Startles lezen van Inge

'Lezen' in drie lessen.
Je gaat aan de gang met drie lessen over lezen. Tijdens de instructielessen krijg je informatie over de theorie. Bekijk de filmpjes die in de lessen staan en maak de opdrachten uit je boek (groene slide). Je maakt ook de praktische opdrachten van de blauwe slides.

VEEL SUCCES!!
TIP: NEEM TIJDENS DE WERKLESSEN JE OORTJES MEE NAAR SCHOOL, ZODAT JE DE FILMPJES KUNT KIJKEN ZONDER GELUID. 

1 / 30
next
Slide 1: Slide
NederlandsMiddelbare schoolhavo, vwoLeerjaar 1

This lesson contains 30 slides, with text slides and 7 videos.

time-iconLesson duration is: 120 min

Items in this lesson

'Lezen' in drie lessen.
Je gaat aan de gang met drie lessen over lezen. Tijdens de instructielessen krijg je informatie over de theorie. Bekijk de filmpjes die in de lessen staan en maak de opdrachten uit je boek (groene slide). Je maakt ook de praktische opdrachten van de blauwe slides.

VEEL SUCCES!!
TIP: NEEM TIJDENS DE WERKLESSEN JE OORTJES MEE NAAR SCHOOL, ZODAT JE DE FILMPJES KUNT KIJKEN ZONDER GELUID. 

Slide 1 - Slide

Les 1: Lezen
Doel van deze les:
- Je kunt de opbouw van een tekst herkennen.
Je kent de termen:
driedeling
tweedeling
inleiding - kern - slot
alinea's

Slide 2 - Slide

Tekstopbouw
Een tekst heeft altijd een bepaalde opbouw, dit noem je tekstopbouw.
De tekstopbouw kan op twee manieren voorkomen:
driedeling: inleiding - kern - slot
tweedeling: inleiding - kern

Slide 3 - Slide

Inleiding
In de inleiding geeft meestal de informatie over het onderwerp van de tekst. 

Slide 4 - Slide

Kern
De kern is het langste deel van een tekst en behandelt het onderwerp. In de kern kun je vaak deelonderwerpen (alinea's) onderscheiden.

Slide 5 - Slide

Slot
Als de tekst bestaat uit een driedeling bevat de tekst altijd een slot. In het slot staat een korte samenvatting van de tekst of geeft een conclusie. Het slot staat meestal in de laatste alinea van de tekst.

Slide 6 - Slide

Opbouw van alinea's
Elke tekst bevat alinea's. Ook de alinea's hebben een duidelijke opbouw. Een alinea bestaat uit een hoofdmededeling en een uitleg of uitwerking daarvan.
De zin waar de hoofdmededeling in staat noemen we de kernzin. De kernzin is meestal de eerste, tweede of laatste zin van de alinea. 

Slide 7 - Slide

Opdracht (HAVO en VWO)
In de envelop zit een tekst die in stukken is geknipt. Ga in je groepje proberen of je de tekst weer goed aan elkaar kan leggen. Let hierbij op de theorie die ik jullie net heb uitgelegd.
Plak de tekst op een A3-vel en lever de tekst in. 

(Vergeet niet jullie namen op te het vel te schrijven!)

Slide 8 - Slide

Huiswerk
HAVO + VWO: Maak nu van hoofdstuk Lezen 3.2 de opdrachten: 2, 3, 4, 5 en 6 op blz. 100 - 101 (groene vlak). 

HAVO en VWO: Kijk het filmpje over tekstopbouw.

HAVO en VWO: Lees voor de volgende les de theorie op blz 102:
hoofdgedachte, hoofd- en bijzaken, verwijswoorden. 

Slide 9 - Slide

Slide 10 - Video

Les 2:
Doel van deze les:
- Je kunt de hoofdgedachte van een tekst vinden
- Je weet wat hoofd- en bijzaken zijn
- Je weet wat verwijswoorden zijn
Je kent de term:
deelonderwerpen

Slide 11 - Slide

Hoofdgedachte
De hoofdgedachte is het belangrijkste wat een schrijver over het onderwerp van een tekst zegt. 
Hoe vind je de hoofdgedachte?
1. Je zoekt het onderwerp van de tekst;
2. je stelt jezelf de vraag wat het belangrijkste is wat de schrijver over het onderwerp zegt. Je formuleert het antwoord in een zin. 

