8. 1 okt: les 30 herhalen + les 3

Op tafel: 
- laptop
- KERN
- map
- pen
- leesboek 

Welkom mavo 2!
timer
2:30
1 / 48
next
Slide 1: Slide
NederlandsMiddelbare schoolhavoLeerjaar 3

This lesson contains 48 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 70 min

Items in this lesson

Op tafel: 
- laptop
- KERN
- map
- pen
- leesboek 

Welkom mavo 2!
timer
2:30

Slide 1 - Slide

Numo inloggen
Naam: leerlingnummer
Wachtwoord: j+leerlingnummer 

Aan de slag met NUMO
timer
10:00

Slide 2 - Slide

Klap de laptop dicht.
Laat 'm liggen op tafel, je hebt 'm nog nodig. 

Slide 3 - Slide

Vandaag dinsdag 1 oktober:
  • Numo: al gedaan
  • Leesboek 
  • Huiswerk bespreken
  • Les 30 herhalen en afsluiten
  • Nieuwe lesstof les 3

Slide 4 - Slide

Meekijken naar leesplanning:
176 pagina's >> 

Slide 5 - Slide

Slide 6 - Slide

Zelf aan de slag
Lees de achterkant van je boek.
Maak een woordweb van jouw leesboek. 

Hulpsteunen: 
Wat is het onderwerp?
Wie is de hoofdpersoon?
Wie zijn bijpersonen?
Wat zijn gebeurtenissen die de personen doen of gaan doen? 

Slide 7 - Slide

Aan de slag
Schrijf de antwoorden in je schrift: 
1. Wie is de hoofdpersoon?
2. Wie denk je dat een bijpersoon is?
3. Waar speelt het verhaal zich af? 
4.  Hoe hoop je dat het verhaal afloopt?
timer
5:00

Slide 8 - Slide

Open je laptop om het huiswerk op te schrijven.

Slide 9 - Slide

Vul zo je huiswerk in bij de vragen op LessonUp.

Slide 10 - Slide

Vraag 5

Slide 11 - Open question

Vraag 6

Slide 12 - Slide

Sleep de alinea naar het juist tekstdeel. 
Alinea 1
Alinea 2
Alinea 3
Alinea 4
Inleiding
Kern
Slot

Slide 13 - Drag question

Vraag 6

Slide 14 - Slide

Vraag 6
  • Inleiding: alinea 1
  • Kern: alinea 2, 3
  • Slot: alinea 4

Slide 15 - Slide

Vraag 7

Slide 16 - Slide

alinea 1: aanleiding
alinea 2: analyse
alinea 3: uitleg
alinea 4: advies

Slide 17 - Slide

Vraag 8

Slide 18 - Open question

Dat was het huiswerk, 
nu nog een paar extra vragen voor herhaling. 

Slide 19 - Slide

wat is het functiewoord?

Slide 20 - Open question

wat is het functiewoord?

Slide 21 - Open question

Wat is het functiewoord?

Slide 22 - Open question

Ik kan een functiewoord in de tekst herkennen
nja
nee
soms wel maar vaak niet
vaak wel maar soms niet

Slide 23 - Poll

Wat weet je nog...
Uit welke delen is een tekst opgebouwd,

Slide 24 - Open question

Wat weet je nog....
Wat is de functie van de inleiding?

Slide 25 - Open question

Wat weet je nog...
Wat is de functie van de kern

Slide 26 - Open question

Klap de laptop dicht.
Stop 'm in je tas, je hebt 'm niet meer nodig. 

Slide 27 - Slide

Uitleg les 3

Slide 28 - Slide

Leerdoelen les 30
  1. T1: Ik kan hoofd- en bijzaken van elkaar onderscheiden.
  2. T2: Ik kan hoofd- en bijzaken benoemen in een tekst. 
  3. T2: Ik kan zelf een woordweb maken van de hoofdzaken.

