3VWO Révision grammaire voor schrijftoets maart 2021

3VWO: révision grammaire
Om te kunnen schrijven, moet je grammatica kunnen toepassen. Met deze herhaling test je hoe goed je de losse grammatica al kent.  
Het bestaat uit 5 onderdelen: 
- Delend lidwoord
- Bijvoeglijk naamwoord 
- Bezittelijk voornaamwoord
- Imparfait en Passé Composé
- Ontkenning


1 / 28
next
Slide 1: Slide
FransMiddelbare schoolhavoLeerjaar 5

This lesson contains 28 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 45 min

Items in this lesson

3VWO: révision grammaire
Om te kunnen schrijven, moet je grammatica kunnen toepassen. Met deze herhaling test je hoe goed je de losse grammatica al kent.  
Het bestaat uit 5 onderdelen: 
- Delend lidwoord
- Bijvoeglijk naamwoord 
- Bezittelijk voornaamwoord
- Imparfait en Passé Composé
- Ontkenning


Slide 1 - Slide

1. Delend lidwoord

Slide 2 - Slide

welke delende lidwoorden ken je?

Slide 3 - Open question



'Ik heb kaas gekocht'
Kies de juiste vertaling.
A
J'ai acheté fromage
B
J'ai acheté du fromage

Slide 4 - Quiz



'Eet je jam ?'
Kies het juiste antwoord.
A
Tu manges de la confiture ?
B
Tu manges la confiture ?

Slide 5 - Quiz



'Wil je chips?'
Kies de juiste vertaling.
A
Tu veux des chips?
B
Tu veux de la chips?
C
Tu veux du chips?
D
Tu veux de l'chips?

Slide 6 - Quiz



'Ik wil olie'
Kies de juiste vertaling
A
Je veux l'huile.
B
Je veux de l'huile
C
Je veux du huile
D
Je veux de la huile

Slide 7 - Quiz

Wat gebeurt er met een delend lidwoord na een ontkenning of een woord van hoeveelheid?

Slide 8 - Open question



'Er is geen olie meer.'
Kies de juiste vertaling. (ontkenning en delend lidwoord)
A
Il n'y a plus d'huile.
B
Il n'y a plus de l'huile.

Slide 9 - Quiz



'Ik wil een kilo appels'

Kies de juist vertaling.
A
Je veux un kilo des pommes.
B
Je veux un kilo de pommes.

Slide 10 - Quiz

2. Bijvoeglijk naamwoord 

Slide 11 - Slide

Mijn lieve ouders
A
ma cher parents
B
mon cher père et mère
C
chers parents
D
mes chers parents

Slide 12 - Quiz

ik heb bruin haar
A
j'ai les cheveux brun
B
j'ai les bruns cheveux
C
j'ai les cheveux bruns
D
j'ai les brun cheveux

Slide 13 - Quiz

Een leuk meisje
A
une fille jolie
B
une joli fille
C
une fille joli
D
une jolie fille

Slide 14 - Quiz

Bezittelijk voornaamwoord

Slide 15 - Slide

Hoe vertaal je mijn ?
A
mon
B
ma
C
mes
D
mon, ma, mes

Slide 16 - Quiz

Hoe vertaal je zijn/haar
A
son, sa, ses
B
ses
C
sa
D
son

Slide 17 - Quiz

Vertaal de woorden:
C'est (zijn) mère

Slide 18 - Open question

Vertaal de woorden:
C'est (haar) père

Slide 19 - Open question

Imparfait & passé composé

Slide 20 - Slide

Wat zijn de uitgangen van de imparfait ?
(Denk aan Stromae....)

Slide 21 - Open question

Hij praatte veel
A
Il parlait beaucoup
B
Il parlais beaucoup
C

Slide 22 - Quiz

Vertaal:
Het was super

Slide 23 - Open question

Ik ben geweest
A
je suis été
B
j' ai été

Slide 24 - Quiz

Ik ben gegaan
A
j´ ai allé
B
je suis allé(e)

Slide 25 - Quiz

Ontkenning

Slide 26 - Slide

Klopt deze ontkenning? ce n'important pas
A
ja hoor!
B
neeeeee
C
gut.... geen idee
D
soms wel , soms niet

Slide 27 - Quiz

Maak ontkennend met "niet":
je parle

Slide 28 - Open question