Kijk het filmpje over hoofdgedachte en onderwerp.

Slide 12 - Slide

Slide 13 - Video

Hoofd- en bijzaken

Niet alle informatie van een tekst is belangrijk. Als je een tekst wilt samenvatten noteer je alleen de hoofdzaken, de belangrijke dingen die in een tekst worden gezegd.
De bijzaken zijn de minder belangrijke informatie. Die kun je weglaten. 

Kijk het filmpje over hoofd- en bijzaken.

Slide 14 - Slide

Slide 15 - Video

Deelonderwerp 
Als in de tekst de deelonderwerpen duidelijk zijn te herkennen ga je kijken wat er van dat deelonderwerp de belangrijkste informatie is. Zoek naar de kernzin van dat deelonderwerp. Een deelonderwerp kan uit meerdere alinea's bestaan!

Kijk het filmpje over deelonderwerpen.

Slide 16 - Slide

Slide 17 - Video

Verwijswoorden
Als een schrijver niet steeds dezelfde woorden wil gebruiken, vervangt hij ze door verwijswoorden. Bijna alle verwijswoorden verwijzen naar iets wat eerder in de tekst is genoemd.
Mijn broer William koop een motor. Hij wil later motorcrosser worden. 

Kijk het filmpje over verwijswoorden.

Slide 18 - Slide

Slide 19 - Video

Huiswerk:
1) HAVO + VWO: Maak op bladzijde 102 - 103 de opdrachten:
7, 8, 9, 10, 11, 12.
2) Zoek in het artikel "Spijt" naar verwijswoorden en onderstreep die met een kleur. 

Als je de opdrachten af hebt, kijk je ze na in de les.
Bekijk de filmpjes van deze les nog eens. 

Slide 20 - Slide

Les 3: Studerend lezen
Doelen van deze les:
- Je kunt een tekst samenvatten
- Je kunt de bedoeling van de schrijver vaststellen (tekstdoelen)
- Je kunt aan de hand van een tekst het leespubliek bepalen
- Je kunt studerend lezen.


Slide 21 - Slide

Tekstdoelen

Slide 22 - Slide

Slide 23 - Slide

Slide 24 - Video

Studerend lezen
Doel van studerend lezen: je leert de informatie voor een toets.

Als je studerend leest:
  • Zoek je de hoofdzaken in elke alinea
  • Je let op de kernzinnen en de vetgedrukte woorden
  • Maak eventueel een (schematische) samenvatting van de inhoud
  • Controleer of je de tekst kent door jezelf vragen te stellen over de tekst. Of je probeert de inhoud na te vertellen. 

Slide 25 - Slide

Leespubliek
Als je wilt vaststellen voor wie een tekst is bedoeld, moet je letten op de bron, onderwerp, woordkeus, zinsbouw en soms ook de afbeeldingen. 

Vraag: Voor wie zou het artikel ove de film 'Spijt' geschreven zijn? 

Slide 26 - Slide

Slide 27 - Slide

Slide 28 - Video

Huiswerk
HAVO: Maken opdrachten op bladzijde 142 - 143:
2, 3, 4, 6, 7 
VWO: Maken opdrachten op bladzijde 142 - 143:
2, 3, 4, 6, 7 en 8
HAVO + VWO: maak de opdracht na deze slide
+ bekijk de filmpjes van deze les nog eens. 

Slide 29 - Slide

Opdracht
Samenvatting maken:
In tweetallen:
Pak een schoolboek: AK, BIO of GS en maak van 1 of 2 paragrafen een (schematische) samenvatting. Houd daarbij rekening met de geleerde stof. Je levert de samenvatting en de paragraaf in.

Datum inleveren samenvatting:
week 41: 8-11 oktober.

Slide 30 - Slide