9.4 Bloed- en orgaandonatie

9.4 Bloed- en orgaandonatie
1 / 36
next
Slide 1: Slide
BiologieMiddelbare schoolvmbo t, mavoLeerjaar 4

This lesson contains 36 slides, with interactive quizzes, text slides and 5 videos.

time-iconLesson duration is: 60 min

Items in this lesson

9.4 Bloed- en orgaandonatie

Slide 1 - Slide

Startopdracht:
Lees de samenvatting van paragraaf 9.2 en 9.3 en maak de examenoefening (vraag 5 t/m 9 op blz. 212 en 213).


timer
8:00

Slide 2 - Slide

Leerdoelen 9.4 deel 1
- Je kunt uitleggen welke bestanddelen van bloed bij een bloedtransfusie gebruikt worden. 
- Je kunt de bloedgroepen benoemen en van iedere bloedgroep de kenmerken beschrijven.
- Je kunt de juiste bloeddonor aan een bloedontvanger koppelen.

Slide 3 - Slide

Bloedtransfusie
Bloed wordt gescheiden in 3 delen:

- rode bloedcellen
- bloedplasma (met daarin o.a. antistoffen)
- bloedplaatjes

Slide 4 - Slide

Bloedgroepen
Bloedgroep: wordt bepaald door rode bloedcellen
  • De antigenen op de bloedcel bepalen de bloedgroep

Er zijn twee indelingen:
  • AB0-systeem
  • Rhesus-bloedgroepensysteem

Slide 5 - Slide

Bloedgroepen
Er zijn 4 bloedgroepen:
  • Bloedgroep A
  • Bloedgroep B
  • Bloedgroep AB
  • Bloedgroep O

Slide 6 - Slide

Bloedgroepen
- Bloedgroep A
- Bloedgroep B
- Bloedgroep AB
- Bloedgroep 0
- Antistoffen
- Antigenen
AB = universele ontvanger
O = universele donor

Slide 7 - Slide

Bloeddonatie
Je krijgt alleen het antigeen van de donor, dus de rode bloedcel. 
Je krijgt geen antistoffen. 

Jouw antistoffen moeten niet ''passen'' op de antigenen van de donor. 

Slide 8 - Slide

Maken
Eerste 8 minuten in stilte
Zelf bestuderen/doorlezen: 9.4
Maken: opdracht 2 t/m 13

Klaar? Nakijken -> antwoorden staan op itslearning, daarna maken samenvatting of testjezelf 

timer
8:00

Slide 9 - Slide

Slide 10 - Video

Startopdracht:
Pak je boek en lees vast de tekst op blz. 190 en 191.


timer
3:00

Slide 11 - Slide

Leerdoelen 9.4 deel 2
- Je kunt uitleggen waarom je rekening moet houden met de resusfactor van bloed bij transfusies. 
- Je kunt beschrijven wat er gebeurt bij een orgaantransplantatie.

Slide 12 - Slide

De rhesusfactor
Rhesuspositief: als je het rhesusantigeen op je bloedcellen hebt (Rh+)
Rhesusnegatief: als je het rhesusantigeen niet hebt (Rh-)

Rhesusnegatief maakt antistoffen tegen rhesuspositief -> klontering!

Slide 13 - Slide

Bloeddonatie patiënt Rh-
Rhesus negatief (Rh-) kan alleen bloed ontvangen van Rh-.
Rh- maakt namelijk antistoffen (anti-rhesus) tegen de antigenen van Rh+.

Slide 14 - Slide

Bloeddonatie Rh+
Rhesus positief (Rh+) kan bloed ontvangen van Rh+ en Rh-.
Rh+ maakt namelijk NOOIT antistoffen tegen rhesus.

Slide 15 - Slide

Rhesusfactor en zwangerschap
Pas na besmetting met Rh+ bloed, maakt iemand die Rh- is antistoffen. 

Bij een tweede zwangerschap kan er een rhesuskindje geboren worden als moeder Rh- is en bij de eerste zwangerschap antistoffen heeft aangemaakt omdat de baby Rh+ is. 


Slide 16 - Slide

Rhesusfactor en zwangerschap

Slide 17 - Slide

Slide 18 - Video

Andere orgaandonaties
De antigenen van de donor op een donororgaan worden door de afweercellen van de ontvanger  herkend als lichaamsvreemd. -->
Afweerreactie en daardoor orgaanafstoting
Voorkomen door afstotingsremmers te slikken.

Slide 19 - Slide

Maken
Eerste 8 minuten in stilte
Zelf bestuderen/doorlezen: 9.4
Maken: 9.2: 9 t/m 17, 9.3: 2 t/m 24 -> Huiswerk

Klaar? Nakijken -> antwoorden staan op itslearning, daarna werken aan ander vak of maken 9.4: 1 t/m 22

timer
8:00

Slide 20 - Slide

Extra uitleg

Slide 21 - Slide

Dus wat zegt jouw bloedgroep?

Slide 22 - Slide

Bloedtransfusie
Bloedgroepen

Slide 23 - Slide

Slide 24 - Video

Slide 25 - Video

Hoe bepaal je je bloedgroep?
klontering na toevoegen antistof A , dan is er een antigen A aanwezig, dus bloedgroep A (of AB)
klontering na toevoegen antistof B , dan is er een antigen B aanwezig, dus bloedgroep B (of AB)

Slide 26 - Slide

Slide 27 - Video

Bloedtransfusie

Slide 28 - Slide

Bloedgroep 0 = universele donor
Bloedgroep AB = universele ontvanger
Bloedgroep O is een universele donor, die kan aan iedereen gegeven worden.

Bloedgroep AB is universeel ontvanger en kan dus van  iedereen bloed ontvangen

Slide 29 - Slide

Slide 30 - Link

Van wie kan je bloed krijgen
bloedgroep A
Bloedgroep B
Bloedgroep AB
Bloedgroep O
Van
Van B
Van O
Van  AB
Van
Van B
Van O
Van O
Van O

Slide 31 - Drag question

Ontvanger : Resus-
Donor : Resus+
Ontvanger : Resus+
Donor : Resus-
Ontvanger : Resus+
Donor : Resus+
Ontvanger : Resus-
Donor : Resus-

Slide 32 - Drag question

Ontvanger bloedgroep: A-
Donor bloedgroep: 0+
Ontvanger bloedgroep: AB+
Donor bloedgroep: B-
Ontvanger bloedgroep: A+
Donor bloedgroep: AB-

Slide 33 - Drag question

Overzicht van de bloedgroepen?
Bloedgroep
antigenen
antistoffen
A
A
anti-B
B
B
anti-A
AB
AB
-
O
-
anti-A en anti-B

Slide 34 - Slide

bloedgroep A
Bloedgroep B
Bloedgroep AB
Bloedgroep O
Geen antigeen 
Antigeen A
Antigeen AB
Antigeen B

Slide 35 - Drag question

bloedgroep A
Bloedgroep B
Bloedgroep AB
Bloedgroep O
Maakt antistof A en B 
Maakt antistof B
Maakt geen antistof
Maakt antistof A

Slide 36 - Drag question