herhalen tijdvak 8

vorige les
Modern imperialisme
koloniale expansie
conferentie van Berlijn
invloedsferen

racisme
1 / 18
next
Slide 1: Slide
GeschiedenisMiddelbare schoolhavoLeerjaar 4

This lesson contains 18 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 45 min

Items in this lesson

vorige les
Modern imperialisme
koloniale expansie
conferentie van Berlijn
invloedsferen

racisme

Slide 1 - Slide

Wat is modern imperialisme?
A
Koloniën die een eigen staat wilden maken door onafhankelijkheid.
B
Het onafhankelijk worden van veel koloniën.
C
het zoeken naar meer grondgebied voor exploitatie.
D
De race om Afrika tussen Engeland en Frankrijk.

Slide 2 - Quiz

Tijdens de conferentie van Berlijn werd
A
Afrika verdeeld onder West-Europese landen
B
Azië verdeeld onder West-Europese landen
C
Australië verdeeld onder West-Europese landen
D
Zuid-Amerika verdeeld onder West-Europese landen

Slide 3 - Quiz

 superioriteitsgevoel
Afzetmarkt
Europese landen concurreren met elkaar om wie de meeste macht heeft 
Door de industriële revolutie zijn er veel grondstoffen nodig om de machines draaiende te houden 
Economische oorzaak
modern imperialisme 
Politieke oorzaak
modern imperialisme 
Culturele oorzaak
modern imperialisme 

Slide 4 - Drag question

Herhaling tijdvak 8

Slide 5 - Slide

De periode van de Industriële revolutie plaatsen wij
A
1600-1700
B
1700-1800
C
1800-1900
D
1900-2000

Slide 6 - Quiz

De Industriële revolutie werd aangevuld door nog een revolutie
A
De technologische revolutie
B
de Franse revolutie
C
de Neolithische revolutie
D
de transportrevolutie

Slide 7 - Quiz

Voor de Industriele Revolutie
Na de Industriele Revolutie

fabrieken
kapitalisme
landbouwsamenleving
handwerkers
huisnijverheid
spinmachine

Slide 8 - Drag question

Volgens de liberalen moest er een grondwet komen om
A
ook de arbeiders stemrecht te geven
B
de macht van de koning te beperken
C
de rijkdom beter te verdelen
D
de bevolking meer hulp te bieden

Slide 9 - Quiz

Liberalen willen zo min mogelijk
A
bemoeienis en regelzucht van de overheid
B
macht voor fabriekseigenaren
C
vertegenwoordigers in de Tweede Kamer
D
buitenlandse invloeden

Slide 10 - Quiz

Nationalisten streven naar
A
een eigen natiestaat
B
een Europese gemeenschap
C
oorlogswinst
D
één sterke leider

Slide 11 - Quiz

Wat is het socialisme?
A
politieke stroming die gelijke rechten wil voor mannen en vrouwen
B
politieke stroming die opkomst voor zoveel mogelijk vrijheid voor de bevolking
C
politieke stroming die uitbuiting van arbeiders door fabriekseigenaren wil stoppen
D
politieke stroming waarbij bedrijven zo veel mogelijk winst kunnen maken

Slide 12 - Quiz

Wat is het parlement?
A
de eerste en tweede kamer samen
B
het kabinet
C
de overheid
D
alle ambtenaren in Nederland

Slide 13 - Quiz

Thorbecke was een:
A
Communist
B
Socialist
C
Man van adel
D
Liberaal

Slide 14 - Quiz

Nederland kreeg in 1848 een nieuwe grondwet. Hieronder staan vier uitspraken over deze grondwet. Welke twee uitspraken zijn juist?
A
Met de nieuwe grondwet werd de schoolstrijd opgelost.
B
Nederland werd een constitutionele monarchie.
C
Het kiessysteem van evenredige vertegenwoordiging werd in de grondwet vastgelegd.
D
De nieuwe grondwet was het begin van de ministeriële verantwoordelijkheid.

Slide 15 - Quiz

Liberalisme
Socialisme
Confessionalisme
Wie stemt?
Kern
Vrijheid
Rijken
Geloof
Gelovigen
Gelijkheid
Arbeiders

Slide 16 - Drag question

Wat is de schoolstrijd?
A
De strijd om het openen van bijzonder onderwijs
B
De strijd om het sluiten van bijzonder onderwijs
C
De strijd om het recht op subsidie voor bijzonder onderwijs
D
De strijd om het recht op subsidie voor openbaar onderwijs

Slide 17 - Quiz

Wat is verzuiling?
A
De samenleving wordt ingedeeld op basis van levensbeschouwing
B
De samenleving wordt ingedeeld op basis van godsdiensten
C
De samenleving wordt ingedeeld op basis van leeftijd
D
De samenleving wordt ingedeeld op basis van geslacht

Slide 18 - Quiz