en prullenbak                                      

Slide 10 - Slide

Voordat je TPV toedient, voer je ook een dubbelcheck uit. Wat controleer je?

Slide 11 - Mind map

Voorbereiding (deel 1)
  • Handen desinfecteren (of wassen bij zichtbare verontreiniging) 
  • Materialen binnen handbereik zetten
  • Controleer 5 J's

  • Maak de TPV klaar voor gebruik (video; voorbeeld mengen TPV)

Slide 12 - Slide

Slide 13 - Slide

Slide 14 - Video

Voorbereiding (deel 2)
NB: Wijze van klaarmaken TPV kan per instelling/product verschillen. Klaarmaken infuussysteem TPV komt overeen met normaal vullen van een infuusslang. 

  • Als de infuusslang volledig gevuld is, controleer systeem op luchtbellen
  • Let erop dat het uiteinde van infuusslang steriel blijft 
  • Bevestig de infuusslang aan de TPV pomp 
  • Controleer of centraal infuus goed doorgankelijk is, d.m.v. optrekken van bloed en/of
      flushen met NACL 0,9 % 
  • Sluit infuusslang aan op centraal infuus, open rolregelklem, stel juiste snelheid in 

Slide 15 - Slide

Controle TPV
1 x per week bloedafname: voldoende vocht en voedingsstoffen?
Gewicht controle
checken hoeveelheid urineproductie


Slide 16 - Slide

Aandachtspunten
  • TPV moet in de koelkast worden bewaard.
  •  Mag niet tegen de achterwand van de koelkast liggen. Kans op bevriezing. Dan mag het niet meer worden gebruikt!
  •  1 uur voor gebruik uit de koelkast halen.  Binnen 24 uur toedienen.

Slide 17 - Slide

Slide 18 - Link

Slide 19 - Slide