Bespreken opdracht Hersenschimmen

vr. 14 jan. - 4V - 2e/4e uur
  • Bespreken opdracht Hersenschimmen
  • Thema, motieven, perspectief Hersenschimmen.
  • Bespreken resterende vragen Twee vrouwen.
  • Gelegenheid voor vragen / leren voor SE
1 / 20
next
Slide 1: Slide
NederlandsMiddelbare schoolvwoLeerjaar 4

This lesson contains 20 slides, with text slides.

time-iconLesson duration is: 45 min

Items in this lesson

vr. 14 jan. - 4V - 2e/4e uur
  • Bespreken opdracht Hersenschimmen
  • Thema, motieven, perspectief Hersenschimmen.
  • Bespreken resterende vragen Twee vrouwen.
  • Gelegenheid voor vragen / leren voor SE

Slide 1 - Slide

Opdracht Hersenschimmen

Slide 2 - Slide

Vragen over Hersenschimmen
1. Beschrijf in een paar zinnen het verhaal van het boek Hersenschimmen.

2. Leg uit waarom Hersenschimmen fictie is en waarom het geen non-fictie is. (Zie LL. M1 blz. 26)

3. Gelet op het taalgebruik in Hersenschimmen kun je zeggen dat er sprake is van foregrounding, leg dat uit. Gebruik ook de informatie uit het uittreksel in je antwoord. (Zie o.a. LL M1 blz. 26)

Slide 3 - Slide

Beantwoording vraag 3
  • De taal is Maartens laatste houvast. Het is voor hem het middel om de werkelijkheid te structureren.
  • De stijl weerspiegelt het proces van aftakeling: naar het einde toe worden alinea's en zinnen steeds korter en fragmentarischer, totdat Maarten geen taal meer heeft, geen vat meer heeft op de werkelijkheid: hij is overleden → de bladzijden zijn leeg .
 

Slide 4 - Slide

Vragen over Hersenschimmen
4. Geef een voorbeeld van spanning ontstaan door een raadsel, een geheim of door dreiging.
  • een raadsel → personage en lezer zijn onwetend
  • een geheim → lezer heeft bepaalde informatie niet
  • een dreiging → het personage is onwetend

5. Noem een open plek in Hersenschimmen. Leg uit hoe deze open plek wordt ingevuld.

Slide 5 - Slide

Vragen over Hersenschimmen
6. Bernlef is van mening dat er geen eenduidig beeld van de werkelijkheid bestaat. Ieder mens construeert een beeld aan de hand van zijn eigen herinneringen, zijn eigen persoonlijke hersenschimmen. Toch probeert de mens voortdurend vat te krijgen op de werkelijkheid; met behulp van allerlei systemen probeert hij de realiteit te ordenen. (Zie het uittreksel bij “Onderwerpen”.)

Slide 6 - Slide

Vragen over Hersenschimmen
Vervolg vraag 6
Leg met behulp van voorbeelden uit Hersenschimmen uit dat het bovenstaande naar voren komt in het boek. Gebruik in ieder geval de volgende woordgroepen in je antwoord: geen eenduidig beeld van de werkelijkheid; voortdurend vat te krijgen op de werkelijkheid.

7. Hoe weet je aan het einde van het boek dat Maarten overleden is?



Slide 7 - Slide

Beantwoording vraag 6
6. Bernlef is van mening dat er geen eenduidig beeld van de werkelijkheid bestaat. Ieder mens construeert een beeld aan de hand van zijn eigen herinneringen, zijn eigen persoonlijke hersenschimmen. 

Het beeld dat Maarten van de werkelijkheid heeft gaat steeds meer verschillen van dat van Vera. Toch zijn beide beelden 'waar' (in het hoofd van Maarten gebeurt namelijk echt wat hij beschrijft) waardoor je kunt stellen dat er geen eenduidig beeld van de werkelijkheid bestaat.

Slide 8 - Slide

Beantwoording vraag 6
Toch probeert de mens voortdurend vat te krijgen op de werkelijkheid; met behulp van allerlei systemen probeert hij de realiteit te ordenen. (Zie het uittreksel bij “Onderwerpen”.)

In het boek is de taal Maartens houvast. Zijn systeem om de realiteit te ordenen, ofwel het instrument om 'metingen' uit de werkelijkheid vast te leggen: om voortdurend vat te krijgen op de werklijkheid. Taal maakt de wereld voor hem begrijpelijk. Later maakt het gebrek aan taal de wereld voor hem onbegrijpelijk (en vice versa).

Slide 9 - Slide

Vragen over Hersenschimmen
7. Hoe weet je aan het einde van het boek dat Maarten overleden is?



