7. 27 sept: alinea's en functiewoorden 30 (Nieuwe editie: 1.3)

Op tafel: 
- laptop
- KERN
- map
- pen

Welkom mavo 2!
timer
2:30
1 / 47
next
Slide 1: Slide
NederlandsMiddelbare schoolhavoLeerjaar 3

This lesson contains 47 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 70 min

Items in this lesson

Op tafel: 
- laptop
- KERN
- map
- pen

Welkom mavo 2!
timer
2:30

Slide 1 - Slide

This item has no instructions

Numo inloggen
Naam: leerlingnummer
Wachtwoord: j+leerlingnummer 

Aan de slag met NUMO
timer
10:00

Slide 2 - Slide

Vandaag geen numo, want het wordt een volle les. 
Klap de laptop dicht.
Laat 'm liggen op tafel, je hebt 'm nog nodig. 

Slide 3 - Slide

This item has no instructions

Vandaag vrijdag 27 september:
  • Huiswerk nakijken
  • Uitleg alinea's en functiewoorden (les 30)
  • Opdrachten maken

Slide 4 - Slide

This item has no instructions

Kijk je eigen antwoorden na. (les 29, opdr. 7-10)

Slide 5 - Slide

This item has no instructions

Leerdoel (les 30) 
  1. Ik weet dat signaalwoorden en functiewoorden hetzelfde betekenen.
  2. Ik weet wat het doel is van alinea's en signaalwoorden.
  3. Ik kan uitleggen waarover een tekst gaat door signaalwoorden en alinea's te gebruiken.

Slide 6 - Slide

This item has no instructions

alinea 1
alinea 2,3,4,5
alinea 6
macro
micro
functie

wat kun je verwachten

alinea

Slide 7 - Slide

This item has no instructions

opsomming
voordeel
nadeel

Slide 8 - Slide

This item has no instructions

Open je laptop en log in op LessonUp.

Log in onder je eigen naam, anders geen toegang.

Slide 9 - Slide

This item has no instructions

Hoe ziet een alinea er meestal uit?
A
een paar woordjes
B
1000 woorden
C
een paar zinnen
D
3 pagina's

Slide 10 - Quiz

This item has no instructions

deelonderwerp
Iedere alinea vertelt een stukje over het onderwerp.
Stel je voor het onderwerp van de tekst is kleuren.
Dan vind je in iedere alinea een ander deelonderwerp.
Bijvoorbeeld gaat een alinea over blauw, een andere alinea weer over rood.

Slide 11 - Slide

This item has no instructions

Wat is een deelonderwerp?

*aspect betekent onderdeel*
A
een onderwerp van een hoofdstuk
B
een aspect van het onderwerp
C
een aspect van het slot
D
een onderwerp van de eerste alinea

Slide 12 - Quiz

This item has no instructions

Wat zou een deelonderwerp kunnen zijn in een tekst over school?
A
De dierenwinkel
B
De geschiedenis van voetbal
C
Pauzes in de aula
D
Zakgeld

Slide 13 - Quiz

This item has no instructions

Iedere alinea heeft een inleiding, een kern en een slot.
A
Nee, dat is alleen bij de gehele tekst
B
Ja, ieder deelonderwerp heeft een inleiding, kern en slot

Slide 14 - Quiz

This item has no instructions

Als je een tekst opbouwt, dan verdeel je de tekst in stukjes.
Hoe weet je nou in welke stukjes je de tekst moet verdelen?

Slide 15 - Open question

This item has no instructions

Als je een tekst opbouwt, dan verdeel je de tekst in stukjes.
Hoe weet je nou in welke stukjes je de tekst moet verdelen?
Het middenstuk wordt ook wel de kern van de tekst genoemd. Hierin wordt het onderwerp van de tekst besproken. Het onderwerp wordt meestal van verschillende kanten bekeken en er worden verschillende onderdelen besproken. Deze verschillende onderdelen worden deelonderwerpen genoemd. Door deze deelonderwerpen, kun je een tekst snel begrijpen.

