werkwijze gedragstherapeut, anamneses en diagnostiek

Kattengedrag module 3
werkwijze gedragstherapeut, anamneses, diagnostiek
les van 6 mei 2022
1 / 15
next
Slide 1: Slide
DierverzorgingHBOStudiejaar 2

This lesson contains 15 slides, with interactive quizzes and text slides.

Items in this lesson

Kattengedrag module 3
werkwijze gedragstherapeut, anamneses, diagnostiek
les van 6 mei 2022

Slide 1 - Slide

Uitleg
Hieronder volgen meerdere vragen over de lesstof van de les van 6 mei 2022 over de werkwijze van de gedragstherapeut, anamneses, diagnostiek

Bij de meeste vragen staat ook een toelichting van het juiste antwoord.

Slide 2 - Slide

Welke stelling is niet waar.


A
gedragstherapie is een vak
B
meeste therapieën komen uit humane gedragstherapie
C
ook in humane gedragstherapie spelen leertheorieën een belangrijke rol
D
gedragstherapie bij de kat kan alleen ingezet worden als de kat daar zelf open voor staat.

Slide 3 - Quiz

Tijdens de anamnese vertelt de eigenaar welk probleemgedrag de kat vertoont. Hierop baseren we ons advies.
A
waar
B
niet waar

Slide 4 - Quiz

Toelichting anamnese
Tijdens de anamnese fase verzamelen we op verschillende manieren informatie over de kat: dmv anamneseformulier/vragenlijst, gedragsconsult en via observatie tijdens consult of videobeelden.
We werken hierbij systematisch: omschrijven eerst het gedrag, prikkel en dan pas achterhalen we de motivatie. een handig hulpmiddel hiervoor is het werkblad.

Slide 5 - Slide

Welke stelling is juist?
1. Externe prikkels worden waargenomen door zintuigen.
2. Interne prikkels kunnen ook gedrag sturen
A
Stelling 1 is juist
B
Stelling 2 is juist
C
Beide stellingen zijn juist
D
Beide stellingen zijn onjuist

Slide 6 - Quiz

Toelichting prikkels
Een prikkel of stimulus is een verandering in de uitwendige of inwendige omgeving waarop een organisme reageert. 
De prikkel is belangrijk te achterhalen, zonder prikkel is het moeilijk om adviezen te geven.


Slide 7 - Slide

Welke van onderstaande is een goede omschrijving van een prikkel
A
Het ruiken van voedsel
B
De eigenaar
C
Verveling
D
Angst voor geluid

Slide 8 - Quiz

Toelichting prikkel
2 is te algemeen
3 is meer motivatie
4 is interpretatie 
Juiste prikkel: denk aan zintuigen. soms moeilijk directe prikkel te benoemen, met name bij abnormaal gedrag.

Slide 9 - Slide

Vertel in eigen woorden wat er met ‘context’ bedoeld wordt.

Slide 10 - Open question

Wat is prikkel en wat is context in het volgende voorbeeld?
Een kat vertoont redirectie agressie naar de eigenaar. Dit uit zich in slaan met nagels en vocaliseren.
Dit gebeurt als: 1) de eigenaar binnen 3 meter passeert. 2) de kat net uit de tuin komt. 3) de buurtkater achter de schutting is.

Slide 11 - Open question

Wat is niet waar over motivatie:

A
motivatie is een wisselende geneigdheid tot het reageren op één en dezelfde prikkel.
B
motivationele factoren zeggen niks over de motivatie van het dier
C
motivatie is een behoefte om bepaald gedrag te vertonen
D
motivatie kan beïnvloed worden door zowel inwendige als uitwendige factoren

Slide 12 - Quiz

Toelichting 
motivationele factoren zijn de drijfveren die in de kat een rol spelen om te reageren op een prikkel. motivatie/behoefte en toestand. Samen met de prikkel wekken ze het gedrag op. 

Motivationele factoren zijn factoren die de motivatie van de kat beïnvloeden om bepaald gedrag te vertonen.

Slide 13 - Slide

Welke 4 stappen volg je tijdens een casus om uiteindelijk tot een juiste therapie te komen?

Slide 14 - Open question

toelichting stappen 
1: objectief observeren, uitvragen van gedrag, aantal essentiële vragen voordat oorzaken achterhalen.
2. essentiële vragen per motivationele factor bedenken, korte en bondige analyse, verwerking van alle relevante info.
3. samenvatting/conclusie, afgestemd op voorgaande analyse.
4. therapiemethoden / interventies bedenken.

Slide 15 - Slide