Startles en 1.1 levenskenmerken/Je organen (2 lessen)

Welkom bij biologie!
Ik ben mevrouw Meerman. Wie zijn jullie?
1 / 24
next
Slide 1: Slide
BiologieMiddelbare schoolhavoLeerjaar 1

This lesson contains 24 slides, with interactive quizzes and text slides.

Items in this lesson

Welkom bij biologie!
Ik ben mevrouw Meerman. Wie zijn jullie?

Slide 1 - Slide

Startopdracht. Get the picture!
Maak groepjes van 2. Eventueel 3 (verplaats dan de tafels)

Zoek in je werkboek de startopdracht Get the picture van H1 .
Vul in samen met je buur. De plaatjes staan op blz. 153.

We checken de plaatjes klassikaal

Slide 2 - Slide

Torso knutselen
Lees opdracht 7 in je werkboek, 
Knip de 7 afbeeldingen van de organen uit (blz 155).
Vouw om en doe lijm aan de strookjes, Plak op de torso (blz 11)
Kleur de organen in. Gebruik logische kleuren.

Slide 3 - Slide

Torso knutselen
Lees opdracht 7 in je werkboek, 
Knip de 7 afbeeldingen van de organen uit (blz 155).
Vouw om en doe lijm aan de strookjes, Plak op de torso (blz 11)
Kleur de organen in. Gebruik logische kleuren.

Slide 4 - Slide

In de apps van biologie
Ga naar LessonUp, geef jou gegevens en we checken of je in deze klas zit. Je krijgt de klascode van de docent. Je kan dan met je laptop elke les meedoen.
Ga naar Magister, kies leermiddelen. Kies Nectar. Selecteer ons boek (h/v1 - normale) en voeg deze bij jou toe.
Dan in de linker kolom kies je H1, kies 1.1 zodat je de teksten kan lezen en de vragen kunt maken.  Zo kan je je huiswerk digitaal maken.
(Mocht je de vragen niet digitaal kunnen of willen maken, dan gebruik je je werkboek hiervoor en neemt deze ook mee naar de les. Zeg dit aan je docent)  

Slide 5 - Slide

Slide 6 - Slide

Slide 7 - Slide

Slide 8 - Slide


Levend, dood of levenloos?
A
Levend
B
Dood
C
Levenloos

Slide 9 - Quiz

dood, levend of levenloos?
A
blad=levend druppel=dood
B
blad=levenloos druppen=levenloos
C
blad=levend druppel=levenloos
D
blad=levend druppel=levend

Slide 10 - Quiz

Levend
Dood
Levenloos
Heeft nooit levenskenmerken gehad
Heeft levenskenmerken
Heeft geen levenskenmerken meer

Slide 11 - Drag question

Sleep de goede levenskenmerk naar het passende plaatje.
Voortplanten
Voeden
Bewegen
Uitscheiden

Slide 12 - Drag question

Welke levenskenmerken horen bij stoffen uitwisselen. Zet die levenskenmerken in het gele vak. 
Uitwisselen
Ademen
Bewegen
Groeien
Uitscheiden
Voeden
Voortplanten
Waarnemen

Slide 13 - Drag question

Slide 14 - Slide

Slide 15 - Slide

een cel bestaat uit onderdelen 
onder andere:
-Celmembraan
-Cytoplasma
-Kern 
Een groepje van dezelfde cellen heet een weefsel.
Wist je dat jij helemaal bent opgebouwd uit cellen? Al die cellen zijn levende eenheden die eigen taken uitvoeren zodat alles goed werkt in je lichaam.

Slide 16 - Slide

Kijk goed naar de torso. Wat wordt er bij 3, 9 en 12 aangegeven?
A
Maag, lever en dikke darm
B
Long, lever en dunne darm
C
Hart, maag en dunne darm
D
Hart, lever en dikke darm

Slide 17 - Quiz

Hoe zat het ookal weer? 
Cel
Organsime
Orgaanstelsel
Orgaan
Weefsel

Slide 18 - Drag question

De organisatieniveau's van klein naar groot:
A
Cellen, weefsels, organen, orgaanstelsels
B
orgaanstelsels, organen, weefsels, cellen
C
weefsels, cellen, organen, orgaanstelsels
D
cellen, weefsels, organen, orgaanstelsels

Slide 19 - Quiz

Welke orgaanstelsels zie je hier?
Verteringsstelsel
Bloedvatenstelsel
Ademhalingsstelsel

Slide 20 - Drag question

Kern
Cytoplasma
Celmembraan

Slide 21 - Drag question

- Mensen hebben veel verschillende ________
- Cellen van mensen hebben                                                 ____________ kenmerken als cellen van dieren.
-De __________  regelt alles wat er in de cel gebeurt.
-Een dierlijke cel bestaat voor een groot deel 
uit _____
-Om de cellen van dieren ligt een _________
Dezelfde 
Celmembraan 
Cytoplasma
Celkern 
Cellen 

Slide 22 - Drag question

Opdrachten oefenen uit je boek
Alle andere opdrachten maken we digitaal. Zie in Magister bij leermiddelen Nectar. 
Zoek de opdrachten van H1 op en maak de vragen van 1.1 (af) 
Je werkboek hoef je niet meer mee te nemen behalve als je laptop of Magister niet werkt, dan maak je alles in je werkboek en neemt deze mee naar de volgende les. Vertel dit ook aan de docent.
 

Slide 23 - Slide

Volgende lessen: H2 !
2.1 gaat over je skelet dus je Botten!
- Baby 305 botten
- Volwassene: 206 botten

- Leer de 26 botten van het skelet!
   (voor de bottenbingo)

- Grootste bot: dijbeen
- Kleinste bot: stijgbeugel (oor)

Slide 24 - Slide