Slide 16 - Slide

This item has no instructions

Functiewoorden
Functiewoorden kondigen de functie van een alinea of tekstdeel aan. De schrijver vertelt je zo wat je kunt verwachten.
Lees je de woorden 'de conclusie is', dan is 'conclusie' het functiewoord.
Een functiewoord staat meestal in de eerste zin van de alinea.  
aanleiding= de reden waarom
afweging= keer dat je erover nadenkt wat het beste is
anekdote= kort verhaal wat gebeurt is door middel van een grap
argument=reden
constatering= vastgesteld worden
definitie= omschrijving begrip
 

Slide 17 - Slide

This item has no instructions

aanleiding= de reden waarom
afweging= keer dat je erover nadenkt wat het beste is
anekdote= kort verhaal wat gebeurt is door middel van een grap
argument=reden
constatering= vastgesteld worden
definitie= omschrijving begrip
 

Slide 18 - Slide

This item has no instructions

Waar kom je deze zin tegen?
A
inleiding
B
kern
C
slot

Slide 19 - Quiz

This item has no instructions

Waar kom je deze zin tegen?
A
inleiding
B
kern
C
slot

Slide 20 - Quiz

This item has no instructions

Waar kom je deze zin tegen?
A
inleiding
B
kern
C
slot

Slide 21 - Quiz

This item has no instructions

Waar kom je deze zin tegen?
A
inleiding
B
kern
C
slot

Slide 22 - Quiz

This item has no instructions

Waar kom je deze zin tegen?
A
inleiding
B
kern
C
slot

Slide 23 - Quiz

This item has no instructions

Waar kom je deze zin tegen?
A
inleiding
B
kern
C
slot

Slide 24 - Quiz

This item has no instructions

wat is het functiewoord?

Slide 25 - Open question

This item has no instructions

wat is het functiewoord?

Slide 26 - Open question

This item has no instructions

wat is het functiewoord?

Slide 27 - Open question

This item has no instructions

wat is het functiewoord?

Slide 28 - Open question

This item has no instructions

wat is het functiewoord?

Slide 29 - Open question

This item has no instructions

Wat is het functiewoord?

Slide 30 - Open question

This item has no instructions

Klap je laptop dicht
Laat je laptop of tafel liggen, je hebt 'm later nog nodig. 

Slide 31 - Slide

This item has no instructions

Samen lezen. Daarna zelf opdrachten maken. 

Slide 32 - Slide

This item has no instructions

Aan de slag
Kern les 30, pagina 65.
Maak opdracht 5 t/m 8. 
Samenwerken mag, maar ieder schrijft de antwoorden op. 

Schrijf de antwoorden in je schrift. Daarna bespreken we de antwoorden.
Ben je klaar? Ga zelfstandig aan de slag met NUMO. 
timer
8:00

Slide 33 - Slide

This item has no instructions

Antwoorden bespreken.

Open je laptop en vul de antwoorden in op LessonUp.

Slide 34 - Slide

This item has no instructions


Slide 35 - Open question

This item has no instructions

Vraag 6

Slide 36 - Slide

This item has no instructions

Vraag 6

Slide 37 - Slide

This item has no instructions

Vraag 6
  • Inleiding: alinea 1
  • Kern: alinea 2, 3
  • Slot: alinea 4

Slide 38 - Slide

This item has no instructions

Vraag 7

Slide 39 - Slide

This item has no instructions

alinea 1: aanleiding
alinea 2: analyse
alinea 3: uitleg
alinea 4: advies

Slide 40 - Slide

This item has no instructions

Vraag 8

Slide 41 - Open question

This item has no instructions

Ik kan een functiewoord in de tekst herkennen
nja
nee
soms wel maar vaak niet
vaak wel maar soms niet

Slide 42 - Poll

This item has no instructions

Wat weet je nog...
Uit welke delen is een tekst opgebouwd,

Slide 43 - Open question

This item has no instructions

Wat weet je nog....
Wat is de functie van de inleiding?

Slide 44 - Open question

This item has no instructions

Wat weet je nog...
Wat is de functie van de kern

Slide 45 - Open question

This item has no instructions

alinea
-Stuk tekst, dat over één deelonderwerp gaat.
-Minimaal drie zinnen. 
-Binnen een tekst, zijn alinea's meestal even lang
-Samen een logisch geheel: geven structuur aan een tekst.
- Elke alinea heeft een opening, kern en slot. 
Titel
waar gaat de tekst over?

Slide 46 - Slide

This item has no instructions

Huiswerk:
Les 31, opdracht 1, 2 en 3. 

Slide 47 - Slide

This item has no instructions