1. ......(verzenden) dit postorderbedrijf de bestellingen altijd met DHL of UPC?
2. In deze serie ...... (beleven) de jonge ridder altijd nieuwe avonturen.
3. Niek ...... (rijden) elke dag op zijn fiets door de drukke straten naar school.
4. ...... (vermoeden) je dat de politie je ...... (beschuldigen) van geweldpleging?
5. Hun biologische klok ...... (vertellen) trekvogels dat het tijd ...... (worden) voor de trek.
6. Wist jij dat een kameleon van kleur ...... (veranderen) als je hem ...... (bedreigen)?