met voorbeelden uitleggen hoe het christendom werd verspreid;
uitleggen dat de samenwerking tussen Frankische koningen en de kerk voordelig was voor beide partijen;
de kerkelijke hiërarchie beschrijven;
uitleggen waar en hoe de islam ontstond, en over welke gebieden deze religie zich verspreidde;
uitleggen hoe het kalifaat omging met joden en christenen;
voorbeelden noemen van christelijke expansie;
uitleggen om welke redenen mensen deelnamen aan de kruistochten;
positieve en negatieve gevolgen beschrijven van de christelijke expansie.
1 / 13
next
Slide 1: Slide
GeschiedenisMiddelbare schoolhavoLeerjaar 4
This lesson contains 13 slides, with text slides and 3 videos.
Lesson duration is: 50 min
Items in this lesson
Leerdoelen
Na het bestuderen van de paragraaf kun je
met voorbeelden uitleggen hoe het christendom werd verspreid;
uitleggen dat de samenwerking tussen Frankische koningen en de kerk voordelig was voor beide partijen;
de kerkelijke hiërarchie beschrijven;
uitleggen waar en hoe de islam ontstond, en over welke gebieden deze religie zich verspreidde;
uitleggen hoe het kalifaat omging met joden en christenen;
voorbeelden noemen van christelijke expansie;
uitleggen om welke redenen mensen deelnamen aan de kruistochten;
positieve en negatieve gevolgen beschrijven van de christelijke expansie.
Slide 1 - Slide
Kenmerkende aspecten
De verspreiding van het christendom in geheel Europa
Het ontstaan en de verspreiding van de islam
De expansie van de christelijke wereld naar buiten toe, onder andere in de vorm van de kruistochten
Slide 2 - Slide
Groei van het christendom vanaf 500: Pausen en koningen
De Franken hadden in de strijd om macht in Gallie (Frankrijk) het meest succes door het verbond met de paus (bekering koning Clovis rond 500 n.C.)
Er was een wederzijds belang tussen vorsten (goddelijke rechtvaardiging van hun macht en gebruik van bisschoppen als bestuurders) en paus (militaire steun en kerstening volk)
De Frankische koningen werden zo het machtigst in Noordwest-Europa en het katholicisme de machtigste godsdienst!
Tweezwaardenleer R.K. kerk: koningen hadden alleen wereldlijke macht (leiden van de staat). Zelf hadden ze geestelijke macht (leiden van de kerk) in tegenstelling tot orthodoxe christenen!
Slide 3 - Slide
Bekering en syncretisme
Syncretisme: bij de overgang naar een nieuw geloof, aansluiting zoeken bij bestaande opvattingen en praktijken. Voorbeelden:
25 december (geboorte van de zon als geboorte van christus)
Zondag als rustdag (in bijbel is de sjabbat op zaterdag)
Pasen (wederopstanding Jezus) op de dag van Germaans lentefeest
Intrede van heiligen en verering van relikwieen als vervanging van heidense goden
Het woord God (lat. Deus) is Germaans: datgene waaraan wordt geofferd.
Kerkjes bouwen op heidense heilige plekken
Slide 4 - Slide
seculiere (priesters) en reguliere geestelijken (monniken)
Twee soorten geestelijken: reguliere (in kloosters) en seculiere (in de 'wereld', tussen de mensen / zendelingenwerk)
In de 3e eeuw ontstonden kloosters (afzondering van de verleidelijke wereld, leven in dienst van het geloof)
In de 6e eeuw: kloosterregels Benedictus van Nursia, later Benedictijnen (armoede, gehoorzaamheid aan abt, bidden en werken, onthouding)
Door schenkingen en inkopen door elite verwierven kloosters veel grond en kregen een rol in het beheer van domeinen
Grote rol in het onderwijs en bewaren en doorgeven klassieke erfgoed (boeken oudheid)
Slide 5 - Slide
R.K. Hierarchie (seculiere geestelijken)
Aan het hoofd de paus (opvolger apostel Petrus). Hij bepaalde het beleid
Daaronder de kardinalen (zij kiezen ook een nieuwe paus en geven advies)
Bisdommen: bisschoppen aan het hoofd van kerkelijke bestuursgebieden, soort kerkelijke provincie (overeenkomstig met wereldlijk bestuurd gebied)
Parochies: lokale geestelijken in dorpen
Slide 6 - Slide
Kerstening van Nederland
Rond 635 stichtte de Frankische koning Dagobert een kerk in Utrecht in omliggend heidens gebied
Pas met de komst van missionarris Willibrord uit Engeland in 690 werden meerdere christelijke leefgemeenschappen uitgezet
Vanuit Utrecht werden missionarissen opgeleid en uitgezonden (b.v: Bonifatius)
Het kersteningsproces verliep moeizaam, vooral tegen de Friezen (koning Radbod/Radboud/Redbad, gaf niet toe)
Waarschijnlijk stierf Radboud in 719 en viel zijn rijk daarna in handen van Karel Martel
Bonifatius werd in 754 bij Dokkum door een groep Friezen vermoord!
Slide 7 - Slide
0
Slide 8 - Video
Ontstaan van een islamitisch rijk
Profeet Mohammed, stichter van de islam. Zag zichzelf als boodschapper van God (Allah)
Alle teksten die Allah aan hem openbaarde werden opgenomen in de Koran (heilige boek van de islam)
Mohammed wist nomadische stammen op het Arabisch schiereiland (I en II) via het geloof tot bondgenoot te maken en daarmee de basis te leggen voor het islamitische rijk
Na zijn dood in 632 werd Mohammed opgevolgd door zijn schoonvader, Aboe Bakr. Ook hij werd zowel politieke als religieuze leider en werd 'kalief' genoemd (opvolger van Mohammed) en zijn regering noemen we 'kalifaat'.
Rond 661 trad een nieuwe dynastie aan, die van de Omajjaden en begon een nieuwe fase van veroveringen. Rond 720 was heel N-Afrika en Spanje veroverd
In Frankrijk (Poitiers) werden de moslims in 732 verslagen
Slide 9 - Slide
Slide 10 - Video
Belangrijke verandering in Europa in de 11e eeuw!
Ketters (mensen die zich niet hielden aan de katholieke regels) werden vervolgd door de inquisitie (kerkelijke rechtbank)
Expansie van het christendom in Oost-Europa
Reconquista (Spaanse herovering) op islamitische delen van Spanje en Portugal
Kruistochten (militaire expedities) richting Midden-Oosten om Jeruzalem te heroveren op de moslims (1095 eerste kruistocht) voor roem, grond en vergeving.
Slide 11 - Slide
Gevolgen van de expansie
De reconquista zorgde ervoor dat de laatste moslims in 1492 uit Spanje werden verdreven (Granada)
De christenen verloren hun invloed in het Midden-Oosten. De laatste kruisvaarders stad Akko viel in 1291.
Wel kwamen de Europeanen door de nieuwe handelsposten in contact met het Verre Oosten en uitvindingen zoals het kompas en Arabische wetenschap (wiskunde, meetkunde en algebra)