Uitleg schrijftoets + oefenen

• Duits
• Middelbare school
• havo
• Leerjaar 2

Hallo Leute! 

• Setzt euch bitte (ga zitten)
• Handy zu Hause/Schließfach
• Schulsachen auf dem Tisch (Buch, Heft, Laptop)
• Laptop geschlossen
• Rucksack auf dem Boden

Was machen wir heute?

- Uitleg schrijftoets  10

- Aufgabe machen 15 

- Familienpuzzle 10

- Steckbrief?

- evaluieren 5

(stencils leerwerk schrijftoets!)

Schreibtest

Am Ende dieser Stunde: 

- weet ik hoe ik me op de schrijftoets kan voorbereiden (leerwerk stencil)

- ik kan personen beschrijven 

Die Hausaufgaben

Schreibtest

• 4 onderdelen
• 1: Formulier invullen (naam, adres etc)
• Postleitzahl  
• Geschlecht  
• Ort
• Geburtsort
• Max. 10 punten

Schreibtest

• 2: zinnen schrijven met modale werkwoorden  (dagen + maanden!)

Voorbeeld:

Tennis spielen - hij - op maandag - willen

Er will am Montag Tennis spielen.

Am Montag will er Tennis spielen. let op: 'will er'

Er will Tennis spielen am Montag.

punten voor: dag/maand + pers vnw + werkwoordsvorm

Schreibtest

• 3: Familieleden beschrijven
• vb verhaaltje: Piet hat 2 Kinder, Jan und Klaas.
• Piet .................... von Jan und Klaas. (is de ...)
• Piet ist der Vater von Jan und Klaas.
• Jan und Klaas............ von Piet. (zijn de....)
• Jan und Klaas sind die Kinder von Piet.
• Punten voor: juiste spelling familielid (1)/werkwoordsvorm(1)/lidwoord (0,5)

                             

Schreibtest

• 4: Personen beschrijven a.h.v. plaatje (3 zinnen à 4 woorden)
• Das ist Eva.
• Sie hat lange/braune/Haare.
• Die/Ihre Hose ist blau.
• Eva trägt ein grün(es) T-Shirt.
• Het moeten zichtbare kenmerken zijn!
• Punten voor: werkwoordsvorm/correcte spelling kleuren en kledingstukken

Üben schreibtest: Personen beschreiben

Könnt ihr mich beschreiben?

Üben schreibtest: Personen beschreiben

Was?

1.  Beschrijf hoe je buurman/buurvrouw eruit ziet.

2. Beschrijf hoe je er zelf uitziet.

Wie? op blad papier, naam erop!

Beschrijf tenminste 3 kledingstukken of uiterlijke kenmerken en 3 verschillende kleuren p.p. Gebruik tenminste 2 verschillende werkwoorden (sein, haben, tragen)

Hilfe: stencil leerwerk schrijftoets

Wie lange? 10 Minuten

Was machen wir damit? Inleveren! We kijken van elkaar na.

Üben schreibtest: Personen beschreiben

Korrigieren

Let op:

elk goed gespeld kledingstuk/uiterlijk kenmerk = 1 punt

elke goed gespelde kleur = 1 punt

elke goed gespelde werkwoordsvorm = 1 punt

Steckbrief:

Beschrijf jezelf (en maak evt. een leuke tekening!)

Schrijf in het Duits!

Tip!

Oefen de (modale) werkwoorden in Verbuga!

Heb je een goed beeld van de schrijftoets?

Wanneer ga je starten met leren?

Nächste Stunde

machen Aufgabe 13 Lektion 5 S. 86/87

Donnerstag, 27. März üben Schreibtest

Dienstag, 1. April Schreibtest

Müll bitte ins Mülleimer werfen

Warten bis es klingelt

Stuhl unter den Tisch 

Danke schön !