Klas 4 Examenbundel blz. 46 t/m 54

• Nederlands
• Middelbare school
• vmbo t
• Leerjaar 4

Maandag 10 oktober

Deze les:

• Verder  met theorie en oefenen examenbundel

Leerdoelen

• Ik kan signaalwoorden in een tekst aanwijzen en benoemen welk tekstverband het signaalwoord aangeeft.
• Ik kan benoemen wat de hoofdgedachte van een tekst is. 
• Ik kan benoemen welke zinnen bruikbaar zijn voor een samenvatting van de tekst.

Tekstverbanden en signaalwoorden

Tekstverbanden (tekstrelaties)

• Samenhang
• Verband (relatie) tussen woorden, zinnen en alinea's
• Tekstverband kan duidelijk worden door signaalwoorden

Tekstverbanden (tekstrelaties)

• Oorzaak-gevolg                                         Doordat het sneeuwde, had de trein vertraging. 
• Doel-middel                                               Je gebruikt een pen om te schrijven. 
• Uitspraak-voorbeeld                                Hij wil een nieuwe telefoon, bijvoorbeeld een Samsung.
• Tegenstelling                                             Hoewel het veld doorweekt was, trainde het Nederlands elftal                                                                                    rustig verder.

• Opsomming                                               Ik moet huiswerk maken. Ook moet ik nog trainen.
• Voorwaarde                                               Als je op tijd komt, mag je nog meedoen. 
• Reden of argument                                 De show gaat niet door, want de hoofdrolspeler is ziek.
• Conclusie                                                   Je hebt een onvoldoende, dus je moet volgende keer beter leren.

Tekstverbanden (tekstrelaties)

• Samenvatting                                          Kortom, het was een geweldige dag!
• Volgorde                                                   Eerst ga ik sporten, vervolgens ga ik douchen en daarna plof ik neer                                                                        op de bank.
• Bevestiging                                               Deze bijeenkomst is inderdaad van groot belang.

Oefenen: signaalwoorden

De toekomst van het lezen: papier of digitaal?

Vroeger gingen ook kinderen wekelijks boeken lenen in de bibliotheek om zich in

hun vrije tijd te amuseren. Daarin is inmiddels veel verandering gekomen,

(uitspraak-voorbeeld:) ………………………… door de opkomst van tv en vooral van digitale boeken, spellen en internet. 

Kies uit: maar - vervolgens - immers - daarom - bijvoorbeeld - toch - verder - tenzij - dus - zo

Oefenen: signaalwoorden

(Reden:) ………………………… vragen veel mensen zich af, of het papieren boek nog

wel een toekomst heeft. Waarom zou je nog een stapel voorbedrukt papier

aanschaffen voor veel geld, (voorwaarde:) ………………………… als je thuis op je eigen tablet duizenden boeken kunt downloaden?

Kies uit: maar - vervolgens - immers - daarom - bijvoorbeeld - toch - verder - tenzij - dus - zo

Oefenen: signaalwoorden

(Tegenstelling:) ………………………… zijn er ook andere meningen.

(Uitleg:) ………………………… zijn er heel veel mensen die een papieren boek veel

prettiger vinden om te lezen. (Reden:) ………………………… : je kunt in zo’n boek

lekker heen en weer bladeren, veel gemakkelijker dan in een elektronisch boek.

(Opsomming:) ………………………… kun je een ‘echt’ boek in je kast zetten, zodat

je veel beter kunt genieten van je mooie verzameling.

Kies uit: maar - vervolgens - immers - daarom - bijvoorbeeld - toch - verder - tenzij - dus - zo

Oefenen: signaalwoorden

(Opsomming:) ………………………… is er een groot verschil tussen leer- en

leesboeken. In een leerboek is het fijn om te kunnen doorklikken naar een

filmpje of een website.

(Tegenstelling:) ………………………… met echte leesboeken wil je je juist afsluiten

van de buitenwereld, zodat je helemaal kunt opgaan in de wereld van het

verhaal.

Kies uit: maar - vervolgens - immers - daarom - bijvoorbeeld - toch - verder - tenzij - dus - zo

Oefenen: signaalwoorden

(Voorwaarde:) ………………………… de moderne computers zich zo ontwikkelen dat

ze je dit fijne gevoel ook kunnen geven, zal het papieren boek nog heel lang een

belangrijke plaats innemen in het leven van de echte lezers.

(Conclusie:) ………………………… : op naar de boekwinkel! Papieren en digitale

boeken kunnen heel goed naast elkaar bestaan, elk met de eigen voor- en

nadelen in het gebruik.

Kies uit: maar - vervolgens - immers - daarom - bijvoorbeeld - toch - verder - tenzij - dus - zo

Tekst 6 - blz. 47

Verkeerschaos dreigt in het heelal

Vraag 16

1. A
2. B
3. C
4. D

Hoofdonderwerp en hoofdgedachte

Tekst 7 - blz. 49-50

DomTom

Vraag 17

1. A
2. B
3. C
4. D

Hoofdzaken

Tekst 8 - blz.  52-53

Bang voor de spreekbeurt

Vraag 18

	bruikbaar	onbruikbaar
1. "Alle (...) lessenaar." (r. 2-4)
2. "Hij (...) is." (r. 7-9)
3. "Maar (...) toespreken." (r. 10-12)
4. "Zij (...) overgeven." (r. 17-19)
5. "Kwaad (...) weg." (r. 20-22)
6. "Sommige (...) liever." (r. 22-24)

Vraag 19

Welke zin of zinnen geven een goede samenvatting van de alinea's 4 tot en met 6? Noteer het nummer of de nummers. 

Vraag 20

Podiumvrees heeft een unieke eigenschap. Vat die eigenschap samen in een zin van maximaal 15 woorden.

Vraag 21

In de alinea's 8 tot en met 11 worden vier manieren besproken om spreekangst te verminderen. Met welke zinnen worden deze vier manieren goed samengevat? Noteer de nummers.