Slide 10 - Slide

Vragen over Hersenschimmen
8. Het motto van de roman is afkomstig uit het gedicht 'The Building' van Philip Larkin:
              A Touching dream to which we are all lulled
             But wake from separately


In vertaling van Jan Eijkelboom (in: Philip Larkin, Gedichten, Amsterdam,1983) luidt het:
'een mooie droom waar iedereen wordt ingewiegd / en elk apart uit wakker wordt'.

       --> Probeer uit te leggen wat dit motto met het verhaal van Hersenschimmen te maken heeft.

Slide 11 - Slide

Beantwoording vraag 8
Dit motto staat symbool voor waar het in Hersenschimmen om draait: er bestaat geen eenduidig beeld van de werkelijkheid. Ieder mens construeert een beeld aan de hand van zijn eigen herinneringen, zijn eigen persoonlijke hersenschimmen: ieder mens ervaart zijn eigen realiteit.

Slide 12 - Slide

Hersenschimmen: thematiek
  • Verwijzingen naar het einde/de dood:
  • --> taal die afbrokkelt;
  • --> verdwijnende herinneringen (ben je dan nog?);
  • --> de winter en het isolement;
  • --> wegvallende lichamelijke functies;
  • --> verlies van gevoel voor conventies.
  • Motieven die hierbij horen: Graham Greenes roman, de foto’s, de hond, het verlangen naar lente, de kinderen, flash-backs, Engels-Nederlands.

Slide 13 - Slide

Hersenschimmen: vertelsituatie en stijl
Ik-perspectief:
  • De auteur heeft zich goed verplaatst in de situatie van Maarten en laat de lezer dit voelen.
  • Sommige beschrijvingen van Maarten zijn toch uitgebreider en soepel.
Stijl: helder en direct > vergroot tragiek.
  • Realistische weergave (door deskundigen bevestigd).
  • De auteur heeft de ongrijpbaarheid van de wereld gegoten in een herkenbare en kenbare vorm en een romanwerkelijkheid gecreëerd. 

Slide 14 - Slide

Taalgebruik en het einde van het boek
  • Maarten verliest de macht over zijn taal: 'Alsof ik woorden verlies zoals een ander bloed' (p. 70). 
  • Met de taal verdwijnt de mogelijkheid tot communiceren en daarmee de mogelijkheid om de werkelijkheid in woorden begrijpelijk te maken. 
  • Op het laatst voelt hij zich helemaal leeg; hij heeft weinig woorden meer en niemand begrijpt hem: 'ik ben van mijn taal nog de enige overlevende.' 
  • Op dat moment is de taal onsamenhangend, zijn er veel onvolledige zinnen onderbroken door drie puntjes.

Slide 15 - Slide

Opdracht Twee vrouwen
resterende vragen

Slide 16 - Slide

5.Noem drie voorbeelden van verschillende stijlfiguren uit het boek (woorden + bladzijden) en leg ze kort uit.
Bijvoorbeeld:
  • Herhaling: ruik / geur (p. 18)
  • Opsomming:‘Ze is getroffen in haar hoofd, haar hart en haar buik.’ (p. 83)
  • Hyperbool: ‘alles was bespat met bloed’ (p. 83)
  • Ironie: tirades over de studie andragologie aan de Universiteit van Amsterdam en over de moderne Nederlandse literatuur, die 'op één of twee schrijvers na, uitsluitend bestaat uit een veredeld soort boeken voor de rijpere jeugd'. (p. 25)

Slide 17 - Slide

6. Noem twee verschillende vormen van beeldspraak uit het boek (woorden + bladzijden) en leg ze kort uit.

  • Pagina 13 staat vol met vergelijkingen: ‘Waar de heuvels beginnen, houdt Holland op, het mensenwerk, de beheersing: daar begint de wereld, het gegevene. Op dat punt, waar de moraal overgaat in de natuur, maakt zich van mij altijd een ernst meester van een soort, die ik in Holland niet ken. Zij verrijst in mij zoals om mij heen de aarde zich verheft….’ (etc.)
  • ‘Zij lag half op de bank, half op de grond, als de neergestorte Nikè van Samothrake’: p. 83
  • Personificatie: ‘het kolkende verkeer met zijn stank en driftaanvallen’ (p. 10) 

Slide 18 - Slide

7. Er zit veel symboliek in bepaalde situaties en gebeurtenissen. Welke symbolen zijn je opgevallen? Noem er tenminste twee.
Bijvoorbeeld:
Dood: Een man en een vrouw in een zwarte sportwagen halen haar tweemaal veel te hard in en liggen even later dood onder een truck (p. 64). Een oude dame, helemaal in het zwart, wacht haar op in het pension (p. 73). De diepe bouwput onder haar raam op de bovenste verdieping ligt er 'als een wachtend graf' (p. 85) en wordt een bouwput bij haar raam vergeleken met een ‘inferno’ (p. 13).

Slide 19 - Slide

Heel veel succes dinsdag!!

Slide 20 - Slide