Woordenschat en Formuleren, hoofdstuk 5

Goedemorgen klas 2C

Vandaag...

- stillezen
- Lezen hoofdstuk 1
Goedemiddag klas 1B

Vandaag...
- Woordenschat H5

Leerdoel:
- Ik kan de betekenis van een onbekend woord vinden met behulp van eenbekend woorddeel
- Ik ken de betekenis van alle woorden en uitdrukkingen uit de paragraaf




Huiswerk dinsdag 24 mei:
- Maken: Woordenschat hoofdstuk 5, opdracht 1 t/m 8 (blz. 128-131)

Huiswerk dinsdag 31 mei
- s.o. woordsoorten
1 / 19
next
Slide 1: Slide
NederlandsMiddelbare schoolmavoLeerjaar 1

This lesson contains 19 slides, with interactive quizzes and text slides.

Items in this lesson

Goedemorgen klas 2C

Vandaag...

- stillezen
- Lezen hoofdstuk 1
Goedemiddag klas 1B

Vandaag...
- Woordenschat H5

Leerdoel:
- Ik kan de betekenis van een onbekend woord vinden met behulp van eenbekend woorddeel
- Ik ken de betekenis van alle woorden en uitdrukkingen uit de paragraaf




Huiswerk dinsdag 24 mei:
- Maken: Woordenschat hoofdstuk 5, opdracht 1 t/m 8 (blz. 128-131)

Huiswerk dinsdag 31 mei
- s.o. woordsoorten

Slide 1 - Slide

Maak zelf een nieuw woord met...

- Tafel
- Planten
- Arm
- Winkel

Slide 2 - Slide

Welke samengestelde woorden hoor jij? Schrijf ze op!



Slide 3 - Slide

Lesdoelen

- Ik kan de betekenis van een onbekend woord raden met behulp van een bekend woorddeel

- Ik weet de betekenis van alle woorden en uitdrukkingen uit de paragraaf van Woordenschat hoofdstuk 5

Slide 4 - Slide

Woordraadstrategie: zoek een bekend woorddeel
Soms kun je de betekenis van een woord raden doordat je een deel van het woord kent. Dit kan bij samenstellingen en afleidingen.


Ik zoek in mijn garderobekast naar die leuke 
blauwe trui. Mijn broer vindt de trui kinderachtig,
 maar hij heeft geen verstand van mode. Deze trui is juist tijdloos!

Slide 5 - Slide

Samenstelling
Garderobekast is een samenstelling. De woorden garderobe en kast kun je ook zelfstandig gebruiken. Plak je deze woorden aan elkaar, dan spreken we over een samenstelling.

Andere voorbeelden van samenstellingen zijn: koffiekan, gordijnrail, politieagent , paperclip en fietsbel.

Slide 6 - Slide

Afleiding
Sommige woorden hebben een voorvoegsel of een achtervoegsel. 
Een voorbeeld hiervan is schoonheid. Het woordje schoon kan wel zelfstandig voorkomen, maar het woordje heid niet. 
We noemen heid een achtervoegsel. Een woord met een voorvoegsel of achtervoegsel noemen we een afleiding.

Andere voorbeelden van een afleiding zijn: onhandig, ongezond, mislukken, bruikbaar, zinloos

Slide 7 - Slide

Wat betekent... on- ?
A
tussen
B
niet
C
elke
D
zonder

Slide 8 - Quiz

Wat betekent... -vol ?
A
tussen
B
niet/slecht
C
met veel
D
opnieuw

Slide 9 - Quiz

Wat betekent... -loos ?
A
met veel
B
niet
C
elke
D
zonder

Slide 10 - Quiz

Wat betekent... inter- ?
A
tussen
B
niet/slecht
C
met veel
D
opnieuw

Slide 11 - Quiz

Samenstelling of afleiding?

modebranche
A
Samenstelling
B
Afleiding

Slide 12 - Quiz

Samenstelling of afleiding?

keukenapparatuur
A
Samenstelling
B
Afleiding

Slide 13 - Quiz

Samenstelling of afleiding?

moeiteloos
A
Samenstelling
B
Afleiding

Slide 14 - Quiz

Nu jij ;-). Maak een samenstelling met het woord 'koffie'.

Slide 15 - Open question

Maak een afleiding met het voorvoegsel 'on'

Slide 16 - Open question

Ik weet nu wat een samenstelling is
A
Ja
B
Nee

Slide 17 - Quiz

Ik weet nu wat een afleiding is
A
Ja
B
Nee

Slide 18 - Quiz

Huiswerk dinsdag 24 mei
Maak van Woordenschat hoofdstuk 5 (blz. 128-131)
opdracht 1 t/m 8

Tip: de woordenlijst van Woordenschat hoofdstuk 5 staat in Teams en mag je erbij gebruiken.

Slide 19 - Slide