Het gouden ei Les 5: Perspectief

Deze les maak je op vrijdag 3 april

slide 1 t/m 22
1 / 22
next
Slide 1: Slide
NederlandsMiddelbare schoolvwoLeerjaar 3

This lesson contains 22 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 45 min

Items in this lesson

Deze les maak je op vrijdag 3 april

slide 1 t/m 22

Slide 1 - Slide

Vorige les heb je geleerd...
...om een aantal literaire begrippen die te maken hebben met de titel, de tijd en ruimte, de personages en het begin van een verhaal toe te passen op Het gouden ei.

Slide 2 - Slide

Deze les ga je...
...de vier perspectieven herhalen.
...leren wat het effect van een verandering van perspectief kan zijn.

Slide 3 - Slide

Wat is er met Saskia gebeurd?

Slide 4 - Open question

Hoe wordt het verhaal verteld?

Een perspectief geeft aan hoe een verhaal wordt verteld.

We kunnen vier soorten perspectieven onderscheiden:

- Ik-perspectief: vanuit de ik-persoon (in het hoofd)

- Personaal perspectief: vanuit de hij/zij-persoon (in het hoofd)

- Auctoriaal (alwetend) perspectief: helikopterview (de schrijver weet alles van iedereen en levert soms ook commentaar)

- Wisselend perspectief: er wordt afgewisseld tussen de verschillende perspectieven. Er wordt bijvoorbeeld afgewisseld tussen twee hoofdpersonages die elk hoofdstuk vanuit hun eigen ik-perspectief de gebeurtenissen beschrijven.


Slide 5 - Slide

Ik-perspectief
  • Je ziet alles door de ogen van de verteller
  • Geschreven in de ik-vorm
  • Leert de ik-persoon heel goed kennen
  • Komt niet te weten wat andere personages voelen of denken

Slide 6 - Slide

Ik-perspectief
Een ijskoude rilling was langs mijn ruggengraat omhoog gekropen. Op de gastenlijst komen voor het Feest is moeilijker dan geblinddoekt je rijexamen halen. Het verhaal gaat dat ze je van tevoren screenen, al heeft niemand een idee wie die ‘ze’ zijn en hoe dat screenen in zijn werk gaat. Hadden ze me de afgelopen weken in de gaten gehouden? Was ik al die tijd zonder dat ik het doorhad bekeken en afgeluisterd?
                                                (Uit: Zes seconden – Daniëlle Bakhuis)

Slide 7 - Slide

Personaal perspectief
  • Je ziet alles door de ogen van één persoon
  • Geschreven in de hij- of zij-vorm
  • Leert de hoofdpersoon goed kennen

Slide 8 - Slide

Personaal perspectief
Gieles probeerde zich een schuddende aarde voor te stellen. Een schuddend dak was hem niet vreemd. Als ‘s nachts zware vrachtkisten opstegen, bonkte het dak als een oude centrifuge. Gieles zapte weg van de aardbeving naar Animal Planet. Een vlooiende bonobo en haar jong zaten onder een boom. Zijn vriend Toon vertoonde overeenkomsten met apen.
                                           (Uit: Glijvlucht – Anne-Gine Goemans)

Slide 9 - Slide

Alwetend perspectief
  • De verteller is iemand die alles weet van alle personages
  • Geschreven in de hij- en zij-vorm
  • Komt te weten wat alle personages zien, horen, voelen en denken
  • Verteller weet wat er is gebeurd en wat nog gaat gebeuren

Slide 10 - Slide

Alwetend perspectief
Het was nog donker, toen in de vroege morgen van de tweeëntwintigste december 1946 in onze stad, op de eerste verdieping van het huis Schilderskade 66, de held van deze geschiedenis, Frits van Egters, ontwaakte.
                                                                (Uit: De avonden – Gerard Reve)

Slide 11 - Slide

Wisselend perspectief
  • Je ziet de gebeurtenissen door de ogen van verschillende personages
  • Je ziet dezelfde gebeurtenissen vanuit verschillende invalshoeken
  • Kan gebruik worden gemaakt van de ik-vertelsituatie (meerdere ik-figuren, meervoudige ik-vertelsituatie) of van de personale vertelsituatie (meerdere hij- of zij-figuren, meervoudige personale vertelsituatie)

Slide 12 - Slide

Meervoudig perspectief
Hoofdstuk 1: Ik had deze vakantie moeten afzeggen. Sinds ik ben opgestaan, heb ik al het gevoel dat ik moet huilen.
Hoofdstuk 2: Denkt Lilly nou echt dat ik haar niet zie janken? Wat een muts. Geïrriteerd wend ik me van haar af.
Hoofdstuk 3: ‘Anouk.’ Iemand fluistert mijn naam. Waar ben ik? Het is nacht. En donker. Maar aan de grillige zwarte schaduwen om me heen kan ik zien dat ik in een bos ben.
                                                             (Uit: Shock – Mel Wallis de Vries)

Slide 13 - Slide

'Ik liep naar het lokaal toe. Ik wist toen al dat ik een 8 voor de toets zou gaan halen, zo goed had ik geleerd.'
A
ik-perspectief
B
personaal perspectief
C
alwetend perspectief
D
meervoudig perspectief

Slide 14 - Quiz

Welke is onjuist?
Een personaal perspectief...
A
is onbetrouwbaar
B
heeft een verteller die afwezig is in het verhaal
C
vertelt vanuit hij/zij
D
staat in de ik-vorm

Slide 15 - Quiz

Opdracht: perspectief
Het Gouden Ei is geschreven in de hij/zij-vorm. In deze opdracht herschrijf je een fragment van de hij/zij-vorm naar de ik-vorm. Het is misschien nodig dat je kleine gebeurtenissen verandert, weglaat of er iets bij verzint. Zorg ervoor dat jouw tekst ongeveer net zo lang is als het gekozen fragment.

Slide 16 - Slide

Opdracht: perspectief
Maak een keuze uit de volgende fragmenten:
1. Bovenaan een [...] wieltjes voortrok blz. 8-9   (in de pdf blz. 3-4) 
2. Had ze [...] onbeheerd stond blz. 14-15        (in de pdf blz. 8) 
3. De Fransen […] niet zwemmen! blz. 30-31   (in de pdf blz. 17) 

Schrijf je fragment op de volgende slide.

Slide 17 - Slide

Maak een keuze uit de volgende fragmenten:
1. Bovenaan een [...] wieltjes voortrok blz. 8-9 (in de pdf blz. 3-4)
2. Had ze [...] onbeheerd stond blz. 14-15 (in de pdf blz. 8)
3. De Fransen […] niet zwemmen! blz. 30-31 (in de pdf blz. 17)


Slide 18 - Open question

a. Wat verandert er als je de hij/zij-vorm in de ik-vorm verandert?
b. Beleef je het verhaal nu op een andere manier? Misschien kun je je beter inleven, of juist niet?
c. Wordt het verhaal spannender of juist niet?
Geef zo nauwkeurig mogelijk antwoord.

Slide 19 - Open question

Lesdoelen:
Ik weet welke vier perspectieven er zijn.
A
Ja
B
Nee

Slide 20 - Quiz

Lesdoelen:
Ik weet wat een verschil in perspectief voor effect kan hebben voor het verhaal en op de lezer.
A
Ja
B
Nee

Slide 21 - Quiz

Einde van deze les

Slide 22 - Slide