“Nu gaan we papa weer uit de kist halen” of “nu moet oma echt weer terugkomen want ik ben bijna jarig”. Ze weten niet dat als je dood bent dat je dan ook voor altijd wegblijft.
In deze leeftijdsfase is het belangrijk om kinderen te vertellen dat het lichaam echt stuk is.
Het is belangrijk dat je niet zegt dat doodgaan hetzelfde is als slapen of op reis gaan. Kinderen durven dan vaak niet meer te gaan slapen of zijn voortaan bang als er iemand op reis moet.
Verder denken kleuters animistisch. Dit betekent dat alles in hun beleving leeft (wolken, auto, zon, tafel). Ook de dood geven ze een levende plaats.
Omdat ze magisch denken, denken zij vaak dat hun boosheid, stout gedrag of iets dergelijks de oorzaak is geweest van de dood van hun ouder. “mijn vader is verhuisd omdat ik wou dat hij wegging”
Kleuters stellen veel en vaak praktische vragen. Bijv. lopen er nu wormen door opa? Is het niet zielig om alleen in een kist te liggen?