C2 unidad 7 herhaling grammatica (repaso gramática)

Unidad 7 herhaling grammatica
Persoonlijke voornaamwoorden van het lijdend voorwerp (LV) en het meewerkend voorwerp (MV).

1 / 15
next
Slide 1: Slide
SpaansMiddelbare school

This lesson contains 15 slides, with interactive quizzes and text slides.

Items in this lesson

Unidad 7 herhaling grammatica
Persoonlijke voornaamwoorden van het lijdend voorwerp (LV) en het meewerkend voorwerp (MV).

Slide 1 - Slide

Persoonlijke voornaamwoorden LV en MV
LV
MV
me
me
te
te
lo / la
le
nos
nos
os
os
los / las
les

Slide 2 - Slide

LV of MV?
Om te achterhalen of het om een LV om MV gaat stel je de volgende vragen:
LV - wie of wat?
MV - aan wie voor wie?
We gebruiken het persoonlijk voornaamwoord van het LV en MV om niet steeds dat hele zinsdeel te hoeven herhalen.
De plaats van het pers. vnw LV en MV is voor het vervoegde ww!

Slide 3 - Slide

Voorbeelden:
¿Has comprado el regalo? - wat heb je gekocht? LV = el regalo
El regalo = mannelijke enkelvoud - pers. vnw. LV = lo
Antwoord op de vraag ¿Has comprado el regalo? Sí, lo he comprado.
Of ter vervanging in de vraag als je al weet dat het om el regalo gaat: ¿Lo has comprado?

Slide 4 - Slide

Voorbeelden:
¿Has comprado el regalo para Juan? - voor wie heb je iets gekocht? MV = Juan
Juan = 3de persoon enkelvoud (él) - pers. vnw. MV = le
1. ¿Has comprado el regalo para Juan? Sí, le he comprado el regalo.
2. ¿Le has comprado el regalo?

Slide 5 - Slide

Voorbeelden:
¿Has comprado el regalo para Juan? - Sí, se lo he comprado
In deze zin staat zowel een LV (el regalo = lo) en een MV (Juan = le). 
Je kunt ook beide vervangen door het pers. vnw.!
In dat geval:
1. Staat het MV vóór het LV. 
2. Als het MV le of les is + LV dan verandert le/les in se
Sí, se lo he comprado (als antwoord)
¿Se lo has comprado? (als vraag)

Slide 6 - Slide

Oefenen
1. Geef het juiste persoonlijk voornaamwoord van LV of MV of beide. 
2. Zet het pers. vnw. op de juiste plek in de zin.
3. Indien zowel LV en MV vervangen worden dan in de juiste volgorde zetten en eventueel het MV aanpassen naar se.

Slide 7 - Slide

Elena hace la comida (a nosotros) -
vervang alleen het MV door een pers.vnw

Slide 8 - Open question

Elena hace la comida (a nosotros) -
vervang nu zowel LV als MV

Slide 9 - Open question

¿Les has llevado la comida? -
geef antwoord en vervang het LV door pers. vnw.

Slide 10 - Open question

María ha explicado el ejercicio (a mí) -
vervang het MV

Slide 11 - Open question

María ha explicado el ejercicio (a mí) -
vervang het LV en MV

Slide 12 - Open question

¿Quién os ha dicho eso? -
geef antwoord en vervang het LV

Slide 13 - Open question

¿Te han dado la llave? - geef antwoord en vervang het LV

Slide 14 - Open question

A mis abuelos ... he comprado unos libros -
vervang het LV en MV

Slide 15 - Open question