This lesson contains 12 slides, with text slides.
- Terugblik les
- Uitleg nieuwe theorie
- Aan het werk
- Les bespreken
- Huiswerk opgeven
- Signaalwoorden in een tekst herkennen
- Chronologische, opsommende en tegenstellende verbanden in een tekst herkennen
Tekstverbanden en signaalwoorden
Beschrijft gebeurtenissen in de juiste volgorde
Signaalwoorden: vroeger, later, nu, vervolgens, nadat, terwijl, dadelijk, intussen, binnenkort - ook jaartallen en data
Worden dingen achter elkaar genoemd.
Signaalwoorden: Ten eerste, ten tweede, om te beginnen, bovendien, ook, verder, ten slotte, en, ook, (liggenstreepje, dots en getallen)
Worden tegenovergestelde zaken genoemd.
Signaalwoorden: maar, tegenover, daarentegen, toch, echter, hoewel, ofschoon, ondanks, aan de ene kant.... aan de andere kant.
Maken opdracht 2 t/m 4
Nakijken gemaakte opdrachten
Klaar? oefenboek, leesdossier, leesboek
Wat doen we de volgende les?
Maken: opdracht 2 t/m 4
PTA/Toets:
Let op! Huiswerkcontrole
k.poorthuis@bc-enschede.nl