Slide 29 - Slide

hoofdzaken
De belangrijkste informatie in een tekst noem je de hoofdzaken
Wat niet zo belangrijk is, zijn de bijzaken.

De hoofdzaken van een tekst vind je in de inleiding en/of het slot
Ook iedere alinea heeft een hoofdzaak. Deze vind je in de eerste of laatste zin.

De lay-out (opmaak) van de tekst helpt je ook om de hoofdzaken te vinden. Let op vetgedrukt, of andere kleuren.



Slide 30 - Slide

bijzaken
De niet zo belangrijke zaken in een tekst noem je de bijzaken
Dit zijn bijvoorbeeld:
  • Voorbeelden en extra uitleg
  • Maakt de tekst duidelijker, leuker of beter te begrijpen.
Vooral in de alinea's in het middenstuk vind je voorbeelden en extra uitleg.

Slide 31 - Slide

Opdracht
Nodig: 
  • Map
  • pen

Slide 32 - Slide

Schrijf op in je map: 

1. Wat is het onderwerp? 
2. Wat zijn de 8 deelonderwerpen?
3. Wat zijn 4 bijzaken?
timer
1:00

Slide 33 - Slide

Schrijf op in je map: 

1. Wat is het onderwerp? 
  • Signaalwoorden/clusters

Slide 34 - Slide

Schrijf op in je map: 

1. Wat is het onderwerp? 
  • Signaalwoorden/clusters

Slide 35 - Slide

Schrijf op in je map: 

2. Wat zijn de 8 deelonderwerpen?
  • Voorwaarden
  • Tijd
  • Beschrijvend
  • Benadrukkend
  • Opsommend
  • Uitsluitend
  • Verklarend
  • Tegenwerpend

Slide 36 - Slide

Schrijf op in je map: 

2. Wat zijn de 8 deelonderwerpen?
  • Voorwaarden
  • Tijd
  • Beschrijvend
  • Benadrukkend
  • Opsommend
  • Uitsluitend
  • Verklarend
  • Tegenwerpend

Slide 37 - Slide

Schrijf op in je map: 

3. Wat zijn bijzaken?
  • Als
  • Inherent
  • Hoewel
  • Momenteel
  • Wanneer
  • Vervolgens ...

Slide 38 - Slide

Schrijf op in je map: 

3. Wat zijn bijzaken?



Slide 39 - Slide

Schrijf op in je map: 

3. Wat zijn bijzaken?
Dit zijn de voorbeelden van elke sport. 


Dit noemen we een woordweb

Slide 40 - Slide

Schrijf op in je map: 

1. Wat is het onderwerp? 
2. Wat zijn de 4 deelonderwerpen?
3. Wat zijn bijzaken?
timer
4:00

Slide 41 - Slide

Schrijf op in je map: 

1. Wat is het onderwerp? 
  • Buitensporten

Slide 42 - Slide

Schrijf op in je map: 

2. Wat zijn de 4 deelonderwerpen?
  • Wielersport
  • Atletiek
  • Watersport
  • Wintersport

Slide 43 - Slide

Schrijf op in je map: 

3. Wat zijn bijzaken?


Slide 44 - Slide

Schrijf op in je map: 

3. Wat zijn bijzaken?
Dit zijn de voorbeelden van elke sport. 


Slide 45 - Slide

Schrijf op in je map: 

3. Wat zijn bijzaken?
Dit zijn de voorbeelden van elke sport. 


Dit noemen we een woordweb

Slide 46 - Slide

Zelf aan de slag
Lees de achterkant van je boek.
Maak een woordweb van jouw leesboek. 

Hulpsteunen: 
Wat is het onderwerp?
Wie is de hoofdpersoon?
Wie zijn bijpersonen?
Wat zijn gebeurtenissen die de personen doen of gaan doen? 

Slide 47 - Slide

Zelfstandig aan de slag:
Kern les 3, pagina 10
Maak opdracht 1. 
Klaar? Maak ook opdracht 3.

Wat niet af is, wordt huiswerk. 

Slide 48 - Slide