1TC NN - Cursus Grammatica §2 Onderwerp

Nederlands
Welkom 1TC!
Voorbereiding op de les:
- Lesboek + schrift op tafel
- Telefoon in de tas
- Zitten volgens plattegrond
- Inloggen LessonUp
1 / 17
next
Slide 1: Slide
NederlandsMiddelbare schoolhavoLeerjaar 1

This lesson contains 17 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 45 min

Items in this lesson

Nederlands
Welkom 1TC!
Voorbereiding op de les:
- Lesboek + schrift op tafel
- Telefoon in de tas
- Zitten volgens plattegrond
- Inloggen LessonUp

Slide 1 - Slide




  1. Lesdoelen
  2. Herhaling PV en zinsdelen
  3. Uitlegfilmpje
  4. Theorie
  5. Samen oefenen
  6. Zelfstandig werken
  7. Afsluiting + mogelijkheid toets inkijken
PLANNING

Slide 2 - Slide

Lesdoelen
Aan het einde van deze les...
  • Heb ik mijn kennis over persoonsvorm en zinsdelen opgefrist
  • Weet ik hoe ik het onderwerp in een zin vind

Slide 3 - Slide

Er volgen nu wat herhalingsvragen

Slide 4 - Slide

Op de kermis worden de kinderen een hele middag vermaakt. [pv] =
A
worden
B
de kinderen
C
de kermis
D
worden + vermaakt

Slide 5 - Quiz

Noem twee manieren waarop je de persoonsvorm uit de zin kunt halen.

Slide 6 - Open question

Zinsdelen
Een zin bestaat uit verschillende zinsdelen.

Een zinsdeel is één woord of een groepje woorden die bij elkaar horen:

Jan 
| heeft | Pim | vorige week | z'n boek | geleend.


Slide 7 - Slide

Is de zin juist verdeeld in zinsdelen?
De jonge held | kreeg | een onderscheiding.
A
juist
B
onjuist

Slide 8 - Quiz

Is de zin juist verdeeld in zinsdelen?
Over | een paar jaar | heeft | iedereen | een smartwatch.
A
juist
B
onjuist

Slide 9 - Quiz

"Mevrouw Wassenaar legt grammatica uit aan haar leerlingen."
Wat is de persoonsvorm?

Slide 10 - Open question


2. Gisteren stonden de hongerige paarden luid te hinniken.

Neem de zin over en verdeel de zin in zinsdelen.

Slide 11 - Open question


3. Zulke fantastische verhalen hebben de docenten altijd al willen     
   overbrengen aan hun leerlingen.

Neem de zin over en verdeel die in zinsdelen.

Slide 12 - Open question

Uitlegfilmpje!

Slide 13 - Slide

Het onderwerp in een zin:
Tijdens zijn show amuseert de cabaretier het publiek met zelfgeschreven liedjes.
De cabaretier = het onderwerp

Het onderwerp van de zin is vaak een persoon (of dier/ding) die iets doet. Vrijwel elke zin heeft een onderwerp. 

Hoe vind je het onderwerp? Stel de vraag: Wie/wat + persoonsvorm

ONDERWERP

Slide 14 - Slide

Opdracht
Wat: maak opdracht 1 op blz. 208
Hoe: je mag overleggen op fluisterniveau
Hulp: theorie uit je boek
Tijd: 5 minuten
Klaar: werk verder aan opdracht 3 en 4.
timer
5:00

Slide 15 - Slide

Wat: Maak opdracht 3 en 4 op blz. 209
Hoe: Je mag op fluisterniveau overleggen met degene die naast je zit. 
Hulp: Theorie uit je boek
Tijd: Tot de laatste vijf minuten van deze les.
Extra: Je mag een muziekje luisteren als je oortjes of een koptelefoon bij je hebt.
Aan de slag
Klaar?
Oefen in de online trainer verder met grammatica

Slide 16 - Slide

Lesdoelen checken
Heb ik mijn kennis over persoonsvorm en zinsdelen opgefrist?
Weet ik hoe ik het onderwerp in een zin vind?

Slide 17 - Slide