This lesson contains 19 slides, with text slides and 3 videos.
Items in this lesson
Hoofdstuk 2 paragraaf 2
Stroom en spanning
Woensdag 11 november
Slide 1 - Slide
Lesdoel:
- Elektrische stroom
- Stroomsterkte
- Stroom en spanningsmeters
Slide 2 - Slide
Elektrische stroom
- Richting van de elektronen : negatief naar positief
- Elektronenstroom
= lading die zich verplaatst
Slide 3 - Slide
Slide 4 - Video
Uitzondering!
Vroeger dacht men dat de positieve deeltjes verplaatste in plaats van de negatieve deeltjes. Ze noemde de richting van de elektrische stroom dus van positief naar negatief.
Slide 5 - Slide
Grootte van de stroom
- Stroomsterkte = I
- Hoeveelheid lading per seconde die door een draad stroom
Slide 6 - Slide
Berekenen van de stroom
Herhaling vorige les
- I = stroomsterkte in Coulomb per seconde [A]
- Q = lading die passeert in Coulomb [C]
- t = tijd waarin de lading passeert in seconde [s]
I=tQ
Slide 7 - Slide
Stroomsterkte meten
- Stroommeter / ampèremeter
- In serie zetten
- Plus en min kant?
- Locatie stroommeter maakt niet uit
Slide 8 - Slide
Vraag: meten deze stroommeters hetzelfde?
Slide 9 - Slide
Voorwaarde schakeling:
- Moet een spanningsbron opgenomen zijn
- Stroomkring moet gesloten zijn
- Stroomkring moet opgebouwd zijn uit geleidende materialen
Slide 10 - Slide
Spanning
= druk waarmee de stroom wordt rondgepompt
- Hogere spanning zorgt voor een hogere stroomsterkte.
- Spanning = U
- Eenheid van spanning is volt [V]
Slide 11 - Slide
Slide 12 - Video
Slide 13 - Video
Spanning meten
- Spanningsmeter / voltmeter
- Parallel schakelen
Slide 14 - Slide
De spanningsbron is 10 V.
Wat is de stroom over elk
lampje?
Slide 15 - Slide
Multimeter
Kan zowel stroom als spanning meten, en vaak nog veel meer.
Slide 16 - Slide
Slide 17 - Slide
Batterij
Slide 18 - Slide
Dan nu:
1. KeCo van 1.1/1.2 afmaken
2. Huiswerk voor maandag maken = opd: 8, 10, 11, 12