oefenen onderdelen bloedomloop
1 / 22
Items in this lesson
Slide 1 - Slide
Slide 2 - Slide
Slide 3 - Slide
Slide 4 - Slide
Slide 5 - Slide
Slide 6 - Slide
Hoe heet letter U ?
A
Longslagader
B
longader
C
kransslagader
D
aorta
Slide 7 - Quiz
Sleep de onderdelen naar het hart!
Rechterboezem
Rechterkamer
Linker
boezem
Linkerkamer
Slide 8 - Drag question
Hoe heet letter Q ?
A
Longslagader
B
longader
C
kransslagader
D
aorta
Slide 9 - Quiz
Hoe heet letter T ?
A
Longslagader
B
longader
C
kransslagader
D
aorta
Slide 10 - Quiz
Hoe heet letter R ?
A
Longslagader
B
longader
C
holle ader
D
aorta
Slide 11 - Quiz
Hoe heet letter S ?
A
Longslagader
B
longader
C
holle ader
D
aorta
Slide 12 - Quiz
Hoeveel boezems heeft het hart?
A
1
B
4
C
3
D
2
Slide 13 - Quiz
In de afbeelding zie je het hart met enkele bloedvaten
welk punt geeft een kransslagader aan?
Slide 14 - Drag question
Hoort nummer 1 bij de grote of de kleine bloedsomloop?
A
kleine bloedsomloop
B
grote bloedsomloop
Slide 15 - Quiz
Tot welke bloedsomloop hoort de onderste holle ader?
A
Kleine bloedsomloop
B
Grote bloedsomloop
Slide 16 - Quiz
Welk bloedvat is de slagader?
A
1
B
2
C
3
Slide 17 - Quiz
Met welk nummer wordt de poortader aangegeven?
A
2
B
6
C
7
D
8
Slide 18 - Quiz
In de afbeelding
is de poortader aangegeven met nummer:
is de poortader aangegeven met nummer:
A
1
B
2
C
3
D
4
Slide 19 - Quiz
De poortader vervoert..
A
zuurstofarmbloed
B
zuurstofrijk bloed
C
gemengd bloed
Slide 20 - Quiz
Waar begint de aorta?
Slide 21 - Open question
welk nummer is de aorta?
